De boel uit elkaar houden, dat is het dus
Over de kwestie gedrag versus ideologie
In het nawoord van mijn boek Islamofobie, een nuchter antwoord heb ik de titel van dit stuk opgevoerd als motto. Ik wilde onder dat motto samenvatten hoe er in mijn ogen moet worden omgegaan met het mohammedanisme in Nederland.
Ik was best tevreden over dat motto - ben het trouwens nog steeds- maar had wel het idee dat ik het waaròm ervan nog te weinig had uitgelegd. De afgelopen maanden deden zich een aantal zaken voor die als het ware schreeuwden om die nadere toelichting.
Omdat slechts luttele honderden mensen mijn boek gelezen hebben, kan ik er niet omheen voordat ik wat uitwijd over die zaken, eerst de betreffende paragraaf uit eigen werk (verkort) op te nemen.
» In ‘navolging’ (voor wie geen sarcasme kent: ik bedoel juist niet) van den Uyl, Cohen en Bos suggereer ik als motto: de boel uit elkaar houden, dat is het dus.
Daarmee wordt gedoeld op (1) de noodzaak de fundamentalistische predikers en mohammedaanse politici met dubbele agenda genadeloos het vuur aan de schenen te leggen, om zo hun gezag bij de mensen die zichzelf moslim noemen te ondermijnen. Daarmee wordt ook gedoeld op (2) het bestrijden van het wij-zij-denken dat besloten ligt in het venijnige oemmaconcept.
Het slaat ook op (3) de noodzaak om díe maatschappelijke problemen die hooguit zijdelings verband houden met de mohammedaanse ideologie, aan te pakken, los van de strijd tegen die ideologie. Of het nu gaat om wangedrag van jongens, de kwestie van de halve nationaliteit, immigratie van analfabeten, het vermoorden en verminken van vrouwen en meisjes enzovoorts: op geen van deze terreinen is het nodig of wenselijk beleid te ontwikkelen dat specifiek gericht is op mohammedanen. Dat beleid op deze terreinen in de praktijk wel relatief veel mensen met mohammedaanse achtergrond aangaat, is een andere zaak. De noodzaak van ideologische strijd tegen die politieke religie is weer een andere kwestie.
In dit stuk gaat het me vooral om het genoemde bij 3. Dat is op dit moment in het politieke debat het meest relevant. Het tweede moet misschien later nog eens aan de orde komen. Het eerstgenoemde behoeft nauwelijks toelichting. Toch?
Een fout van Bolkestein
Enkele maanden geleden kwam oud-EU-commissaris en voormalig VVD-aanvoerder Frits Bolkestein in een uitzending van het televisie-programma Buitenhof met de stelling dat 'we' ons moeten richten op het gedrag van mensen, niet op ideologie.
Toen hij twee weken later commentaar mocht leveren op de Antwerpse Boekenbeurs op het verschijnen van de bundel De Islam. Kritische essays over een politieke religie kwam hij met een variant: "Je moet je vanuit de politiek niet bezighouden met theologie". Na de bijeenkomst zei hij het weer op een iets andere wijze (daar is een youtube-clipje van)
Een verraderlijke stelling vooral omdat hij eigenlijk wel verstandig klinkt. Sterker nog: voor regering en helemaal voor de wetgevende macht ís het ook een goede insteek. Maar, en dat is cruciaal, Bolkestein behoort niet meer tot een van die beide: hij werd, en wordt tegenwoordig altijd, uitgenodigd in zijn hoedanigheid als VVD-coryfee of -intellectueel. Vanuit die nieuwe positie kan hij zich nu een andere rol veroorloven: er is grote behoefte aan mensen van niveau die zo'n andere rol invullen op de kalme wijze die hoort bij elderly statesmen.
…en een van de PVV-Den Haag
Een precieze omkering van deze fout van Bolkestein was kort daarvoor gemaakt door gemeenteraadsleden van de PVV in Den Haag.
Ze schreven een brief aan het college van B&W over problemen in het amateurvoetbal, waar Joost Niemöller zich op het veelgelezen weblog De Dagelijkse Standaard flink kwaad over maakte.
Hij gaf terecht en helder commentaar, maar toch ontbrak er iets. Na lezing bleef slechts een indruk over van: zie je wel ze deugen echt niet bij de PVV'.
