De hypotheekrenteaftrek
De hypotheekrenteaftrek, die in Nederland nog wel bestaat en in een aantal landen om ons heen niet meer, heeft een substantiële invloed op de opbrengst van de inkomsten- en loonbelasting. De fiscale aftrek stelt de huizenbezitter in staat om meer rente en aflossing te betalen dan anders het geval zou zijn. De aftrekmogelijkheid verhoogt langs die weg het totaal van de nationale hypotheekschuld, wat gevaarlijke gevolgen heeft. De interest is de laatste jaren historisch laag geweest. Een verhoging van de interestvoet zou nu veel mensen in moeilijkheden brengen en ook om die reden is het verstandig om de aantrekkelijkheid van hypothecaire leningen te verminderen.
» Sheila Sitalsing, die ooit economisch redacteur van de Volkskrant was, heeft een studie gemaakt van de historie van de hypotheekaftrek. Zij brengt daar op 14/12/11 verslag van uit in de column die Nicolaas Pierson was liberaal, dat is waar, maar vooruitstrevender dan Pierson kon je in zijn dagen niet wezenzij behouden heeft bij haar oude werkgever. Zij is tot de conclusie gekomen dat de aftrek is uitgevonden door Nicolaas Pierson, een liberale Minister van Financiën uit de negentiende eeuw, die als eerste in Nederland een inkomstenbelasting heeft ingevoerd. Zij meent dat hij daarbij kennelijk de rijken wilde sparen. De hypotheekaftrek ziet zij namelijk als een manier van de rijksoverheid om de beter bedeelden in de samenleving te subsidiëren.
Nicolaas Pierson was liberaal, dat is waar, maar in een tijd dat er nog geen socialisten in de Kamer zaten. Veel vooruitstrevender dan Pierson kon je in zijn dagen niet wezen. De belasting op inkomens heeft hij wel ingevoerd maar niet uitgevonden. Die heeft hij overgenomen uit Engeland. Dat leek hem een goed idee omdat het een belasting was die naar draagkracht werd geheven, d.w.z. dat mensen er meer aan meebetaalden naarmate ze daar beter toe in staat waren. De belasting die Pierson introduceerde was een gemeentelijke belasting, Er is geen twijfel over dat rijke mensen onder de wet Vermeend beter af zijn dan 65 jaar geledengeen rijksbelasting en ze diende om een aantal eerdere gemeentelijke belastingen te vervangen die veel onrechtvaardiger uitpakten. Maar in rijke gemeenten bleken de tarieven van de belasting een stuk lager dan in de armere gemeenten, wat ook weer niet helemaal rechtvaardig leek. In 1914 is zij daarom vervangen door een rijksinkomstenbelasting met voor het hele land dezelfde tarieven. In 1941 kwam daarvoor in de plaats een Duitse inkomstenbelasting, met veel hogere tarieven die mede om die reden in een aantal opzichten beter, d.w.z. meer naar draagkracht werd geheven dan de eerdere Nederlandse belasting. In 1964 is het Duitse Besluit vervangen door een Nederlandse wet van dezelfde inhoud, die op haar beurt in 2001 weer is vervangen door de tegenwoordige wet. die wel grote veranderingen heeft gebracht.
Een inkomstenbelasting wordt niet geheven aan de hand van het bruto-inkomen, maar van het z.g. belastbaar inkomen. Dat is het bruto-inkomen nadat er een paar correcties op zijn aangebracht. Die correcties waren vroeger ingrijpender dan tegenwoordig, beter afgestemd met name op de draagkracht van de betrokkene. De correctieposten werden toen verdeeld in vier categorieën, de aftrekbare kosten, de buitengewone lasten, de persoonlijke verplichtingen en de aftrekbare giften.
Het is vooral de PvdA staatssecretaris Willem Vermeend geweest die met het oog op de uitvoerbaarheid en de gestegen welvaart een aantal van die oorspronkelijke rechtvaardigheidscorrecties uit de wet heeft gehaald. De inkomstenbelasting wordt tegenwoordig veel minder naar draagkracht geheven dan in de tweede wereldoorlog, maar daar staat tegenover dat de tarieven nu lager zijn. Er is geen twijfel over dat rijke mensen onder de wet Vermeend beter af zijn dan 65 jaar geleden. De lage tarieven grijpen, statistisch gesproken, harder door naarmate vermogen en inkomen hoger zijn, terwijl de correcties die vroeger met het oog op de draagkracht werden gemaakt vooral van belang waren voor de middeninkomens. Binnen de middeninkomens weer vooral voor de mensen die het alleen van hun persoonlijke verdienvermogen moesten hebben.
