De Accraverklaring revisited
Naar aanleiding van een morele veroordeling door de PKN van de globalisering in de economie schreef ik een paar jaar geleden een kritisch artikel onder de naam De Accraverklaring. Op dat artikel kreeg ik later een reactie van iemand die werkzaam is in de ontwikkelingshulp en die de bezwaren van de PKN bleek te delen.
In een mailwisseling over het onderwerp heb ik geprobeerd mijn standpunt te verduidelijken dat globalisering van de economie en armoedebestrijding zo goed als een en het zelfde begrip zijn en dat je in redelijkheid niet tegelijk voor het laatste en tegen het eerste kunt zijn.
» Ontwikkelingshulp valt theoretisch uiteen in twee en in de praktijk meestal in drie verschillende categorieën.
Daar is de noodhulp bij calamiteiten, vaak bij oorlog en hongersnood, maar ook bij natuurrampen, zoals de tsunami op Tweede Kerstdag 2004 in heel Oost Azië en die van maart dit jaar die beperkt bleef tot Japan.
Dan is er de hulp die tot doel heeft de economie van de recipiënten te stimuleren, vaak tegenwoordig in de vorm van budgetondersteuning. Wanneer deze hulp uitsluitend meer geld pompt naar het ontwikkelingsland in kwestie zonder dat zij daar tot verhoging van het BNP leidt, dan veroorzaakt zij corruptie en/of inflatie maar heeft geen enkel positief resultaat voor de bevolking van het betrokken land. Budgetfinanciering versterkt bovendien de onafhankelijkheid van de regering van haar bevolking en zou alleen al om die reden verboden moeten worden.
De derde categorie wordt gevormd door in het buitenland bedachte projecten die met buitenlands geld worden gefinancierd. Die hebben nut als ze duurzaam zijn, dat wil zeggen: leiden tot economische, c.q. sociale activiteiten die door de inwoners van het betrokken land na verloop van tijd zonder hulp van buiten in stand kunnen worden gehouden.
Het betrekken van een land bij de wereldeconomie, ook zonder dat dit formeel als hulp geldt, heeft wel tot gevolg dat het BNP wordt verhoogd. Dat kan wel via het instrument van de ontwikkelingshulp maar veel vaker heeft het met hulp niets van doen maar gebeurt het om puur commerciële redenen. Ik gaf de voorbeelden van China en India waar armoedebestrijding op megaschaal heeft plaats gevonden zonder dat westerse hulp daarbij van meer dan incidentele betekenis is geweest. Alle hulp aan de andere kant die in het verleden naar Tanzania is gegaan, heeft daar geen nut opgeleverd dat nu nog waarneembaar is. Onder de handen van de eerbiedwaardige Nyerere corrumpeerde de Tanzaniaanse overheid zonder dat hijzelf of Jan Pronk e.a. daar oog voor leken te hebben. Die ervaring heb ik daar zelf opgedaan en andere mensen met mij.
Mij werd verweten dat ik voor mijn observaties in casu onvoldoende gezaghebbende bronnen had vermeld en daar zit ik een beetje mee. Iets is naar mijn mening niet meer of minder waar naarmate meer of minder bekende Nederlanders dezelfde mening zijn toegedaan. Voor wat ik feitelijk beweerde zijn er bronnen in overvloed. De statistieken van de VN en van de Amerikaanse overheid bijvoorbeeld en ook onze eigen overheid produceert wel gegevens die je kunt vinden als je goed zoekt. Maar iedereen die er zelf geweest is kan het ook met eigen ogen zien: voor het verschil in welvaart dertig jaar geleden en nu, in India of China, heeft niemand statistieken nodig. Evenmin voor de stagnatie van Tanzania of de achteruitgang van Zimbabwe.
Er zijn allerlei redenen waarom het ene land vooruitgaat en het andere stagneert. Veel oorzaken zijn te herleiden tot de samenhang in de samenleving, de kwaliteit van financieel-juridische infrastructuur, de bekwaamheid van de bevolking en van haar leiding. Maar de rol van binnen- en buitenlands ondernemerschap blijft cruciaal. Daarover bestaan niet veel statistieken. Men kan het wel zien en begrijpen. Het oordeel van verstandige mensen met ervaring ter plekke is daarbij vaak van groter nut dan statistieken waarvan men niet weet hoe ze tot stand zijn gekomen. In elk geval, de goede wil van kerken en ontwikkelingshelpers is geen solide basis om een oordeel te vormen over de effectiviteit van de armoedebestrijding die in de ontwikkelingslanden sinds de dekolonisatie heeft plaats gevonden.
Verscheen vandaag ook op het weblog van Toon Kasdorp zelf
Reacties
# 1 Ik vraag me af wat met 'gezaghebbende bronnen' bedoeld werd. Mocht je nog eens in zo'n soort discussie verwikkeld raken, dan zou je kunnen verwijzen naar http://en.wikipedia.org/wiki/Peter_Thomas_Bauer of misschien nog wel beter naar Dambisa Moyo (http://www.nytimes.com/2009/02/22/magazine/22wwln-q4-t.html).
Frans Groenendijk:
Ik vraag me af wat met 'gezaghebbende bronnen' bedoeld werd. Mocht je nog eens in zo'n soort discussie verwikkeld raken, dan zou je kunnen verwijzen naar http://en.wikipedia.org/wiki/Peter_Thomas_Bauer of misschien nog wel beter naar Dambisa Moyo (http://www.nytimes.com/2009/02/22/magazine/22wwln-q4-t.html).
Veel indruk het niet uitmaken.
In sommige kringen tellen uitsluitend de intenties en niet de resultaten.
Sommigen spreken dat bijna letterlijk zo uit. Onlangs hoorde ik Wouter Bos in zulke termen op de radio.
Dat Dambisa niet alleen een onafhankelijke econome is maar bovendien afkomstig uit Zambia pleit in hun ogen net zo min voor haar als het feit dat Ayaan Hirsi Ali uit Somaliƫ komt.
23-aug 2011 , 05:23
# 2 De 'kerken', hebben hoe dan ook een dubbele agenda, want zijn missionair gericht.
Maarten:
De 'kerken', hebben hoe dan ook een dubbele agenda, want zijn missionair gericht.
(off-topic: moet ik tegen comment-spam het woord 'death' intikken. Vindt ik toch wat idioot.)
25-aug 2011 , 09:02
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.