Het CDA-programma en het euro-avontuur
'Iedereen': een oefening in surrealisme
Het zal u niet ontgaan zijn: 12 september aanstaande zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer.
De verkiezingen zullen deels het karakter van een referendum over de EU hebben.
Aan elk type referendum zitten voordelen en nadelen. Het 'referendum' over de EU is er een met wat minder nadelen: het is namelijk niet adviserend of besluitvormend maar corrigerend.
Het verkiezingsprogramma van het Christen Democratisch Appel, dat de wonderlijke titel Iedereen heeft meegekregen, bevat tenenkrommend proza. Qua stijl doet het een beetje denken aan de aanprijzingen van Olie B.B. te R. op de achterflap van de boeken van Marten Toonder: "Wie wereldwijde problemen wil aanpakken (…) zal over grenzen heen moeten samenwerken". Ook op de inhoud is nogal wat aan te merken.
Maar er zitten ook goede kanten aan het programma. Een daarvan [1] is dat er duidelijk uit spreekt dat men ook bij het CDA onderkent dat 'Europa' centraal staat op 12 september. Mooi. Laten we eens gedetailleerd kijken naar 'Europa' in hun programma. Ik haal er wat opmerkingen uit eerdere verkiezingsprogramma's van het CDA bij.
Bij wijze van service heb ik het 'Iedereen'-hoofdstuk Via Europa in de wereld verderop integraal opgenomen. Voordat ik inga op het aspect 'euro/EU/Europa' in het programma licht ik nog even de meest tenhemelschreiende alinea uit dat hoofdstuk.
» Op een lijn met de OIC
Griekenland, Syrië, Turkije, Congo, Spanje, Duitsland, China, de VS: geen van deze landen wordt genoemd in het (concept)programma. Het enige buitenland dat met name wordt genoemd is Israël.
In alinea 2.33 lezen we:
Een alomvattend vredesakkoord voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen zal pas echt vrede brengen in het Midden-Oosten.
Dat is een heel duidelijke boodschap van het CDA aan Kopten in Egypte, Koerden in Turkije, sjiieten in Irak, zwarten in Libië, chistenen in Saoedi-Arabië, democraten in Iran, burgers van Syrië, Libanon en (Zuid)Soedan. De insteek van de Nederlandse christen-democraten is voor wat betreft het Midden-Oosten identiek aan die van de Organization of Islamic Cooperation: het verschrikkelijke lijden van het Palestijnse volk gaat voor. Zolang dat probleem niet is opgelost zijn, zullen jullie problemen ook voortduren. Het doet denken aan de opstelling van GroenLinks, SP en Dries van Agt.
Het zou zo maar kunnen dat de joden die Nederland nog niet verlaten hebben hierin ook een duidelijke boodschap van het CDA herkennen...
Europa, EU, euro, EMU, eurozone
Maar goed, Europa dan. Dat continent komt niet alleen voor in hoofdstuk 2 van 'Iedereen'. Ook in de inleiding, Voor de toekomst van onze kinderen, is er wat over te vinden:
Het aanvankelijke optimisme over de Europese eenwording en de euro is verbleekt door de zorgen over de kwetsbaarheid van de Europese samenwerking. Strenge maatregelen (sic) zijn nodig om te voorkomen dat we ooit nog zo diep moeten gaan (sic).
Maar wij geloven dat er geen toekomst is zonder Europa. Juist omdat de zorgen van Nederlanders ons ter harte gaan (sic), willen we meewerken aan een stabiel Europa dat bijdraagt aan stabiliteit (sic) en welvaart, werk en inkomen.
Ik gebruik het woord continent hier met een bedoeling. dat het CDA hier aangeeft dat de eurozone nu dus niet stabiel is Ik wil daarmee de aandacht vestigen op de grote onzorgvuldigheid van 'Iedereen' in het gebruiken van de termen Europa en EU. Zo groot is die onzorgvuldigheid dat het gewoon wel opzet moet zijn.
Het begrip Euro-obligaties (=eurobonds), dat de komende maanden steeds meer het centrale begrip zal worden in de discussie over de EU, komt geen enkele keer voor in 'Iedereen'. Ik kom zo terrug op die anti-kapitalistische obligaties.
