Europa wankelt, maar het boek staat als een huis
Meer Hankels, minder Sarrazins
Gisteren werd in de 'hoofdstad' van Europa de bundel Europa Wankelt gepresenteerd. 9 mei is de 'Dag van Europa'. Qua symboliek was de datum dus goed gekozen. Gezien de actuele politieke ontwikkelingen in Europa is de maand eerder perfect dan aardig gekozen. De verkiezingen van afgelopen zondag in Frankrijk en Griekenland leverden heel verschillende resultaten op maar die kennen tegelijkertijd een grote overeenkomst: beide zullen eraan bijdragen dat Euro en EU in hoog tempo onder verdere druk komen te staan. EU en Euro zullen ook centrale thema's zijn bij de komende parlementsverkiezingen in Nederland, op 12 september.
Vanwege het grote belang van het boek en omdat het wel wat heeft om er snel bij te zijn, wilde ik deze recensie graag vandaag al publiceren. Ook omdat 10 mei een datum is met nog meer symboliek. Precies 72 jaar geleden vielen immers de nazi-troepen de Benelux landen binnen: het moment waarop echt voor iedereen duidelijk was dat de Wereldoorlog een feit was. Op dezelfde dag werd Churchill eindelijk premier van Groot-Brittannië. De manier waarop in Europa werd en wordt omgegaan met de erfenis van de Tweede Wereldoorlog klinkt door in verschillende bijdragen in de bundel. Dat was onvermijdelijk.
» Het verschil tussen correlatie en causaliteit *)
Het dat-nooit-meer-gevoel leefde in 1945 zo mogelijk nog sterker dan na de Eerste Wereldoorlog. Dat droeg bij aan 72 jaar vrede in West-Europa en was anderzijds een grote stimulans voor de totstandkoming van een groot aantal mondiale en Europese vormen van organisatie, waaronder de EEG en de EU.
Veel mensen zien de correlatie tussen deze beide zaken aan voor een soort causaal verband. De in 1993 gevormde EU wordt zelfs opgevoerd in verband met de vrede sinds 1945!
Het blijft in de bundel zeer beslist niet bij het tegenspreken van die rare praatjes, maar omdat ze nog steeds op zo grote schaal verspreid worden, is daar terecht vrij veel aandacht aan besteed in het boek.
De samenstellers hebben een grootse prestatie geleverd door het bijeenbrengen van 26 auteurs die op heel veel manieren van elkaar verschillen. Wat allen gemeen hebben is slechts hun liefde voor Europa en hun zeer grote bezorgdheid over het functioneren van de EU. Dat verklaart ook de ondertitel: De ontvoering van Europa door de EU. De schrijvers variëren in leeftijd van 26 tot 95 jaar, komen uit zeven verschillende landen en hebben heel verschillende politieke achtergronden. De bijdragen verschillen ook nogal in kwaliteit. Naast vele goede en enkele beroerde zijn er uitstekende. Een deel van de stukken heeft een meer wetenschappelijke, de rest een meer politieke insteek.
Het boek is ingedeeld in de hoofdstukken 'geschiedenis', 'essayistiek', 'economie', 'recht', 'politiek' en 'islamisering'.
De grote variatie is leuk voor de lezer maar lastig voor de recensent. De meeste aandacht zal ik -verderop- besteden aan het stuk dat ik politiek het belangrijkste vind: Europa, na de schipbreuk van de Euro, van Wilhelm Hankel. Ik schreef 'politiek het belangrijkste', dus niet: best leesbare, meest informatieve, aansprekende of verrassende.
