Balkan
George Konrad, de Hongaarse winnaar van de Akense Vredesprijs was niet ingenomen met het NATO optreden in Kosovo. Duizenden Servische doden leken hem teveel als
collateral damage en over de materiele schade in het voormalige Joegoslavië sprak
hij dan niet eens.
Het is waar dat ook de NATO landen bij nader inzien minder blij zijn met hun eigen
optreden in Kosovo dan twaalf jaar geleden. En ook het optreden van de Albanese
terroristen tegen Servische en Roma minderheden wekte in latere jaren veel weerstand.
Bij de Albanese inval in het Servische grensgebied met Kosovo, heeft de NATO ooit
aan de voormalige Servische tegenstander ruim baan gegeven om de voormalige
Albanese bondgenoten af te stoppen. De door Kosovo gesteunde opstand in
Macedonië heeft evenmin ooit steun van de Nato gekregen.
Konrad wijdde het NATO gedrag, zowel dat van twaalf jaren geleden als het latere, aan
gebrek aan kennis van de geschiedenis van de regio en gebrek aan inzicht in de
psychologie van de diverse etnische groeperingen.
» Hijzelf is Hongaar en constateert dat er nu etnische Hongaren wonen in Servië, Kroatië
en Slovenië en dat zij in alle drie landen worden beschouwd als ongewenste
vreemdelingen, omdat de nieuwe staten op etnische grondslag zijn georganiseerd.
Het oude Joegoslavië was een etnische lappendeken en had ingebouwde beschermingen In elk geval had eerst voor een nieuwe paraplu voor
de minderheden moeten worden gezorgd voor de oude aan de kant gezet werd.
voor etnische minderheden die in de nieuwe staten ontbreken. De nieuwe situatie
is vanuit het standpunt van de Westerse beschaving gezien geen vooruitgang. Het
Westen had er beter aan gedaan het voortbestaan van het oude Joegoslavië te
garanderen met alle nadelen die daaraan vast zaten, i.p.v. de nieuwe
nationalisten te steunen. In elk geval had eerst voor een nieuwe paraplu voor
de minderheden moeten worden gezorgd voor de oude aan de kant gezet werd.
Dit is kort samengevat en ietwat geparafraseerd het interview dat Konrad aan de
Nederlandse televisie gaf op 26 april 2001.
Wat valt hierop te zeggen? Het oude Joegoslavië werd beheerst door de ex-communist
en erkende deugniet Milosevic. De theoretische garanties voor de vrijheden
van de etnische minderheden bleken in de praktijk niet veel waard. Iedereen
kent nu Kosovo, maar kijk ook eens naar de Vojvodina. Daar is nu toevallig geen
volksopstand of oorlog uitgebroken, maar dat had ook gekund. Duitsland en
Oostenrijk, de dichtstbijzijnde Westerse buren, hadden slechte herinneringen
aan het oude Joegoslavië dat beheerst werd door het russofiele Servië, een
broeinest van panslavisme en de naaste oorzaak van de eerste wereldoorlog.
Kennis van de geschiedenis en inzicht in de psyche van de diverse
samenstellende bestanddelen van het oude Joegoslavië brachten hen juist tot
steun aan de onafhankelijkheid van Slovenië en Kroatië, de op West Europa
georiënteerde delen van het land.
Wat Slovenië aangaat is dat goed afgelopen. Slovenië heeft een homogene
bevolkingssamenstelling en de onafhankelijkheid is zonder slag of stoot tot
stand gekomen. Op het gebied van het nu zelfstandige Kroatië leven Italianen,
Serven, Bosniërs, Hongaren en Zigeuners. De onafhankelijkheid is daar met
behoorlijk wat bloedvergieten en etnische zuiveringen gepaard gegaan en de
Duitsers hebben heel wat minder reden om tevreden te zijn met de invloed die ze
daar hebben uitgeoefend. Zowel Slovenië als Kroatië hebben nog volksgenoten die
niet binnen de nationale grenzen wonen en helemaal gerust op het uitblijven van een irredenta beweging zijn we daarom de eerste tien jaar niet geweest en alleen dank zij het vooruitzicht op een EU lidmaatschap is het daar niet van gekomen.
Wat al de Balkanlanden en andere gebieden van Midden en Oost Europa gemeen hebben,
is dat ze vroeger, voor de eerste wereldoorlog, tot het Turkse of het
Habsburgse rijk hebben gehoord of eerst tot het ene en dan tot het andere.
Dat waren allebei lappendekens van minderheden en per saldo had men daar redelijk
mee leren leven.
In het Turkse rijk was de lappendeken een gevolg van een bewuste verdeel en heers
politiek. Men gaf godsdienstige of etnische minderhedenDe Habsburgers zorgden voor een
competent en integer bestuursapparaat in de door hen bestuurde gebieden en
gaven in de negentiende eeuw ruim baan aan de economische ontwikkeling. voldoende autonomie om
integratie met andere minderheden te voorkomen en zorgde dan voor zoveel
tegenstellingen tussen de minderheden dat de Turkse overheid als scheidsrechter
onmisbaar werd.
Oostenrijk en Hongarije waren in veel van de gebieden de opvolgers van de Turken en zij
lieten de lappendeken voor wat die was. De Habsburgers zorgden voor een
competent en integer bestuursapparaat in de door hen bestuurde gebieden en
gaven in de negentiende eeuw ruim baan aan de economische ontwikkeling.
Zonder het romantische nationalisme dat in dezelfde tijd in Europa een overheersende
rol begon te spelen, zou een ontwikkeling naar een Verenigde Staten van Oost
Europa eigenlijk voor de hand gelegen hebben. Nu ontstond in
Oostenrijk-Hongarije, onder aansporing van Rusland, een subversieve beweging die
in de Slavisch sprekende gebieden naar opstand en volledige onafhankelijkheid
streefde. Kern van deze beweging waren in het Zuidelijk deel van het Rijk de
Serven en in het Westelijk deel de Tsjechen. Naast de Slavisch sprekende
volkeren, kende Oost Europa ondermeer Duits, Hongaars, Roemeens, Albanees,
Turks en Roma sprekende minderheden terwijl de onderlinge verschillen behalve
door taal ook door godsdienst en andere culturele kenmerken werden bepaald.
Het oude Joegoslavië en Roemenië zijn de meest extreme voorbeelden van etnische
verscheidenheid en zouden het meest gebaat zijn geweest bij een moderne versie
van de Habsburgse dubbelmonarchie. Om historische redenen zal die wel niet tot
stand komen als een Verenigde Oost-Europese Republiek maar eerder als een Oost-Europese vleugel van ons aller EU.
Vanddag ook op het eigen weblog van Toon
Reacties
Er is nog niet gereageerd op dit stuk
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.