Een veranderd straatbeeld
Meer respect voor mohammedaanse vrouwen... dan voor …
Voor de komst van de gastarbeiders uit Marokko en Turkije woonde er nog vrijwel geen mohammedaan in Nederland [1]. De groei van hun aantal hier, leidde aanvankelijk niet tot een grote verandering in het straatbeeld. In delen van grote steden is dat inmiddels echter dramatisch veranderd. Dat is maar voor een klein deel te danken aan de moskeeën die er verrezen, het aantal bebaarde en gejurkte mannen en de spreekwoordelijke schoteltjes.
» De verandering werd ook niet veroorzaakt doordat in eerste instantie de vrouwen van de gastarbeiders de straat niet op durfden of mochten en in latere jaren wel. Nee, het beeld is in hoofdzaak veranderd door de toename van het percentage mohammedaanse vrouwen dat het haar ging bedekken of zelfs in een soort tent is gaan rondlopen. De niqaab is een klederdracht, de boerka is de Taliban-zak over het hoofd en lichaam.
Het is zeer belangrijk om te onthouden dat deze trend een mondiaal verschijnsel is: ook in landen waar al eeuwen lang veel mohammedanen wonen, neemt het percentage vrouwen dat op een of andere manier gesluierd is, de laatste decennia toe [2].
Verder zorgt de concentratie van mohammedanen in bepaalde delen van de westerse steden daar voor een extra sterk effect. Terwijl in Nederland als geheel het aantal mohammedanen rond de 5% ligt, komt in een aantal stadswijken het percentage gesluierde vrouwen boven de 30% [3].
Die sluiering kent allerlei vormen. Dat varieert van doeken met opvallende kleuren die passen bij (andere) kledingaccessoires tot de spreekwoordelijke boerka. Regelmatig worden abuisievelijk ook niqaabs aangeduid als boerka. De niqaab is nog wel op te vatten als een klederdracht ook al zijn alleen de ogen van de vrouw in kwestie nog zichtbaar. De boerka is de Taliban-zak over het hoofd en lichaam. De vrouwen en meisjes daarin -op mannen erin wordt verderop teruggekomen- zien de buitenwereld door een stukje vitrage.
In Nederland wordt de niqaab vooral gedragen door autochtone bekeerlingen en familieleden van ambassadepersoneel van landen als Saoedi-Arabië.
Elke vrouw of meisje heeft haar eigen motief om de doek te dragen. Een aantal wordt hieronder in willekeurige volgorde opgesomd. Er zijn ook combinaties van motieven mogelijk.
- Een deel van het houvast uit de vertrouwde omgeving van het platteland van waaruit men ineens is overgeplaatst in een vreemde nieuwe wereld.
- Willen lijken op moeder of grote zus.
- Angst om aangerand, verkracht of voor hoer uitgemaakt te worden.
- Het tonen van de eigen geloofsijver tegenover Allah, Mohammed, zussen, klasgenoten, nieuwe geloofsgenoten of anderen.
- Angst voor dreigementen van vader, broers of klasgenoten.
- Zich afzetten tegen de westerse samenleving.
- Protest tegen het vanuit reclame en andere media-uitingen opgedrongen beeld van hoe vrouwen er uit ‘horen’ te zien.
- Zich afzetten tegen de meer liberale of westerse houding van de ouders.
- Puberale provocatie.
- Uitdrukken van onderdanigheid.
- Angst voor contact met de andere sekse of welbewuste stap om (eventueel tijdelijk) uit te dragen niet bezig te zijn met het zoeken naar een partner.
- Demonstreren van de groeiende aanwezigheid en invloed van het mohammedanisme.
- Bij de groep willen horen of er in ieder geval niet buiten willen vallen.
- En, een heel interessante: een soort ruilmiddel om op andere vlakken minder door anderen beperkt te worden in de bewegingsvrijheid.
- Bij de zwaarste vormen van sluiering: uitkeringsfraude [4].
Folklore of kwestie?
Tegen de achtergrond van die heel verschillende vormen van en motieven voor sluiering zou het een treurige zaak zijn De hoofddoek is een kwestie ... veel méér dan de Hindoestaanse sluiering, Hare Krishna-dracht, peniskokers of hanekammen.wanneer alle draagsters over een kam geschoren werden.
Dat er een enorme variatie bestaat in de motieven van individuele vrouwen om zich te sluieren, laat echter onverlet dat het vaker voorkomen van de sluiering wel degelijk een politiek-maatschappelijke ontwikkeling van grote betekenis is.