'Eurozone' komt één keer voor, en hoe:
2.5 De Economische- en Monetaire Unie moet worden voltooid om een stabiele eurozone te krijgen.
Een buitengewoon vaag en merkwaardig 'programmapunt'. Dit kun je toch geen punt noemen voor een programma waarmee je landelijke verkiezingen ingaat? Wat heeft dit met wel of niet stemmen op het CDA te maken? Goed wel dat het CDA hier aangeeft dat de eurozone nu dus niet stabiel is en dat er aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan om die stabiliteit te bereiken. Maar welke voorwaarden bedoelen ze hier nu? Toch niet dat Denemarken, Zweden en Groot-Brittannië ook voluit mee moeten gaan doen of dat eerst alle 27 landen van de EU de euro invoeren? Sinds wanneer gaat het Nederlandse parlement daar trouwens over. Of anders gezegd: wat als puntje 2.5. niet wordt gerealiseerd? Wat wil het CDA dan? Of steken ze hier eigenlijk gewoon in wanhoop de armen in de lucht?
Bizar.
Het subsidiariteitsbeginsel
In het programma van 2010-2015 kwam 'eurozone' ook voor. Wie is die EU eigenlijk?Dat programma kende nog geen hoofdstuk over Europa. Er stond wel een paragraaf 'Europese Samenwerking' in het op een na laatste hoofdstuk. 'eurozone' vond ik in het láátste hoofdstuk, over 'houdbare overheidsfinanciën':
Landen die deelnemen aan de eurozone moeten hun begrotingen zo spoedig mogelijk (sic) weer op orde krijgen. Dit is een goede invulling van het subsidiariteitsbeginsel.
O ja, dat is waar ook, zo heette die hoeksteen van het christen-democratische gedachtegoed: het subsidiariteitsbeginsel. Het betekent dat hogere instanties alleen dingen moeten doen die op lager niveau niet, of niet goed kunnen worden aangepakt.
Oppervlakkig gezien doet punt 2.3 uit 'Iedereen' er wel een beetje aan denken. Daar staat namelijk:
De Europese Unie beperkt zich tot kerntaken. Er is een zuinigere en doorzichtigere Europese bestuurscultuur nodig (sic), …
Een paar regels verder wordt dit echter op een wel héél bijzondere manier uitgewerkt:
2.6 Aanpak van de economische crisis vergt sterkere coördinatie op Europees niveau, te verankeren in Europese verdragen:
• forse (sic) versterking van de begrotingsdiscipline, inclusief het handhaven van sancties;
• invoering van een Europese begrotingscommissaris;
• een sterke (sic) onafhankelijke Europese Centrale Bank,
• beter(sic) Europees toezicht op het bankwezen en de financiële markten;
• een actief (sic) beleid om te komen tot sterkere concurrentiekracht van economisch zwakke EU-landen.
2.7 Grensoverschrijdende thema’s als energie, asiel en migratie, voedselzekerheid, duurzaamheid, buitenlands beleid en defensie zijn andere Europese prioriteiten.
Dat zijn allemaal kerntaken?
Punt 2.8 lijkt op het eerste gezicht in orde, maar lees goed wat er staat:
De EU moet terughoudend zijn (sic) op het gebied van volksgezondheid, toerisme en cultuur…
'De EU' kan zich in de ogen van het concept CDA-programma dus blijkbaar meer of minder inhouden. Wie is die EU eigenlijk? Is dat het Europarlement, is dat het overleg van (eerste) ministers uit de Eurolanden (de Raad) of is het gewoon de Europese Commissie onder leiding van de ex-maoïst Barosso, die door niemand ter verantwoording geroepen kan worden?
De vraag stellen is haar beantwoorden.
De EU, waar het CDA het in dit punt over heeft, noemen anderen wel eens EUSSR: de club die zich bezig wil houden met de hypotheekrente in Nederland en ons in naam van de Belgen en 'De Natuur' voor wil schrijven dat we de Hedwige polder onder water zetten.
