De oemma
Wie een paar minuten neemt om Van Dale en Wikipedia (in het Engels en Nederlands) te bekijken, wordt het meteen duidelijk dat aan het begrip oemma [1] heel uiteenlopende betekenissen worden toegeschreven. Het begrip wordt het meest gebruikt voor ‘alle mohammedanen wereldwijd’, maar daarnaast ook voor ‘alle mohammedanen die niet in landen wonen met mohammedaanse meerderheid’, ‘alle mohammedanen plus christenen en joden in een land’, ‘de Arabische wereld’, ‘alle mohammedanen in landen met mohammedaanse meerderheid’ en voor ‘het stréven naar wereldwijde samenwerking van mohammedanen’. In haar boek Secular Jinnah, Monir’s Big Hoax Exposed definieert Saleena Karim de oemma zelfs als iedereen in een land die zich niet actief verzet tegen het (mohammedaanse) bewind. Geen van de hier genoemde definities maakt duidelijk waarom dat begrip zo'n sinistere bijsmaak heeft. Een tweetal anekdotes uit mijn eigen onderwijspraktijk geven al een hint.
» Begin 2008 was er volgens de Nederlandse regering sprake van een crisis. Die crisis werd veroorzaakt door de aankondiging van Geert Wilders dat hij een film ging maken over de Koran. Toen Wilders net zijn film had aangekondigd werd er op NederMarokkaanse fora opgeroepen tot een protestdemonstratie in Amsterdam. In een klas met MBO-cursisten ving ik daar iets over op. Een vriendelijke, serieus studerende cursist van Marokkaanse afkomst betrok mij ook in het gesprek.Een medialeugentje dus Zijn wat minder vriendelijke medecursisten klonken een beetje, laten we maar zeggen, overassertief bij de beschrijving van hun plan om naar Amsterdam te gaan voor de demonstratie. “O, jullie willen laten zien dat Wilders gelijk heeft?” concludeerde ik. Toch niet helemaal. Een in Suriname geboren medecursist wees de jongens erop dat de docent ‘eigenlijk gelijk had’ en de verontwaardiging ebde weg. Uiteindelijk ging de hele demonstratie niet door en enige tijd later werd in verschillende media gemeld dat het nieuws dat er een anti-Wilders demonstratie zou worden gehouden, een praatje was geweest van ‘rechts-extremisten’ om de moslimjongeren in diskrediet te brengen. Een medialeugentje dus.
Kan een mullah met een zwaard zwaaien?
Een paar weken later ging het gerucht dat previews van de-film-van-Wilders al te zien waren op youtube. Een nog gezelliger, cursist met Turkse achtergrond, liet aan een cursist met Griekse achtergrond zien waarop zijn verontrusting gebaseerd was: hij liet de videoclips op youtube.com zien van de film What the West Needs to Know, die kort daarvoor verschenen waren met Nederlandse ondertiteling [2]. Waar hij zich misschien wel het meest boos over maakte was de scène met een Iraanse mullah [3] tijdens diens vrijdagse tirade tegen Israël. Om de haatboodschap die hij van achter het spreekgestoelte de moskee in slingerde te onderstrepen, trok die mullah van onder zijn mantel een zwaard te voorschijn en begon daar wild mee rond te zwaaien. “Dat kan een imam helemaal niet doen”. Droogjes merkte de Griekse jongeman op dat hij het zo te zien toch wel kon. Ik maakte de cursist duidelijk dat ik er blij mee was dat hij een andere opvatting had over het geloof dan die mullah. In het erop volgende gesprek probeerde ik hem vooral duidelijk te maken wat de betekenis is van het Nederlandse spreekwoord ‘wie de schoen past, trekke hem aan’ en we kwamen ook op de voor hem nauwelijks te bevatten mate van mijn ongeloof. Uiteindelijk viel hij terug op zijn laatste ‘verdedigingslinie’: meer dan een miljard mensen konden het toch niet verkeerd hebben?jongeren die meewerken met de politie kunnen respect verliezen van ‘Marokkaanse vrienden’ Terwijl ik probeerde daarbij niet al te triomfantelijk over te komen, wees ik hem erop dat hij kort daarvoor had duidelijk gemaakt dat het geloof van zijn ouders toch onvergelijkbaar was met dat van de zwaardzwaaiende mullah. Nu ging hij dat weer tegenspreken: ze hadden wél hetzelfde geloof maar hij wilde nu het gesprek liever beëindigen. Deze aardige jongeman die weinig of niets van de inhoud van de Koran wist, omdat hij hem naar eigen zeggen wel ‘gelezen’ had maar niet in een taal die hij machtig was, kwam door zijn integriteit in de problemen nu hij geconfronteerd werd met de oemmakwestie. In wezen de vraag met wie men zich allemaal verbonden voelt of beter gezegd: de vraag met wie men zich allemaal verbonden verklaart.