Euro-kritiek in verfijnd Frans, Italiaans en Duits
Het stuk van de nestor van het gezelschap, Robert Conquest, laat zich lezen als een uitbreiding van de inleiding. Hij schrijft over Europa als idéé:
… [het] impliceert dat men een agenda voorschrijft die niet gerechtvaardigd wordt door historische of andere feiten" (…) "Zo staaft elk initiatief, ongeacht de uitkomst, de hypothese. Als het succes heeft, bewijst het zijn nut. Als het vastloopt, is het een teken dat men moet doorgaan op de ingeslagen weg, maar met meer inzet
Een anekdote die Conquest aanhaalt over de volkomen ten onrechte als halve nazi weggezette conservatief Powell, zet op een bijzondere manier de toon:
Edward Heath’s ellendige Frans ten gunste van de EEG (‘Wee, wee, noo som tooss Yuropayong’) [stond] in schril contrast met het taalgebruik van Enoch Powell die in Parijs, Rome en Bonn kritiek uitte in verfijnd Frans, Italiaans en Duits
In dit hoofdstuk valt verder de nuchtere, heldere maar ook wel pessimistische beschouwing op van Victor van der Sterren. De Verenigde Staten van Europa: een ramp gaat in op de Amerikaanse botsing over confederatie of federatie, aan het einde van de achttiende eeuw.
…de zogenaamde ‘Whiskey Rebellion’, die ontstond toen de overheid een extra belasting op drank invoerde. Jefferson vergeleek dit expliciet met de Boston Tea Party, (…) Verdere onenigheid ontstond over het financiele beleid. Kort gezegd: Hamilton wilde dat de federale overheid de schulden van de lidstaten overnam. Wij zouden het een bailout noemen, maar dan van staten in plaats van grote bedrijven. Exact dezelfde argumenten werden gebruikt die nu voor het ‘redden’ van Griekenland worden ingezet: we zitten nu eenmaal in hetzelfde schuitje, als we het niet doen vallen er ook andere staten om... etcetera
De federalisten wonnen op alle fronten, Thomas Jefferson verloor. In Europa hebben de Madisons en Hamiltons de overhand en heeft zich nog geen Jefferson aangediend.
EUSSR
Bukovski is de man die ervoor gezorgd heeft dat de term EUSSR vrij algemeen bekend is geworden. Tot voor kort dacht ik dat hij met die samengestelde afkorting vooral een analogie suggereerde tussen de EU en de USSR. om de rechtse krachten in het Europees Parlement (en in Europa) te isoleren
Met zijn mede-Sovjetdissident Pavel Stroilov dook Bukovski echter diep in het verzegelde archief van de ‘Michael Gorbatsjov Foundation’ dat hoofdzakelijk bestaat uit verslagen van Gorbatsjovs gesprekken met andere wereldleiders op het Politburo in Moskou.
Daar komt een onthutsend beeld uit naar voren, vooral van het toenmalige West-Europese 'links' dat de zogenaamde perestrojka (letterlijk: 'verbouwing') helemaal niet omarmde vanwege het perspectief voor de bevolking van Oost-Europa. De uitspraken van Mitterand en vooral Michel Rocard liegen er niet om. Rocard, een echte 1968-man, was de voorman van de radicaal-linkse PSU. Na zijn overstap naar de socialisten verloor hij nipt de strijd met Mitterand om kandidaat voor het presidentschap te worden en werd premier onder Mitterand. Met Gorbatsjov wilde hij de strijd aangaan: tegen rechts Europa en tegen de VS. "…Amerikaanse dominantie in Europa ondermijnen", "Wij willen een tegenmacht creëren voor de Amerikaanse dollar".
Ook Ken Livingstone sprak met Gorbatsjov. Hij was zeer recent in het nieuws vanwege zijn kandidaatschap voor het burgemeesterschap van Londen. Zijn opstelling is zo pro-mohammedaans dat die van Job Cohen daarmee vergeleken 'islamofoob' afsteekt. Een andere Britse 'rode Ken', Ken Coates, was ook van de partij: "samenwerking tussen de twee parlementen [het Europarlement en de opperste Sowjet] zou helpen (...) om de rechtse krachten in het Europees Parlement (en in Europa) te isoleren, alsook zij die geïnteresseerd zijn de in de val van de USSR".