Euro-obligaties tegen de marktwerking
Dat vierde punt van 2.7. voert ons indirect terug naar die euro-obligaties. Die obligaties zullen in de ogen van de socialistische islamvriend [2] in het Elysée, Hollande, een uitweg gaan bieden uit de eurocrisis. Dat lijkt een soort gratis geld te zijn. Hij is niet de enige voorstander van dit gedrocht. Ook de grote meerderheid in het Europarlement wil deze eurobonds.
Staatsobligaties zijn een soort aandelen in (de schuld van een/) de staat.
Dat een land politiek op orde is en een sterke economie heeft, komt onder andere tot uitdrukking in de waardering voor de valuta van dat land. Wanneer verschillende economieën in een muntunie gepropt worden, verdwijnt valuta-waardering als middel. Devaluatie van, bijvoorbeeld, de Griekse munt is per se definitie niet meer mogelijk.
De financiële markten kunnen de nationale politiek niet meer met de neus op de werkelijkheid drukken van slinkend vertrouwen in de ontwikkeling van de economie en de rol van de nationale overheid daarin. In antwoord daarop wil het CDA dat de financiële markt onder Europees toezicht komt.
Omdat deze vorm van disciplinering door de (financiële) markt is uitgeschakeld, vertaalt het hogere of lagere vertrouwen zich nu nog in de rente die landen moeten betalen op de obligaties die ze uitgeven. Landen die het relatief goed doen, lees: Duitsland, hoeven vrijwel geen rente te betalen of krijgen zelfs geld toe. een echte eurominister van financiënDat laatste is een idiote situatie natuurlijk. Hij is alleen te verklaren door het feit dat (institutionele) beleggers ergens heen moeten met hun geld, geld dat ze blijkbaar niet goed kwijt kunnen/durven in het bedrijfsleven!
De PIIGS-landen (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland, Spanje) moeten een hoge rente betalen voor hun staatsleningen omdat de financiële markten weinig vertrouwen hebben in de economie van die landen en in de manier waarop de overheden daarmee omgaan [3].
Socialisten van allerlei soorten willen ook deze disciplinerende werking van de markt uitschakelen door de uitgifte van eurobonds. De bedoeling is dat 'Europa' geld leent van de markt en dat de centrale EU-regering bepaalt welke landsbegrotingen daarmee gesteund worden.
De keerzijde daarvan is dat de landen hun bevoegdheden over hun eigen begroting kwijt raken: "Eurobonds alleen met een echte eurominister van financiën" schrijft CDA-voorman en Tilburgse hoogleraar Sylvester Eijffinger daarover heel openhartig (de link gaat naar zijn lijst van 24 nevenfuncties).
Het nationale en Europese toezicht op banken heeft een zelfde, tegen marktwerking gerichte, insteek. Concurrentie wordt niet echt bevorderd, (bijna) monopolie-posities van banken worden eerder aangemoedigd dan tegengewerkt doordat ze 'to big to fail' worden (verklaard). Banken kunnen zo de overheden gijzelen. In de woorden van de banken-expert William Hankel in het onmisbare boek 'Europa wankelt' :
En de onontbeerlijke schuldherschikking die zal, zo laat het zich aanzien, nog wel meevallen voor de bankiers. De schulden worden niet geschrapt of verminderd, ze worden gewoon gespreid. Een echte haircut komt er alvast niet.
En waarom weigeren de banken om de verliezen mee te dragen? Omdat er dan een grote brand van insolvente banken zou uitbreken, zo zeggen ze zelf, gevaarlijker nog en voor de staten duurder dan die van de jaren 2007-2009. Maar die bewering stoelt op niets. Wie zijn faillissement aanvraagt – of ermee dreigt zoals hier het geval is – moet in zijn faillietverklaring aantonen dat zijn kapitaal op is, en dat doen de banken natuurlijk niet (en ze weten wel waarom).(blz 155)
Het dolle euro-avontuur
Eurobonds vormen het logische vervolg op de bewuste keuze voor volledige politieke eenwording van Europa. De invoering van de euro was een drukmiddel voor die integratie. Lijsttrekker Van Haersma Buma schrijft daarover samen met Wim van de Camp, van de europarlementsfractie:
Deels is deze integratie ontstaan door politieke keuzes, zoals de Europese verdragen en de invoering van de Euro.