Met zo'n soort veroordeling, niet analytisch maar populistisch, wil ik geen genoegen nemen.
Ze hadden er inderdaad béter aan gedaan te schrijven wat Niemöller voorstelde.
De eigenlijke fout zat echter niet in de ìnhoud van de brief maar in het feit dat ze überhaupt ervoor kozen een brief te sturen aan Burgemeester en Wethouders: alsof een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid voor het oplossen van deze problemen op het bordje van de (gemeentelijke) overheid lag en ligt.
Onzin.
Niemand zal ontkennen dat er problemen zijn en geen zinnig mens zal beweren dat er helemáál geen verband is met een deel van de immigratie- en integratie-problemen. Doen alsof er een éen-op-éen verband is klopt echter niet. De suggestie dat de mohammedaanse ideologie binnen dit geheel dan weer een belangrijke rol speelt klopt nog minder.
In de problematiek van het (Haagse jeugd)amateurvoetbal komen allerlei kwesties bij elkaar.
De grote steden maken al langer een proces door van wegtrekken van de oorspronkelijke bewoners en geslaagde immigranten, met name naar de omliggende gemeenten. Die uitstroom wordt 'gecompenseerd' door instroom vanuit het buitenland. (De onvolprezen Arie van der Zwam schreef daarover een jaar of 15 geleden een pijnlijk helder rapport voor de gemeente den Haag)
De populariteit van voetballen neemt af onder autochtonen.
Ouders van jeugdvoetballers gedragen zich langs de lijn soms onvolwassen of zelfs onbeschaafd.
Een groeiende groep sporters zoekt tegenwoordig bij de club wat minder de gezelligheid. "Laat over je heen lopen", was de boodschap die ze kregen en sommigen hebben zich dat nog aangeleerd ook
Veel vrijwilligers in de amateursport zijn dat al heel lang en worden een dagje ouder.
Een deel van de allochtone voetballer(tje)s dragen in hun gedrag uit dat ze twee halve nationaliteiten hebben, soms zelfs alleen een niet-Nederlandse.
Een aantal clubs is officieel of in praktische zin niet-Nederlands en dreigen segregatie in de hand te werken.
Scheidsrechters wordt het leven zuur gemaakt.
Aan het recht op korting via een pas van de gemeente zijn geen plichten verbonden.
Het eerste punt heeft de maken met de landelijke politiek en het laatste met de plaatselijke, maar alle andere liggen niet of nauwelijks op het terrein van overheden. Dat zijn zaken voor de clubs zelf, de KNVB, de individuele betrokkenen.
Er spelen natuurlijk ook nog sentimenten mee. Vele jaren zijn zelfs de alleraardigste autochtonen beschuldigd van racisme wanneer ze problemen signaleerden en dat niet in verhullende academische taal deden. "Laat over je heen lopen", was de boodschap die ze kregen en sommigen hebben zich dat nog aangeleerd ook.
Het valt de PVV-volksvertegenwoordigers niet kwalijk te nemen dat ze tot uitdrukking willen brengen dat ze oor hebben voor die frustraties. Echter: overheidsbeleid heeft wel invloed op allerlei zaken maar kan de samenleving niet 'maken'.
Een blunder van de Tweede Kamerfracties van VVD, CDA en CU
Veel ernstiger dan deze spiegelbeeldige fouten van Bolkestein en de PVV-Den Haag was het meegaan van de CDA, VVD en CU-fractie met de potsierlijke de regering moet "…in woord en daad uitdragen dat het tegengaan van ...-iets- … géén doelstelling van beleid is"islamiserings-motie van Halsema.
Alleen al vanwege de uitzonderlijke bewoording ervan had men zich op z'n minst moeten onthouden van stemmen: "…in woord en daad uit te dragen dat het tegengaan van islamisering geen doelstelling van beleid is". Leg even een vinger op het woordje islamisering en de absurditeit spat van het zinnetje af: de regering moet "…in woord en daad uit [te] dragen dat het tegengaan van ...-iets, maakt niet uit wat- … géén doelstelling van beleid is".
Tenenkrommend.
Maar dat was niet het enige bezwaar. Het begrip 'islamisering' is een bijzonder vaag begrip, waar iedereen een andere betekenis aan kan geven en ook geeft.
En let ook op de inleidende zinnetjes van de motie.
