Naam:  Wachtwoord:   Ingelogd blijven? Wachtwoord kwijt? (Waarom) Registreren
 
          
                         
Dit is het archief van Islamofobie.nl
Sinds juli 2014 verschijnen hier geen nieuwe stukken meer. De artikelen worden *) heringedeeld in acht categorieën: zie de knoppen links. Met uitzondering van de categorie 'Islam(itische ideologie)' is de indeling nu niet meer naar thema, maar naar aard van de stukken. Vier jaar lang lag het hoofdaccent op het voeren van de noodzakelijke ideologische strijd: zie het motto hierboven. In de komende jaren zal ik (initiatiefnemer en belangrijkste leverancier van teksten voor islamofobie.nl) me meer richten op de noodzakelijke politieke strijd. In termen van deze indeling: veel meer nadruk op Voorstellen, Politieke organisatie en iets meer op Opinie. LEES VERDER »
 
 
De Europese grondwet en de crisis

Onze regering doet alsof zij de economische crisis kan beheersen omdat het deel van de bevolking dat voor zijn bestaan van de overheid afhankelijk is geworden [noot 1] dat nu eenmaal van haar verwacht.
In werkelijkheid beheerst zij niets of heel weinig. Zij doet alleen maar alsof. Nog steeds menen de meeste mensen dat als de ABN AMRO en de ING konden worden gered, andere bedrijven met net zo veel arbeidsplaatsen zeker ook voor overheidshulp in aanmerking komen. Onzin, maar het wordt niet of niet duidelijk genoeg weersproken door de regering.
»
Zoals in het Romeinse rijk aan het einde van de Republiek corrupte politici hun cliënten tevreden moesten houden, zo moet ook onze regering de mensen die van overheidsuitkeringen en subsidies afhankelijk zijn, perspectief blijven bieden om in het zadel te kunnen blijven [2].
De samenleving is daar niet bij gebaat, de crisis wordt er niet mee verholpen. We zullen allemaal de handen uit de mouwen moeten steken en dan nog: de crisis kan alleen met wereldmaatregelen worden bestreden. Wat landen afzonderlijk kunnen doen is heel beperkt: die kunnen zorgen dat hun betalingsbalans op orde blijft en dat hun economie in de pas blijft lopen met de rest van de Eurozone, om het voortbestaan van de munt niet in gevaar te brengen. Voor het overige zou alleen een Europees plan op de schaal van de Amerikaanse maatregelen soelaas kunnen bieden tegen de geldcrisis.

Toch is een crisis een ongezochte gelegenheid om noodzakelijke maatregelen door te voeren, maatregelen die alleen onder druk van zulke ongewone omstandigheden voldoende draagvak lijken te hebben. De regering geeft zelf onvoldoende blijk van inzicht en overtuiging om de bevolking mee te kunnen krijgen. Het onhandige geschutter van Rutte over de hulp aan Griekenland is representatief in dit opzicht. Het gaat niet om maatregelen die Griekenland zouden kunnen rededen of die de crisis zouden kunnen bezweren voor de komen de drie maanden, maar om maatregelen die een toekomstig herstel zouden kunnen bevorderen.

Om te beginnen heeft de overheid het volk en haar media onvoldoende uitgelegd waarom de systeembanken een aparte categorie bedrijven vormen. Iedere overheid heeft een bijzondere verantwoordelijkheid voor het in stand houden van de systeembanken op haar grondgebied. Zonder systeembanken geen geldcirculatie en zonder geldcirculatie geen wereldeconomie [3].

De deflatie die een gevolg is van het stokken van de geldcirculatie hoort gecompenseerd te worden door een vergroting van de geldhoeveelheid, die vervolgens meteen weer hoort te krimpen wanneer als gevolg van een hernieuwde groei de circulatie weer op gang komt. Die fine tuning kan Nederland niet in haar eentje en een zinnige taak voor De Jager en Rutte zou het nu zijn om de andere landen in Europa te overtuigen van de noodzaak van samenwerking op dit punt, onder leiding van de bank in Frankfurt..

Hier wreekt zich dat de Nederlandse regering net als de andere Europagezinde krachten de laatste jaren haar energie besteed heeft aan het tot stand brengen van een grondwettelijk verdrag dat, zelfs als het in zijn oorspronkelijke vorm geratificeerd zou zijn, de instrumenten niet had geboden voor een adequate reactie op deze crisis.

Europa zou, in plaats van zich bezig te houden met staatkundige problemen van twee eeuwen geleden, de prioriteiten moeten bepalen van de problemen waarmee het vandaag van doen heeft. Dat is niet alleen de bankencrisis en haar economische gevolgen, maar dat zijn ook de energiecrisis, de wereldwijde milieuproblematiek, de overbevolking en de problemen in de derde wereld, die weer oorzaak zijn van de immigratie uit die landen hier naar toe.