De hoofddoek is een kwestie en heel veel méér een kwestie dan Hindoestaanse sluiering, Hare Krishna-dracht, peniskokers of hanekammen.
Er is een omslagpunt in het percentage vrouwen dat gesluierd rondloopt. Daarboven heeft dat dragen niet langer een louter folkloristische betekenis. Meer of minder openlijk worden vrouwen in die gebieden dan ingedeeld in wel- en niet-draagsters. Voor een niet verwaarloosbaar aantal mohammedanen staat dat verschil zowel voor een onderscheid tussen een (goede) gelovige en een niet-gelovige vrouw, als voor een verschil tussen meer of minder 'kuise' vrouwen. ...opgevat als hint dat vrouwen die niet gesluierd door het leven gaan wel overlast aangedaan mag wordenDat die betekenis er niet door elke mohammedaan aan gegeven wordt, doet daar weinig aan af. Wat telt is dat een deel van de mohammedaanse mannen en jongens dat onderscheid actief hanteert. Dat is waarom de sluiering als bedreigend ervaren wordt: vooral mohammedaanse maar ook niet-mohammedaanse vrouwen worden verschillend behandeld, afhankelijk van die doeken. Niet-gesluierde vrouwen worden onbeschofter of zelfs misdadig bejegend.
Deze vaststelling is mede gebaseerd op rapportage door vrouwen die helemaal niet zo afwijzend tegenover het mohammedanisme staan. In verschillende teksten van vrouwen die zo’n ding zijn gaan dragen of dat een keertje doen, wordt als ‘voordeel’ van de sluiering genoemd dat ze ‘met meer respect’ behandeld worden. Voordeel staat tussen aanhalingstekens. En niet voor niets. Dat ‘voordeel’ voor hen kan alleen bestaan wanneer er tegelijkertijd een ‘nadeel’ is voor andere vrouwen.
Wie doet alsof het gedrag van die minderheid niets te maken heeft met het mohammedanisme, steekt zijn of haar hoofd in het zand. In de Koran zelf staat over de reden van de sluiering al “zodat haar geen overlast aangedaan wordt” (33:59) [5]. Door een deel van de mohammedanen, waaronder een aantal voormannen, wordt dit opgevat als hint dat vrouwen die niet gesluierd door het leven gaan wel overlast aangedaan mag worden [6].
Een ander effect van de mohammedaanse klederdracht is de bijdrage die dat levert aan de vorming van mohammedaanse getto’s, zoals die door bepaalde groepen en individuen actief wordt nagestreefd.
Overal waar de fanatieke aanhangers van Mohammed in het offensief zijn, vormt de positie van de vrouw een speerpunt in de strijd. Het gaat daarbij zowel om de symboolwerking, De strijd tegen de hoofddoek is geen speerpunt. Met dank aan het merendeel der westerse feministen.het zich manifesteren, als om de inhoudelijke strijd om vrouwen hun plaats te wijzen.
In een land als Nederland zien we dat terug in de opstelling van figuren als Achmed Marcouch met zijn pleidooi voor hoofddoeken als onderdeel van het 'uniform' voor een deel van de politiemensen. Uniform tussen aanhalingstekens: de uniformiteit wordt immers doorbroken.
Elders gaat het om druk op vrouwen, in vorm variërend van sociale druk tot geweld en wetgeving [7]. In landen met veel mohammedanen verzetten vrouwen zich wel. Een troef voor hen is dat de Koran wel duidelijk is over het waarom van de sluiering maar zeer onduidelijk over de vorm. Evengoed zijn er weinig aanwijzingen dat het verzet veel succes heeft. Dat is ook logisch. De strijd tegen de hoofddoek is geen speerpunt. Met dank aan het merendeel der westerse feministen.
Sommige mohammedaanse vrouwen beschouwen zelf de hoofddoek als politiek symbool. Susan Carland, getrouwd met een mohammedaan, bekeerd tot het mohammedanisme en in 2004 door de National Australia Council gekozen tot ‘Australiër van het jaar’, is daarvan een pikant voorbeeld. Zij merkte in een televisieprogramma op dat ze “helemaal genoeg heeft van alle discussies rond de hoofddoek” maar in een YouTube video, waarin ze vertelt over haar religieuze zoektocht en haar bekering, vertelt ze het heel interessant te vinden dat hun god vrouwen heeft gekozen “vlagdrager van de islam te zijn” [8].