Daarin gaat het over "… asiel, immigratie, gezinsmigratie, inburgering en diversiteitbeleid". Gezinsmigratie licht ik er even uit. Dit is een tamelijk nieuw woord en het staat mijns inziens voor een hele wereld van newspeak. Jarenlang is zeer slordig het woord gezinshereniging gebruikt wanneer ook, of bijna alleen maar, gezinsvorming aan de orde was. Gezinsvorming, het naar Nederland halen, al dan niet via de België-route, van importbruiden en bruidegommen zou je wel de ultieme uitdrukking kunnen noemen van het anti-integratie-sentiment bij een deel van de Nieuwe Nederlanders.
Geheel in lijn met de traditie van versluierend woordgebruik is een officiële definitie van 'gezinsmigratie' nog lastig te vinden.daar in het beleid, zoals ook in het regeerakkoord tot uitdrukking komt, het kabinet zich voorbeeldig houdt aan Bolkesteins oproep In een 'Thesaurus Zorg en Welzijn' lees ik bij dat begrip: 'zie: gezinshereniging'!
Het CBS gebruikt de volgende definitie voor gezinsmigratie: "Gezinsmigratie bestaat uit gezinshereniging, meemigrerende gezinsleden en gezinsvorming". In de overheidsdocumenten waarin het begrip gehanteerd wordt, schemert door dat de term 'gezinsleden' ook slaat op oma's en "minderjarige gehuwde kinderen" (sic) van de reeds geïmmigreerden. 'Ongelukkige misverstanden' kunnen het gevolg zijn van deze begripsverwarring.
Premier Rutte had de motie als 'onnodig' gekwalificeerd. Volkomen terecht, temeer daar in het feitelijke beleid, zoals ook in het regeerakkoord tot uitdrukking komt, het kabinet zich voorbeeldig houdt aan Bolkesteins oproep aan de politiek om 'ons' alleen te richten op 'gedrag' en niet op ideologie.
Des te pijnlijker dat de voltallige fracties van de coalitiepartijen de motie steunden.
Cordon sanitaire of nobele doelstelling?
Per saldo werkt de uitspraak in de praktijk uit als onderdeel van de idologische strijd. Ten gunste van het mohammedanisme. En hier hebben we het dus over een officiële uitspraak van de Tweede Kamer! Terecht sprak Bolkestein zich op die bijeenkomst in Antwerpen dan ook in zeer scherpe bewoordingen tegen uit.
Hoewel het me soms moeite kost, geloof ik nog steeds dat Tweede Kamerleden die bijvoorbeeld voor zoiets als de motie Halsema stemden niet de bewuste intentie hadden en hebben om de mohammedaanse ideologie en/of de "fundamentalistische predikers en mohammedaanse politici met dubbele agenda" een steuntje in de rug te geven. Ik denk dat er eigenlijk twee pathologisch met elkaar verstrengelde wensen achter zitten.
Op de eerste plaats het maken van een lange neus naar de PVV, of misschien beter gezegd: naar de karikatuur die men daarvan maakt volgens het aloude stroman-recept. Een aparte variant op de strategieën van cordon sanitaire en van demonisering. dat de verdraaiingen van de woorden van Wilders meer doen voor het aanjagen van angst dan die uitspraken zelf
Op de tweede plaats de nobele, of toch in ieder geval nobeler, doelstelling om halve of hele Nederlanders, die zichzelf moslim noemen en zich ongemakkelijk of ongelukkig voelen door de kritiek op het mohammedanisme, gerust te stellen.
Ze bestaan echt die mensen, en er is niets mis met de wens hen gerust te willen stellen. Er is wel iets mis wanneer men zich daarbij totaal niet afvraagt waar die gevoelens van ongemak of ongeluk eigenlijk vandaan komen.
Misschien doet de PVV nog te weinig aan dat geruststellen, ik weet het niet. Ik weet wel vrij zeker dat de verdraaiingen van de woorden van Geert Wilders meer doen voor het aanjagen van die angst dan de uitspraken van Wilders zelf.
En nog belangrijker: vraagt men zich wel eens af wat de uitwerking van het in algemene, generaliserende termen in bescherming nemen van de mohammedaanse ideologie is, juist op die 'kleine minderheid van extremisten', de mannen met lange baarden en plannen voor de lange termijn?