De organisatie van de Unie zou behoren te worden aangepast aan de uitkomst van die analyse. Die zou met grote waarschijnlijkheid opleveren dat niet alle problemen voor de zeven en twintig lidstaten op dezelfde wijze urgent zijn en dat het daarom weinig zin heeft die leden allemaal op dezelfde wijze overal bij te betrekken. Dat betekent dat een federale of confederale opzet zou moeten worden losgelaten. Dat is geen anti-Europa standpunt. Of men het nu Europa noemt, de Europese Unie of de Europese Gemeenschap, that which we call a rose by any other name would smell as sweet. Europa blijft Europa, dat is niet afhankelijk van de manier waarop men de samenwerking tussen de Europese landen organiseert. Maar een Europese federatie helpt nu eenmaal niet, dat is intussen wel gebleken.

Er zijn ad hoc organisaties nodig, die per probleem worden opgezet en met wisselende deelname door de lidstaten en kandidaat lidstaten. Voor een aantal problemen zijn een groep van kernlanden nodig en kunnen anderen zich aansluiten al naargelang zij het betrokken probleem als dringend gaan ervaren. Andere problemen hebben alleen lokale betekenis.

Het redden van de Euro, bijvoorbeeld, is een kwestie van de Zes, de Scandinavische landen en Oostenrijk. Zwitserland, dat geen lid is maar wel een potentieel lid, heeft er meer belang bij dan Griekenland en zou er ook meer aan bij kunnen dragen. Voor de energieproblemen die op ons afkomen zou men naast de Zes ook Groot Brittannië en de Iberische landen nodig hebben. De relatie met Rusland is in de eerste plaats een initiatief voor de voormalige Oostblok landen die daarvoor steun moeten krijgen bij de rest van de EU. Het immigratieprobleem gaat in hoofdzaak de rijkste landen aan die de beste sociale voorzieningen hebben en daarnaast de landen die als poorten van Europa fungeren. Het probleem van de milieuverontreiniging in de Middellandse Zee heeft met Nederland niet van doen en de Rijnproblematiek is van geen belang voor Italië of Spanje.

In wezen functioneert Europa al langs deze lijnen maar te veel energie en tijd gaat zitten in een structuur die voor achttiende eeuw geschikt zou zijn geweest maar nu niet langer houdbaar is De Verenigde Staten van Europa zijn geen wenselijk en bereikbaar toekomstbeeld. Het najagen van dat doel staat in de weg aan het nemen van praktische maatregelen die wel bereikbaar en bovendien hard nodig zijn.

Veel tijd en emotie is de afgelopen jaren besteed aan de niet erg zinnige vraag of men voor of tegen Europa moet wezen. Terecht vond voormalig staatssecretaris Timmermans dat een onjuiste probleemstelling. Je woont in Europa, je kunt er niet tegen zijn. De vraag kan alleen zijn is het nieuwe grondwettelijke verdrag een goede stap op weg naar de oplossing van de problemen die we hier gezamenlijk hebben. Dat is het niet. Laurens Jan Brinkhorst, die vurig meende van wel, leeft op een wolk. Hij heeft geen idee van de ernst van de problemen die op ons af komen als hij meent dat die kunnen worden opgelost door een circus zonder legitimiteit of werkelijke macht dat pendelt tussen Straatsburg en Brussel, of door een minister van buitenlandse zaken van de EU die zijn instructies uit zeven en twintig hoofdsteden moet gaan halen. We leven op de rand van een vulkaan, maar mensen als Brinkhorst menen nog steeds dat het de democratisering van de Brusselse besluitvorming is, waar we onze tijd aan horen te besteden. Dat is tragisch.

[1] Karl Marx noemde dit deel van de bevolking het Lumpenproletariat in ‘Der 18te Brumaire des Louis Napoleon’, een tijdschriftartikel gepubliceerd in Der Revolution. Hij beschouwde het als een bedreiging voor de samenleving. Marcel van Dam noemt het de Onrendabelen.

[2] Dat in dit opzicht niets verandert wanneer er een andere regering optreedt met een rechtse signatuur wijst erop dat men er goed aan doet de begrippen overheid en regering goed uit elkaar te houden. De overheid is sinds de zestiger jaren links, maar in de Tweede Kamer waarop het volk meer invloed heeft is de meerderheid meestal rechts. Commentatoren als Hannes Minkema zijn daar blind voor. Zie het commentaar bij links speelt vals op deze site (27/7/11).

[3] Zie de artikelen over de Geldcrisis, Geld en Banken op het weblog van Toon zelf ( 22 april 2010 ,4 oktober 2009, 9 mei 2009)  
Stond vrijdag al op het weblog van Toon zelf

Toon Kasdorp,  30-07-2011          

Reacties
# 1
Ron:

Ik ben benieuwd naar het vertoog over de Oostenrijkse school, eerder aangekondigd.

30-jul 2011 ,  01:22
# 2
Frans Groenendijk:

Daar ben ik nog wel even zoet mee Ron, maar het komt.

30-jul 2011 ,  01:51
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.