Van de niqaabs en boerka's gaat nog een heel ander soort dreiging uit: ze kunnen gebruikt worden als mohammedaanse variant op de bivakmuts bij terreuraanslagen en andere, ‘gewone’ misdaden. In Afghanistan en Irak zijn al zelfmoordaanslagen gepleegd door personen -mannen of vrouwen- in boerka. In Groot Brittannië is een aantal verdachten van terroristische aanslagen ontsnapt in niqaab en zijn diverse berovingen gepleegd [9], [10]. Begin december 2009 werden in Somalië drie ministers vermoord middels een zelfmoordaanslag door een man die zich had verkleed als 'gesluierde' vrouw [11].
Geen solidariteit?
De belangrijkste reden waarom de doeken afschuw opwekken is nog niet genoemd: de onlosmakelijke verbondenheid ervan met de ergste vormen van haat tegen en onderdrukking van vrouwen. De afschuwelijkste uitingen daarvan vinden vooral plaats in verre landen. Zoals in Iran, waar in het voorjaar van 2008 -alleen al in Teheran- tienduizenden vrouwen werden opgepakt vanwege onvoldoende gesluierd zijn. Met heel veel geweld ging dit niet gepaard maar de intimiderende werking die er van uitgaat, is natuurlijk enorm. Nog erger is het in Afghanistan en grote delen van Pakistan. De val van de Taliban heeft enige verbetering gebracht maar men moet zich daar niet te veel van voorstellen [12].
Veel dichterbij, in de Franse banlieus, is de verbondenheid van sluiering en vrouwenonderdrukking aan de orde van de dag. In 2002 werd de 17-jarige Sohane Benziane in een vooraf geplande actie levend verbrand door een bende waarvan de leider haar ex-vriend was. Haar gedenkplaat werd later vernield [13]. In haar boek Dans l'enfer des tournantes (in de hel van de groepsverkrachtingen) beschreef Samira Bellil haar eigen ervaringen. Na verschillende keren door de zelfde bende te zijn verkracht durfde ze op aandringen van meisjes die hetzelfde lot hadden ondergaan, aangifte te doen. In reactie daarop wilden haar ouders niets meer met haar te maken hebben… De slachtoffers van deze misdrijven zijn vaak eerder al aangevallen op hun ‘te westerse’ gedrag en kleding.
De verbondenheid van mohammedaanse sluiering met de onderdrukking van tientallen miljoenen vrouwen elders in de wereld, straalt ook af op de lichtere vormen ervan. Het gebrek aan solidariteit van die vrijwillige hoofddoekdraagsters met de onderdrukte vrouwen hier en vooral elders in de wereld is teleurstellend, maar een gebrek aan solidariteit met vrouwen elders in de wereld is bepaald niet uniek voor in het Westen woonachtige mohammedaanse vrouwen en meisjes.
_____
Noten
1. Van het aantal enorme aantal mohammedanen in Indonesië was een zeer klein aantal in of na de koloniale tijd naar hier gekomen.
2. De ontwikkeling in die landen op dit gebied is een complete studie waard. Twee illustraties. Eén tamelijk willekeurige bron uit feministische hoek: http://www.womeninworldhistory.com/essay-01.html. Een in NRC 28 maart 2009 pagina 5 van het katern: Slet, christen of allebei. Over de enorme toename van de hoofddoekdracht in Egypte.
3. Een niet sterk onderbouwd cijfer. De beperkte tellingen die er voor gebruikt zijn, zijn uitgevoerd door de auteur. Overigens moet er bij worden opgemerkt dat voor het percentage gehoofddoekte vrouwen dat in een wijk woont tellingen op straat een te lage uitkomst geeft. Hevige sluiering gaat immers ook gepaard met weinig op straat komen.
4. Een sollicitatie door iemand die zo is uitgedost zal immers door vrijwel geen enkele werkgever serieus genomen worden.
5. Op het weblog Keizers & Kleren wordt daar verder op doorgegaan. link
6. De zogenaamde moefti van Australië, -Al-Hilali-, werd daar nog beroemd mee. Maar de kwestie van het lastig vallen van ófwel de mohammedaanse ófwel de niet-mohammedaanse vrouwen speelt een centrale rol in het denken over de mohammedaanse strategie door types als Jneid. URL: http://www.islamofobie.nl/index.php/blog/meer/ik_ben_een_geleerde/
7. Bijvoorbeeld in de Gaza-strook. URL http://globalvoicesonline.org/2010/09/09/palestine-for-gaza-students-no-graduation-without-hijab/