Verkeerde vrienden
Wanneer het oemmavraagstuk zich in deze vorm voordoet is het nog niet zo heel erg sinister. Dat is al wat meer het geval bij een kwestie die zich afspeelde in een van de ‘prachtwijken’ van Utrecht en die ik jaren geleden al eens beschreef op mijn toenmalige weblog. Destijds vond ik de gebeurtenissen echt schokkend. Nu verbaast dit soort zaken me niet meer. Maar nog steeds vind ik dit een van de meest heldere illustraties van hoe door en door fout de opstelling is van sommige ‘medelanders’. Bij de jaarwisseling 2001/2002 werkte de Utrechtse politie in de wijk Kanaleneiland nauw samen met een groep jongeren van Marokkaanse afkomst om ongeregeldheden te voorkomen [4]. En met bemoedigend resultaat. Meneer Mohammed Elyousfi, voorzitter van een Marokkaans platform in deze wijk, die op dat moment de meest criminele van Nederland was, maakte zich daar -zelfs achteraf- nog zorgen over: jongeren die meewerken met de politie zouden het respect kunnen verliezen van ‘Marokkaanse vrienden’. De verbondenheid tussen criminele en niet-criminele Marokkaanse jongeren stelde deze man dus boven de verbondenheid van fatsoenlijke mensen in Nederland los van hun afkomst. Strikt genomen is overigens de door Elyousfi bedoelde groep niet helemaal vergelijkbaar met de oemma: de man had het immers niet over mohammedanen maar over Marokkanen. Het rigide wij-zij-denken is echter zeer wel te vergelijken met die aspecten van het oemmadenken die voor veel mensen zo verontrustend zijn.
Misdaad tegen de menselijkheid?
Min of meer hetzelfde geldt voor uitspraken, door een opmerkelijk toeval zeer kort na elkaar, van de Turkse premier Erdogan en de Marokkaanse onderminister Ameur, beiden gericht tegen integratie van Turken en Marokkanen in Europese landen. Erdogan deed zijn opmerkelijke uitlatingen op 10 februari 2008 tijdens een toespraak in Keulen op een bijeenkomst georganiseerd door Milli Görüs. Hij sprak er voor een gehoor van vele duizenden mensen van Turkse afkomst die nu in Duitsland, België of Nederland wonen. Hoewel zijn uitspraken van niet te overschatten betekenis waren voor de positie van de immigranten uit Turkije hadden de organisatoren niet voor een Duitse vertaling van zijn toespraak gezorgd.
Ongeveer een week voor zijn bezoek had een brand in Ludwigshafen het leven gekost aan negen mensen van Turkse afkomst. Brandweermensenassimilatie als misdaad tegen de menselijkheid die hielpen bij de opruimwerkzaamheden werden aangevallen en bespuugd door Turken, die hen verweten te laat ter plekke te zijn gekomen [5]. Vanwege geruchten dat de brand was aangestoken door mensen met racistisch motief riep Erdogan op tot een diepgaand onderzoek. Op zichzelf geen vreemde oproep: een aantal jaren eerder was er in de nabije omgeving inderdaad een aanslag door brandstichting geweest. Het is moeilijk na te gaan wat Erdogan hierover precies zei. We weten wel meer over de rest van de inhoud van Erdogan’s toespraak. Daarin riep hij op tot het stichten van Turkse scholen en universiteiten in Duitsland. Turkse emigranten werd opgeroepen Duits te leren maar ook beslist Turks te blijven spreken. Echt verbijsterend was zijn uitspraak dat assimilatie een misdaad tegen de menselijkheid zou zijn. Een vergelijkbare uitspraak uit de mond van een Nederlandse premier tegenover Nederlanders die naar Canada zijn geëmigreerd, zou iedereen doen twijfelen aan diens geestelijke gezondheid. Echt schokkend wordt de uitlating wanneer men zich realiseert dat dit de premier betreft van een land waar pas de laatste jaren de onderdrukking van de Koerdische taal en cultuur wat vermindert en waar het spreken over de genocidale deportaties van Armeniërs en Assyriërs in de Eerste Wereldoorlog je in de gevangenis kan doen belanden op basis van een wet ter bescherming van de Turksheid of, zoals de integere journalist Hrant Dink overkwam, je het leven kan kosten. Je moet maar durven.