De noodzaak en wenselijkheid van ideologische strijd
In mijn eigen bijdrage aan de eerdergenoemde bundel De islam. Kritische essays over een politieke religie, verwees ik naar Clausewitz, vanwege de beroemdheid van 's mans stelling dat “oorlog de voortzetting is van politiek met andere middelen”.
Mijn eigen stelling is een variant erop: Wie weigert politiek en ideologisch de strijd aan te gaan met een vijandig gedachtegoed, verhoogt de kans op (burger)oorlog
En dat meen ik uit de grond van mijn hart. Ik zie echter dat aan de ene kant de islamcritici zich steeds verder verdiepen in de materie terwijl men aan de overkant de mohammedaanse ideologie buiten schot houdt door de mensen die zichzelf moslim noemen, in het schootsveld te plaatsen.
In de televisie uitzending die de aanleiding was om met dit stuk te beginnen sprak de heer Bolkestein openlijk uit dat hij de koran 'niet van kaft tot kaft' gelezen had. Uit de mond van de politicus die volgens velen de problematische aspecten van de mohammedaanse ideologie in Nederland op de de politieke agenda zette, vond ik dat schokkend.
Het opvolgen van zijn advies om niet naar ideologie te kijken maar alleen naar gedrag van individuen en bedenkelijke of criminele organisaties betekent dat de mensen die de mohammedaanse ideologie als een ernstige bedreiging zien, met de handen op de rug gebonden de strijd aangaan.
Toch is daar veel voor te zeggen, wanneer dat advies tenminste alleen toegepast wordt op de uitvoerende en de wetgevende macht: zie mijn punt 3) aan het begin van dit stuk.
Bolkesteins advies opvatten als advies aan iedereen om te zwijgen over de vijandigheid van de mohammedaanse ideologie tegen vrouwen, vrijheid en vooruitgang, staat echter gelijk aan het vieren van lafheid als deugd. Aan een suïcidale vorm van cultuurrelativisme.
Wanneer we daarmee instemmen kunnen we net zo goed alvast maar beginnen met het afdragen van de jizya aan de georganiseerde mohammedanen om ons te beschermen tegen mohammedaans geweld.
Of we kunnen juist in een tijdvak waarin het overal in de Arabische wereld en in Iran broeit en de bevolking bloedt, ons inschepen op een vloot naar Gaza, om daar, onder het mom van hulpverlening aan de bewoners van die landstrook met de snelstgroeiende bevolking van de wereld, de Israëlische strijdkrachten te gaan provoceren.
Daarmee wordt gedoeld op (1) de noodzaak de fundamentalistische predikers en mohammedaanse politici met dubbele agenda genadeloos het vuur aan de schenen te leggen, om zo hun gezag bij de mensen die zichzelf moslim noemen te ondermijnen. Daarmee wordt ook gedoeld op (2) het bestrijden van het wij-zij-denken dat besloten ligt in het venijnige oemmaconcept.
Het slaat ook op (3) de noodzaak om díe maatschappelijke problemen die hooguit zijdelings verband houden met de mohammedaanse ideologie, aan te pakken, los van de strijd tegen die ideologie. Of het nu gaat om wangedrag van jongens, de kwestie van de halve nationaliteit, immigratie van analfabeten, het vermoorden en verminken van vrouwen en meisjes enzovoorts: op geen van deze terreinen is het nodig of wenselijk beleid te ontwikkelen dat specifiek gericht is op mohammedanen. Dat beleid op deze terreinen in de praktijk wel relatief veel mensen met mohammedaanse achtergrond aangaat, is een andere zaak. De noodzaak van ideologische strijd tegen die politieke religie is weer een andere kwestie.
Reacties
# 1
Alf Jans:
Ondanks de voortdurende pogingen van de politiek correcten (het spectrum loopt van Maurits Berger tot Mathijs van Nieuwkerk)om het mohammedanisme (Muhammadanism)als best een geloof zoals elk andere te verkopen, bespeur ik toch dat steeds meer mensen uit the general public wel degelijk op de hoogte beginnen te raken van de leer van deze godsdienst annex veroveringsideologie. Mensen uit het algemene publiek hebben geen academische seminars met duurbetaalde sprekers als Bolkestijn meer nodig om op de hoogte te geraken.
28-feb 2011 , 01:04
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.