8. Bron: Kees Bakhuysen op www.hoeiboei.nl, 7 juli 2008.
9. In een artikel The Niqab and Burqa as Security Threats, geschreven in 2006 en bijgewerkt in 2008, heeft Daniel Pipes een inventarisatie gemaakt van enkele tientallen misdaden waarbij de mohammedaanse klederdracht voor vrouwen op deze wijze benut werd. Door mannen in hoofdzaak. In de meeste gevallen mohammedanen. Misschien wel meest ontluisterend, onthullend eigenlijk, was de vermomming door Maulana Abdul Aziz. Aziz was een van de hoofdmannen van de jihadistische organisatie die in de Rode Moskee in Islamabad, Pakistan, zijn jonge volgelingen opriep tot zelfmoordaanslagen, maar hij probeerde zelf aan arrestatie te ontkomen in vrouwenkleding. Zijn bierbuik verraadde hem! URL: http://www.danielpipes.org/blog/2006/11/the-niqab-and-burqa-as-security-threats.html
10. In juli 2009 werd de moordenaar van politieagente Teresa Milburn, Mustaf Jama, die was ontvlucht met behulp van een burqa, alsnog veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. In dezelfde week liet de politie van South Yorkshire drie vrouwelijke agenten de hele dag rondlopen in burqa en niqab in het kader van het ‘leren over de islam’ …
11. New York Times, 3 december 2009. URL van de bron: http://www.nytimes.com/2009/12/04/world/africa/04somalia.html?_r=1
12. Zie voor de positie van vrouwen in Pakistan ook het stukje over Mukthar Mai in het hoofdstuk De olifant in de huiskamer.
13. Volgens Wikipedia. Enig voorbehoud is hierbij dus gepast.
Dit zondagse feuilleton is gebaseerd op het boek Islamofobie? Een nuchter antwoord. De tekst is gedeeltelijk identiek met die van een twintigtal hoofdstukken daaruit, met name de hoofdstukken die beginnen met "Angst:…". De inhoud is geactualiseerd. Verder is de tekst wat ingekort. Dat was mogelijk omdat ik nu vanuit een wat andere bedoeling schrijf. Toen ik het boek aan het samenstellen was, hoopte ik dat het behulpzaam kon zijn in het debat met mensen bij wie de houding tegenover de leer van Mohammed wordt ingegeven door hun angst voor de PVV en Geert Wilders. Die hoop heb ik opgegeven. Tenslotte is het feuilleton iets beter leesbaar. Ook wat dat betreft heb ik wat bijgeleerd.
Dit is aflevering 3.
Reacties
# 1 Frans
Roos Friesland:
Frans
toen je in de uitzending van Rondom Tien - waarin ook Maurits Berger en Laurens Bakker (verbonden aan de Radboud Universiteit) aanwezig waren - zat, (april of mei 2010) werd er gepraat over het onderzoeksrapport dat Laurens Bakker in opdracht van het ministerie van justitie had verricht naar het evt. bestaan van sharia-rechtsspraak in Nederland. Ik was ook in de studio en zat naast een gehoofddoekte jonge vrouw. Ik vroeg haar vriendelijk en nieuwsgierig of ze dan geen medelijden had met de vrouwen in Iran die gestraft worden als ze géén doek dragen. Mijn jonge 'buurvrouw' werd boos op mij en gaf me een raadselachtig antwoord dat ongeveer zo luidde:
Als ik een blonde vrouw zou zijn en in Amerika zou een blonde vrouw een moord plegen... dan zou ik mijn haar toch ook niet zwart gaan verven?
Tegen deze 'logica' kon ik niet op.
22-jan 2012 , 06:02
# 2 Roos meent een vraag over een gedragsregel te stellen en krijgt een antwoord alsof de hoofddoek in het strafrecht is opgenomen.
Ester Losita:
Roos meent een vraag over een gedragsregel te stellen en krijgt een antwoord alsof de hoofddoek in het strafrecht is opgenomen.
Dit voorbeeld toont goed wat de scheiding tussen geloof en staat nu echt inhoudt.
Voor ons is het een uiterlijkheid,voor hen is het een contract met god en dus een Wet.
22-jan 2012 , 08:02
# 3
trias politica:
Dit is een stuk van grote klasse, dat veel dieper gaat dan menigeen denkt.
23-jan 2012 , 01:42
# 4 Kijktip via Facebook ontvangen: http://www.youtube.com/watch?v=TX4RK8bj2W0
Frans Groenendijk:
Kijktip via Facebook ontvangen: http://www.youtube.com/watch?v=TX4RK8bj2W0
1953, Nasser overlegt met de moslimbroederschap. Hun eerste eis: verplichte hoofddoek.
24-jan 2012 , 03:23
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.