In de Marokkaanse krant Aujourd’hui Le Maroc van 13 februari 2008 liet de onderminister van Marokkanen In Het Buitenland weten dat het belangrijk was dat veel meer kinderen van Marokkaanse afkomst de Arabische taal zouden leren. Ameur is onderminister in een land dat mensen verbiedt Je moet maar durvenafstand te doen van hun Marokkaanse nationaliteit. In een land waar in de wet is opgenomen dat alleen wie mohammedaan is burger van het land kan worden. Een land dat met de hulp van Nederlandse ambtenaren Nederlandse burgers van Marokkaanse afkomst oplegt hoe ze hun kinderen mogen noemen. Ameur was van mening dat kinderen met Marokkaanse ouders of grootouders Arabisch moeten leren. Arabisch, een taal die veel van die ouders en grootouders zelf niet goed beheersen omdat ze een eigen taal hebben: Berbers. Je moet maar durven.
Vraagt u mij de democratie te omarmen?
Sinisterder wordt het wanneer het idee van een oemma vermengd raakt met ideeën over het zogenaamde kalifaat. Wereldwijd zijn er verschillende groepen die ijveren voor zo’n mohammedaans rijk onder absolute heerschappij van één man. Voor een deel van deze groepen is het doel dat alle landen met een mohammedaanse meerderheid verenigd worden tot één rijk, voor anderen is het ook de bedoeling dat dit rijk zich uitbreidt over de gehele wereld. Wat ze gemeen hebben is hun principiële afwijzing van democratie en daarmee hun volslagen onverenigbaarheid met de westerse samenleving.
Een organisatie als Hizb-ut-Tahrir (HUT) is in veel westerse landen dan ook verboden. In Nederland niet, in de zomer van 2011 verzorgde de Nederlandse afdeling dan ook een bijeenkomst met internationale allure. Met eigen ogen heb ik kunnen waarnemen dat een groot deel van de auto's die bezoekers brachten, Nederland heeft een flinke terreuraanslag nodigDuitse nummerborden hadden. De Nederlandse afdeling wordt wel in de gaten gehouden door de AIVD. De HUT is in Nederland bekend geworden door een drietal activiteiten: een op grote schaal verspreid pamflet waarin het bestaan van een ‘jongerenafdeling’ bekend werd gemaakt en waarin opgeroepen werd iets te doen ‘tegen het lasteren van islam’, een interview met de leider van de Nederlandse afdeling Okay Pala in de Telegraaf -waarin deze meneer onder andere liet weten dat Nederland een flinke terreuraanslag nodig heeft- en een online petitie, eveneens ‘tegen het lasteren van islam’.
Een woedende lezer van het Telegraaf-artikel knipte de twee meest schokkende alinea’s eruit en stuurde ze op aan een groot aantal PvdA-raadsleden met buitenlands klinkende namen. In reactie daarop stuurde een vrouwelijk PvdA-raadslid uit de Rotterdamse deelgemeenteraad van Charleroi hem een scheldbrief. In verschillende media werd aanvankelijk gesuggereerd dat haar reactie alleszins begrijpelijk was in reactie op de ‘hate-mail’ die ze ontvangen zou hebben, hoewel deze mail alleen de haat van de Hizb-ut-Tahrir-voorman had geciteerd. De lokale PvdA toonde alle begrip voor haar opstelling totdat duidelijk werd dat ze niet alleen dezelfde dag dat ze haar scheldbrief stuurde ook de online petitie van die zelfde Hizb-ut-Tahrir meeondertekend had, maar deze ondertekening vervolgens bleef ontkennen totdat ze ín de raadsvergadering zelf met bewijsmateriaal werd geconfronteerd.