Olie B.Bommel
Het hoofdstuk 'essayistiek' is een wonderlijk onderdeel van het boek. De auteurs zijn bekend vanwege hun poëzie en geëngageerde romans. Buiten de context van deze bundel zou ik dit soort stukken nooit lezen, maar binnen het genre is dit werk vermoedelijk onovertroffen. Johan de Boose spant de kroon. Zijn stuk gaat over Europa en over Johan de Boose. Hij is beroepshippie, koketteert met de armoede en het leed van Oost-Europa. Strooit met teksten van 20e eeuws links: "Thatcher plukte eigen volk kaal", "Tsjernobyl als generale repetitie van de Apocalyps", "moderne kruisvaarders". Maar hij heeft wel leuke zinnen bij elkaar geharkt en zelf geschreven. "De nabije toekomst heeft bepaald dat ik tot bloedworst word verwerkt. Wat zal ik in de tussentijd doen? Boeken lezen? Aan mijn karakter vijlen? Geld verdienen?", citeert hij Erich Kästner. Ik geef toe dat ik daar toch een beetje vrolijk van wordt.
Voor de bundel als geheel is het wel jammer dat twee andere bijdragen niet in dit hoofdstuk zijn opgenomen.
Lukas de Vos leverde een waterval van sweeping statements. Dat leest lekker weg. Zijn vele verwijzingen naar het werk van Maarten Toonder zijn even zoveel waarschuwingen tegen het fenomeen der blote keizers. Opname van deze bijdrage in het hoofdstuk economie haalt de status daarvan in mijn ogen echter omlaag, ook al vind ik dat de wijsheid die verscholen zit in het hierna volgende citaat uit De Bovenbazen wel wat meer aandacht zou mogen krijgen in discussies over economische ordening: "Groot geld trekt kleingeld aan. Of anders gezegd: Groot kapitaal leidt tot fusie. Het kan niet splitsen, begrijpt u?". Maarten Toonder was een wijs man.
De bijdrage van Erik Van Goor en Tom Zwitser trekt op zijn beurt het hoofdstuk 'islamisering' naar beneden. Het vormt in zekere zin een ander uiterste in vergelijking met de drie stukken die nu zijn opgenomen in 'essayistiek'. De uitdrukking "les extrêmes se touchent" zou dan ook mooier geïllustreerd zijn. Van Goor en Zwitser omarmen het idiote concept 'repressieve tolerantie', afkomstig van de linkse Herbert Marcuse.
Benno Barnard schrijft over zichzelf dat hij gezwatel over mensenrechten door politieke veilingmeesters "…over een heel natuurlijke, wellicht atavistische aanleg voor het landjonkerschap beschikt…" waar Van Goor en Zwitser boven hun zweverige, nostalgische, soms zinnige soms lachwekkende overpeinzingen -een betoog kun je het niet noemen- de titel "De horden" hebben gezet. Tegenover die horden staan vorstenhuizen, grote denkers zoals zijzelf, de katholieke kerk en 'het geheim van Europa'… Uit de context blijkt dat er bij Barnard sprake is van enige zelfspot, bij Van Goor en Zwitser betwijfel je of ze überhaupt de grote waarde van zelfspot wel onderkennen.
De rechtstaat en het territorium
Dat eruditie en intelligentie niet tot zelfingenomenheid en/of het omgevallen-boekenkast-syndroom hoeft te leiden, bewijst Machteld Allan in haar sublieme bijdrage Thuis. Een kleine fenomenologie van de natiestaat. Het is de meest scherpzinnige en verhelderende bijdrage van het boek. Ik geef een citaat en maak een opmerking, maar daarmee doe ik haar tekort: u moet het gewoon zelf lezen.
Doordat Hitler met het instrumentarium van de staat een monster heeft geschapen, zijn we gaan denken dat alle natiestaten monsters scheppen. Het monsterlijke is echter niet gelegen in de natiestaat, maar in het scheppen, het scheppen van een natie – en het vernietigen van een andere.
Ze gaat als enige in op de grote betekenis van de term 'mechanisme' in de afkorting ESM (zie pdf-downloadables, rechtsboven) en haar bijdrage zou om die reden al beter passen in het hoofdstuk 'economie' dan dat van De Vos.