Wanneer iemand ziektekosten had onder het Besluit en de Wet IB 1964 werd hij geacht minder draagkracht te hebben dan een gezond mens: ziektekosten waren daarom aftrekbaar, behalve als ze zo laag waren dat ze verwaarloosbaar werden. Ook alimentatie-uitkeringen en rentebetalingen waren aftrekbaar ondermeer omdat ze bij de ontvangende partij weer belast werden. Renteaftrek gold voor alle soorten rente en niet alleen voor de hypotheekrente. Maar omdat hypotheekrente zo nauw verbonden was met de ontvangen huur of met de bijtelling voor het eigen huis, werd deze aftrek niet als persoonlijke verplichting beschouwd maar als onderdeel van de aftrekbare kosten voor het huis.
Toen de algemene renteaftrek als persoonlijke verplichting werd afgeschaft bleef de hypotheekrenteaftrek gespaard, omdat ook de belasting op de opbrengst van huizen overeind bleef. Het leek niet redelijk dat een huiseigenaar die het zonder hypotheek kon stellen beter behandeld werd dan iemand die moest lenen om een huis te kunnen kopen. En inderdaad, in plaats van de hypotheekrenteaftrek af te schaffen zou men ook de jaarlijkse bijtelling voor het eigen huis kunnen verhogen. Nu we toch via de Onroerendezaakbelasting een overzicht hebben over de waarde van het totale huizenbezit in Nederland was het een kleine moeite geweest om de ridicuul lage bijtelling te vervangen door een commerciële huurwaarde die als het goed zou zijn zo uit de OZB waarde zou zijn af te leiden.
Ook de mensen die ten onrechte in gesubsidieerde huurwoningen wonen zouden dan in de heffing kunnen worden betrokken. Wie in een gesubsidieerde woning woont ook als hij qua inkomen daar niet meer voor in aanmerking komt zou kunnen worden belast voor de commerciële huurwaarde van het huis waar hij in woont, terwijl hij de huur die hij werkelijk betaalt op dat bedrag in aftrek zou kunnen brengen. Dat zou een onrechtvaardig gevolg van het overheidsingrijpen in de woningmarkt repareren op een manier die met de bestaande ICT mogelijkheden zonder veel moeite is door te voeren.
In werkelijkheid is de hypotheekrenteaftrek natuurlijk helemaal geen subsidie van de overheid. Het is een draagkrachtcorrectie, die alleen voor de meeste mensen niet meer zo zichtbaar is. Zou men een flat tax invoeren dan zou de hele discussie meteen veel helderder worden.Dat de aftrek een overheidssubsidie is, is iets wat economen beweren die het recht negeren en die gewend zijn om boekhoudkundig te denken Dan hadden de mensen niet een relatief groter voordeel meer naarmate hun inkomen hoger was. Dan was voor iedereen duidelijk dat het geen kwestie is van iets dat je van de overheid krijgt maar dat je minder aan de overheid afdraagt. Bij een flat tax is dat voor iedereen hetzelfde percentage, terwijl de tarieven nu progressief zijn: wie meer verdient betaalt een hoger percentage. Een draagkrachtcorrectie brengt iemand in een lager belastbaar inkomen en dus ook in een lager tarief, precies zoals de bedoeling was.
Dat de aftrek een overheidssubsidie is, is iets wat economen beweren die het recht negeren en die gewend zijn om boekhoudkundig te denken. Gezien vanuit de overheidsboekhouding maakt het inderdaad geen verschil of de fiscus meer belasting kan heffen doordat er minder renteaftrek is of dat de belastingtarieven worden verhoogd. Maar voor een redelijke verdeling van de belasting over de inwoners van Nederland maakt het wel degelijk verschil.
Beziet men het vanuit het standpunt van de belastingbetaler dan is degene die rijke ouders heeft die hem zijn huis cadeau doen fiscaal een stuk beter af dan wie voor zijn huis moet werken. verhoging van die bijtelling zou in alle opzichten rechtvaardiger zijnZo iemand moet het huis financieren met een hypotheek. Die moet maandelijks rente en aflossing betalen, wat het kind van rijke ouders niet hoeft en beiden krijgen dezelfde fiscale bijtelling die in verhouding tot de hypotheekkosten te verwaarlozen is.
Een verhoging van die bijtelling zou in alle opzichten rechtvaardiger zijn, maar Sitalsing en alle andere progressieve voorstanders van de hypotheekrenteaftrek durven daar om mij onbekende redenen niet aan.
Verscheen ook op het eigen weblog van Toon
Reacties
Er is nog niet gereageerd op dit stuk
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.