Een pijnlijke gang van zaken die de juistheid onderstreepte van de uitlatingen van Wouter Bos na onverantwoord weinig wantrouwen de gemeenteraadsverkiezingen van 2006. Bij die verkiezingen had zijn partij heel veel stemmen van ‘allochtone’ kiezers gekregen. Bos vond het enigszins verontrustend dat deze kiezers massaal op ‘allochtone’ kandidaten hadden gestemd zodat mensen, die door de betreffende afdeling niet zonder reden laag of zeer laag op de kandidatenlijst waren geplaatst, toch voor de PvdA in de gemeenteraad kwamen. Hij voorspelde problemen. Het is de vraag of hij hiermee ook het soort hysterische reacties van dit raadslid in het achterhoofd had.
Wat we vermoedelijk nooit te weten zullen komen is of deze mevrouw wel in alle opzichten het gedachtegoed van HUT onderschrijft. Vermoedelijk niet. Tot dat gedachtegoed behoort immers ook een rol voor vrouwen waar zij zich beslist niet aan houdt. En daarmee hoort deze rel ook bij uitstek in dit hoofdstuk: er blijken heel veel op het eerste gezicht ‘gematigde mohammedanen’ te zijn, ook in Nederland, die onverantwoord weinig wantrouwen vertonen naar, of zich zelfs verbonden verklaren met alles wat zich maar tooit met de term ‘islamitisch’.
Volgende week het vervolg: o.a. over Tariq Ramadan en het overspel-equivalent van hongersnood.
Noten
1) Ummah in het Arabisch en het Engels.
2) Enkele maanden later door Youtube verwijderd. De oorspronkelijke Amerikaanse versie is nog volop te bekijken via Youtube en andere kanalen.
3) Een mullah is voor de sjiieten ongeveer wat een imam is voor de soennieten.
4) Overigens is dit nog steeds de inzet van de politie daar ook na een uitbarsting van geweld tegen de politie eind 2005 en naast het samenscholingsverbod van 2007.
5) Link naar artikel in Algemeen Dagblad over deze zaak.
Deze serie begon op 8 januari 2012.
Reacties
# 1 "Wereldwijd zijn er verschillende groepen die ijveren voor zo’n mohammedaans rijk onder absolute heerschappij van één man."
Alf Jans:
"Wereldwijd zijn er verschillende groepen die ijveren voor zo’n mohammedaans rijk onder absolute heerschappij van één man."
Mij valt te binnen dat de heerschappij van deze kalief (plaatsvervanger, Der Stellvertreter in het Duits maar dat is weer een ander plaatsvervanger, besproken door Rolf Hochuth), dat de slavernij niet afgeschaft zal worden maar integendeel weer geïntroduceerd zal worden voor zover deze niet nog steeds de normaalste zaak van de wereld is getuige bijv. Mauritanië. Zie ook het geval Salwa al Mutairi, de Kuweitse parlementariër. De slavernij is een wezenlijk bestanddeel van het Mohammedanisme aangezien de grondlegger ervan bijv. de mannen van een Joodse gemeenschap (Banu Qurayza) het hoofd liet afhakken en hun vrouwen en kinderen als slaven verkocht, wat zijn oorlogskas ten goede kwam. Volgens de verschillende tafsirs is de kalief de meest aangewezen persoon om eerst de ongelovigen op te roepen tot bekering (daw'a), tot het betalen van de jizya en als laatste consequentie tot de jihad oftewel oorlog (en niet spirituele verdieping). De jihad gaat dan slaven opleveren. Enige tijd geleden stelde een Egyptische geleerde voor om de economische problemen van het land op te lossen door handel in tot slaaf gemaakte ongelovigen.
De Ummah (te vergelijken met het christelijke begrip Oikumene, de bewoonbare wereld van de Christenen.) was en zal weer zijn een wereld met slaven en eunuchen (dit laatste aangezien het plausibel is dat de kalief over een uitgebreide harim zal beschikken zoals het het geval was ten tijde van de Abbasiden en Ottomanen bijv).
Het onderwerp slavernij werd actueel tussen mijn oren nadat ik een paar dagen geleden als dagjesmens Amsterdam en zijn vele bezienswaardigheden bezocht waaronder het Slavernij monument en voor de zoveelste keer weer het Anne Frankhuis (zou Anne in de 7e eeuw geleefd hebben als lid van de joodse gemeenschappen dan zou ze net als de andere vrouwen als koopwaar zijn beschouwd).
Voor een definitie van het begrip Ummah bijv.:
http://www.thefreedictionary.com/Ummah
16-apr 2012 , 10:04
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.