'Recht' is het sterkste hoofdstuk in mijn ogen. Thierry Baudet schreef een ijzersterk stuk dat ook uitstekende aanbevelingen bevat. Het gaat overigens niet over het hof van justitie dat bij de EU hoort, maar over het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, dat ingesteld is door de 47 lidstaten van de Raad van Europa. Een verademing in vergelijking met het veel te veel gehoorde, gemakzuchtige gezwatel over mensenrechten door politieke veilingmeesters. Ook het stuk van Matthias Storme is sterk, lekker kort; moeilijk samen te vatten omdat het een echt vloeiend betoog is. Belangrijkste element eruit is, volgens mij, zijn uitleg van het niet te overschatten belang van het onderscheid territoriale vs clan- of geloofsloyaliteit als basis voor rechtspraak (Machteld Allan gaat daar ook op in)
Het verdwijnen van een territorium maakt territoriale rechtspraak onnodig, waardoor ook nationale wetgeving zijn inhoud verliest. Zonder nationale wetgeving verdwijnt ten slotte de nationale identiteit.
Wetenschapper
Het hoofdstuk 'economie' bevat naast de bijdrage van Hankel en het al genoemde van De Vos, nog een uitstekend stuk van Alain Mouton en een afschuwelijk stuk van drie Roemenen. Met hun stuk illustreren zij waarom het libertarisme zo'n slechte naam heeft. Eén van de redenen waarom ik Hankels bijdrage de belangrijkste van het boek noem, is dat hij de fundamentele kritiek van mensen als Von Hayek ter harte neemt, zonder te vervallen in fundamentalisme of het steriele getheoretiseer waar deze Roemenen zich mee bezig houden.
In het overzichtje van de auteurs staat:
Wilhelm Hankel (1929) is een Duitse economist die les gaf in Harvard, Georgetown University, Technische Universität Dresden, en Freie Universität Berlin. Hij adviseerde banken wereldwijd. Politiek gezien was hij lid van de SDP (sic).
Dat "wereldwijd" is nog een understatement. Wikipedia somt op waar hij werkte. Behalve in Duitsland was dat in: De Verenigde Arabische Emiraten, Saoedi-Arabië, Zuid-Korea, Egypte, de Dominicaanse Republiek, Guatemala, Honduras, Costa Rica, Nicaragua, China, Jordanië, Jemen, Rusland, Georgië en Syrië. Hij werkte bij de WereldBank en met steun van de EU (!) zette hij in 1995 in Siberië een opleidingscentrum voor bankiers op.
Ik noem zijn stuk óók het politiek belangrijkste omdat het zelf juist een zo weinig politiek karakter heeft. Hier is een wetenschapper aan het woord met een reusachtige hoeveelheid ervaring in de wereld van de (centrale) banken. In 1997 klaagde hij de Duitse staat aan wegens de onrechtmatige invoering van de Euro. In 2010 deed hij hetzelfde wegens de ongrondwettige bailout van Griekenland. Ja, Hankel is een man die zijn eigen woorden serieus neemt.
Gecoördineerde devaluatie van valuta en buitenlandse schuld
Het motto van zijn hoofdstuk is gewoon een citaat van hemzelf: 'Staat en munt laten zich niet zomaar scheiden'. Hij heeft geen enkele twijfel over het lot van de Euro:
De euro was (sic) geen experiment, het was een dol avontuur, en dat loopt nu op de klippen. Gelukkig zo snel al, want daardoor kan de schade nog enigszins beperkt worden voor beide partijen, voor de landen die gedwongen werden mee te werken aan de zogenaamde redding, en voor de landen die – ook zogenaamd – geholpen werden.
In de eerste regel van zijn stuk begint Hankel over kernenergie en op blz 151 en 162 geeft hij er blijk van héél anders over de 'Arabische lente' te denken dan de samenstellers van de bundel. Maar dat geeft dus niets, want die uitspraken gaan niet over die twee onderwerpen maar zijn nauwelijks meer dan metaforen voor zaken waar hij wel heel veel verstand van heeft en rechtstreekse uitspraken over doet.
Met grote trefzekerheid prikt hij allerlei luchtballonnen van de eurofielen door. De verleiding is groot om een groot deel van zijn verhaal hier te citeren. Ik heb die neiging bedwongen en geef hierna slechts één kort en één lang citaat. Wel geef ik, om een beetje een indruk te geven van de reikwijdte en diepgang van zijn betoog, u eerst nog wat thema's die daarin zoal aan de orde komen.
Dat gaat van het Romeinse rechtssysteem, dat nog steeds haar stempel drukt, tot het dreigen met faillisementen (door banken) zonder dat voldaan is aan de normale plicht om aan te tonen dat het kapitaal op is.
Het gaat over valuta-concurrentie en de boodschap van Duitse ministers van Economie als Ludwig Erhard en Karl Schiller.
Over reeds beschikbare institutionele middelen om over te kunnen stappen van een muntunie naar een wisselkoersunie.
Over de vele blunders van de ECB die, misplaatst en vergeefs, probeert 'financiële markten tot bedaren te brengen'. Over het cruciale verschil tussen IMF en ECB. Het European Stability Mechanism (ESM), opvolger van het ESFS, als reddingsfonds voor de eeuwigheid, "geen instrument meer, maar een werkelijk constitutionele stap". (…) Fondsen die in wezen echte begrotingskredieten verlenen. Crisislanden, die verleid werden om zich diep in de schulden te steken, die worden afgesneden van de kapitaalverwerving via de financiële markten.
Kort:
Nooit is het Europa meer voor de wind gegaan dan in de jaren vóór de invoering van de euro.
Lang:
In rechtsstaten die hun internationale krediet willen behouden, bestaat sinds jaar en dag de gewoonte om een muntdevaluatie te koppelen aan een herschikking van buitenlandse schuldvorderingen. Het IMF heeft daarvoor decennia geleden al een regeling ontwikkeld. In de zogenaamde Club van Parijs worden de privéschulden afgehandeld, in de Club van Londen de openbare schulden. Ook recente gevallen van excessieve schuldenlast (Argentinië, Oekraïne, Rusland) werden op die manier afgewikkeld. Al die landen zijn intussen weer florerende spelers op het economische wereldtoneel en – ondanks de verliezen die hun schuldeisers leden – goede klanten op de internationale kapitaalmarkten.
De gecoördineerde devaluatie van valuta en buitenlandse schuld heeft niet alleen het concurrentievermogen van die landen weer aangezwengeld, ze heeft er eindelijk ook het pad geëffend voor structurele hervormingen en moderniseringen en voor tewerkstellingsprogramma’s, die nu overal de eerste vruchten afwerpen. [Ze] hebben dus zichzelf geholpen door op eigen kracht te saneren.
De Europese politici weten zelfs niet dat en waarom de wisselkoersunies uit het verleden (goudstandaard, Bretton Woods, Scandinavische Muntunie) – ondanks hun uiteindelijke mislukking in de crises van dat moment – veel en veel beter waren dan de gammele valutaconstructies van Muntunie en euro. Om te beginnen hebben die wisselkoerssystemen het wel degelijk lang volgehouden: de goudstandaard meer dan een eeuw, Bretton Woods en de Noordse muntunie vele decennia lang. Het geheim van hun succes lag in de koppeling tussen monetaire autonomie met nationale crisisbestrijding. Ook toen braken crises onaangekondigd uit, maar men probeerde ze wel met nationale middelen – rente en wisselkoers – het hoofd te bieden, en sinds John Maynard Keynes ook via de staatsbegroting (deficit spending, fiscale conjunctuurreserves). Wereldwijde inflatie (zoals ten tijde van de massale Spaanse en Portugese gouden zilverinvoer uit de Nieuwe Wereld) en wereldwijde depressie (zoals na Zwarte Vrijdag op de Beurs van New York in 1929) waren niet langer een angstvisioen. Dat is en blijft de verdienste van het keynesianisme en daarvoor moeten we de Britse econoom dankbaar blijven.
Wat een contrast met libertariërs en eurofielen die, vanuit heel verschillende achtergrond, de naties maar willen afschaffen!
Het op zichzelf uitstekende stuk van Mouton steekt wat mager af tegen dat van Hankel. Het is eigenlijk ook wat meer een politiek dan een economisch verhaal. Hij zet de schijnwerper op de vreemde rol van de christendemocraten in Europa. Ze heten aanhanger te zijn van het subsidiariteitsbeginsel, maar in de praktijk is daar niets van te merken: ze zijn in de praktijk toegewijde volgers van de sociaaldemocratische koers. Zeer treffend is zijn waarneming dat de Eurocrisis benut wordt als kans om "solidariteit boven verantwoordelijkheid te stellen". In zijn epiloog verwijst hij niet naar de aanloop van de Tweede Wereldoorlog maar naar die van de Eerste! (hij citeert het Septemberprogramma dat de Duitse kanselier Theobald von Bethmann-Hollweg in de herfst van 1914 opstelde). Voor het Nederlandse anti-PVV-discours is het wel grappig dat hij ook schrijft over het perspectief dat de EFTA biedt.
Islamisering?
Het hoofdstuk 'islamisering' vind ik eerlijk gezegd wat tegenvallen, ook wanneer ik net doe of het stuk van Van Goor en Zwitser in het hoofdstuk 'essayistiek' staat, waar het thuishoort. De titel van het hoofdstuk vind ik eigenlijk al ongelukkig gekozen. Wim van Rooy en Bat Ye'Or zijn uitzonderlijk goed geïnformeerd. Wim erudiet noemen is een understatement. Ze schrijven echter beide vanuit een te pessimistische insteek, alsof ze met al hun inspanningen nog helemaal niets bereikt hebben. Ze zijn door het 'intellectuele' milieu uitgekotst, om het maar omzichtig uit te drukken. Hun boosheid daarover klinkt door en leidt hier en daar zelfs tot overdrijvingen. Dat is een doodzonde op de zelfde manier waarop elke aanwijzing dat de bewoners,Met dat boek heb ik een speciale relatie en meer in het bijzonder de militairen, van Israël geen perfecte mensen zijn, de hele staat degradeert tot een 'zionistische entiteit', de regering tot een apartheidsregime, Gaza vergelijkbaar wordt met het getto van Warschau en de Palestijnen tot 'nieuwe joden' promoveert.
Sarrazin
Terwijl ik bezig was met het schrijven van deze recensie ontving ik van het Duitse Amazon de aanbeveling het nieuwe boek aan te schaffen van Thilo Sarrazin, dat ook over het falen van de Euro gaat. Die aanbeveling dank ik aan mijn aanschaf van zijn absolute bestseller Deutschland schafft sich ab.
Met dat boek heb ik een speciale relatie, een haat-liefde-verhouding bijna. In de beginfase van mijn eigen uitgeverij nam ik contact op met zijn uitgeverij omdat er maar geen Nederlandse vertaling verscheen. Ik had een even enthousiaste als kundige vertaler en met een Duitse oplage van meer dan een miljoen, leek me een oplage van enkele duizenden exemplaren voor de Nederlandse vertaling haalbaar. Die vertaling is er nog steeds niet, evenmin als een Engelse of Franse, en ik weet waarom: vanwege angst bij de uitgever en Sarrazin zelf.
De uitgever verwoordde die angst in een e-mail waarin men mij lieten weten dat ze liever hebben dat Thilo Sarrazins werk helemaal niet in het Nederlands vertaald wordt, dan dit door de DurfUitgeverij te laten doen:
Wie Sie wissen, hat das Buch von Thilo Sarrazin hier in Deutschland eine breite und auch sehr kontrovers geführte Diskussion ausgelöst. Wir sind daher sehr darauf bedacht, dass sein Buch sowohl hier in Deutschland als auch im Ausland ausschliesslich in einem Umfeld zu finden ist, das eine falsche oder tendenziöse Interpretation der Thesen von Herrn Sarrazin nicht zulässt.
Lees goed wat er staat: het gevaar zit in hun ogen dus niet in het mogelijk verkeerde vertalen van het boek maar in de mogelijkheid dat er door verkeerde mensen over gesproken wordt: dat de tekst ‘in een verkeerde omgeving te vinden is’. Wat een ironie! De angstdroom is in Nederland en Duitsland zo krachtig uitgevent dat mensen die in vrijwel alle opzichten mijn politieke analyses delen, mij er juist op wezen dat juist ik met het uitgeven van de vertaling van Sarrazin misschien wel in verkeerd vaarwater terecht zou komen. Hij had immers iets geschreven dat uitgelegd kan worden als lof voor de genen van joden, en dat is verschrikkelijk, onaanvaardbaar racistisch natuurlijk.
Na die e-mail van de uitgever benaderde ik Sarrazin nog rechtstreeks, maar hij reageerde in het geheel niet. En let wel, hij was toen al ontslagen vanwege de inhoud van zijn boek en men had al geprobeerd hem het lidmaatschap van de SPD te ontnemen.
Nog voordat de inhoud van zijn nieuwe boek bekend is, is nu de jacht op hem al weer geopend. De Zeit-online wijdde er eind maart al een stuk aan dat je rustig hysterisch kunt noemen. Titel: Erwachet! Endlich kommt’s raus: Der Euro ist ein gefährlicher Migrant. onderbuikgevoelens over die vermaledijde kiezers
De Sarrazins van deze wereld klampen zich vast aan het idee dat, hoe groot de problemen ook worden, de oplossingen alleen mogen of kunnen komen van 'vertrouwde partijen', en doen er alles aan om niet geassocieerd te worden met 'verkeerde milieus'. Hoe treurig dat ze niet inzien dat dat gewoon niet lukt: ze hoeven zich niet zelf op enigerlei wijze te verbinden met 'verkeerde partijen' om daarmee geassocieerd te worden en vervolgens gedemoniseerd.
Daar tegenover staan de Hankels van deze wereld, die zich gewoon meer opstellen als wetenschappers dan als politicus, die hun bevindingen niet verdraaien of inkaderen op basis van emoties die worden ingegeven door onderbuikgevoelens over die vermaledijde kiezers.
We zullen het in de komende jaren in Europa niet alleen moeten hebben van de groei van het aantal stemmen op partijen als UKIP, BFP, Echte Finnen, Front National, Vlaams Belang, PVV etc maar ook van moedige mensen zoals Hankel.
*) Voor wie even kwijt was hoe dat ook al weer zat met correlatie en causaliteit een bekend voorbeeld uit de statistiek. Wanneer je voor een land de verkoopcijfers voor ijsjes vergelijkt met het aantal sterfgevallen door verdrinking, blijkt er een duidelijke correlatie: stijgt de ijsverkoop, dan stijgt het aantal gevallen van verdrinking. Dat komt niet omdat mensen eerder verdrinken nadat ze ijs gegeten hebben. En ook niet andersom: dat ze meer ijs gaan eten wanneer ze lezen over verdrinkingen of daar getuige van zijn. Het een volgt niet uit het ander, maar er is ook nog zoiets als het weer.
Bestelgegevens van het boek
ISBN: 9789461310835, Uitgever: Van Halewyck
De gecoördineerde devaluatie van valuta en buitenlandse schuld heeft niet alleen het concurrentievermogen van die landen weer aangezwengeld, ze heeft er eindelijk ook het pad geëffend voor structurele hervormingen en moderniseringen en voor tewerkstellingsprogramma’s, die nu overal de eerste vruchten afwerpen. [Ze] hebben dus zichzelf geholpen door op eigen kracht te saneren.
De Europese politici weten zelfs niet dat en waarom de wisselkoersunies uit het verleden (goudstandaard, Bretton Woods, Scandinavische Muntunie) – ondanks hun uiteindelijke mislukking in de crises van dat moment – veel en veel beter waren dan de gammele valutaconstructies van Muntunie en euro. Om te beginnen hebben die wisselkoerssystemen het wel degelijk lang volgehouden: de goudstandaard meer dan een eeuw, Bretton Woods en de Noordse muntunie vele decennia lang. Het geheim van hun succes lag in de koppeling tussen monetaire autonomie met nationale crisisbestrijding. Ook toen braken crises onaangekondigd uit, maar men probeerde ze wel met nationale middelen – rente en wisselkoers – het hoofd te bieden, en sinds John Maynard Keynes ook via de staatsbegroting (deficit spending, fiscale conjunctuurreserves). Wereldwijde inflatie (zoals ten tijde van de massale Spaanse en Portugese gouden zilverinvoer uit de Nieuwe Wereld) en wereldwijde depressie (zoals na Zwarte Vrijdag op de Beurs van New York in 1929) waren niet langer een angstvisioen. Dat is en blijft de verdienste van het keynesianisme en daarvoor moeten we de Britse econoom dankbaar blijven.
Reacties
Er is nog niet gereageerd op dit stuk
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.