In het CDA-programma van 1998 was men daar nog wat duidelijker over:
De introductie van de euro dwingt tot grotere Europese bevoegdheden… [5.7.1]
Hankel nog een keer:
De euro was (sic) geen experiment, het was een dol avontuur, en dat loopt nu op de klippen. Gelukkig zo snel al, want daardoor kan de schade nog enigszins beperkt worden voor beide partijen, voor de landen die gedwongen werden mee te werken aan de zogenaamde redding, en voor de landen die – ook zogenaamd – geholpen werden.
Noten
1) En verder is er punt 2.37: De krijgsmacht zal ook worden ingezet voor de bestrijding van drugshandel, illegale immigratie, terrorisme en piraterij.
2) Hollande won de verkiezingen met een verschilt van ruim een miljoen stemmen. Hij kreeg 93% van de moslimstemmen: goed voor 1,6 miljoen stemmen. Hij heeft nudrie mohammedanen opgenomen in zijn kabinet. En dat zijn geen "culturele moslims ".
3) Zie ook De euro en de spread
Iedereen:
2. Via Europa in de wereld
“We leven in een klein land met een enorm buitenland. Meer dan ooit is de wereld een dorp geworden, ons dorp. Nederland moet daarin voluit meedoen, om er zelf van te profiteren, maar ook om de wereld beter te maken (sic). Tegelijk slinkt onze invloed. Om ondanks de mondiale machtsverschuivingen een sterke positie te kunnen behouden, zal de Europese Unie meer als eenheid, zuiniger en slagvaardiger dan nu moeten opereren. Het CDA ziet de onmiskenbare verbondenheid tussen Nederland en Europa. Ons land kan een voorname positie verwerven op het wereldtoneel door en met Europa (sic). Tegelijk moet Nederland blijven investeren in kleinschalige gemeenschappen en nabijheid, op het platteland maar zeker ook in de stad. Juist in een grote wereld hebben mensen behoefte aan overzicht en menselijke maat waar mensen kunnen omzien naar elkaar. Mondialisering en kleinschaligheid zijn geen tegenpolen.”
Wij werken aan versterking van de Nederlandse positie in de wereld. En dat kan niet zonder Europa. Wij willen een Europa dat de Nederlandse belangen verdedigt, waarborgt en versterkt. Wij voeren in het buitenland een beleid waarvan de toepassing van het internationale recht de kern is, vrijheid, vrede en veiligheid essentiële ingrediënten zijn en de mensenrechten een centrale opdracht vormen. Wij werken aan een nieuwe agenda (sic) voor internationale samenwerking, vanuit de gedachte van toenemende gedeelde belangen, wederzijdse verantwoordelijkheid en internationale solidariteit. Wij achten de rol (sic) van maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, bedrijfsleven en particulier initiatief in internationale samenwerking van vitaal belang. Wij willen via de NAVO wereldwijd bijdragen aan internationale missies en crisisbeheersing. Wij zijn trots (sic) op onze krijgsmacht.
Via Europa - goed voor Nederland
2.1 De Europese Unie heeft Nederland veel te bieden. Het is in het directe belang van Nederland om van Europa een sterk werelddeel (sic) te maken.
2.2 Het Europese integratieproces is geen doel op zichzelf. Het is de weg voor een handelsnatie als Nederland om de interne markt te versterken en de invloed in de wereld te vergroten.
2.3 De Europese Unie beperkt zich tot kerntaken. Er is een zuinigere en doorzichtigere Europese bestuurscultuur nodig, daarom wil het CDA doorgaan (sic) met vermindering van EU-regels met 25%.
2.4 De Europese samenwerking zal gebaseerd moeten zijn op duidelijke prioriteiten, afgeleid van wat we – als Nederland - willen. Te beginnen met een krachtige aanpak van de financiële, monetaire en economische crisis.
2.5 De Economische- en Monetaire Unie moet worden voltooid om een stabiele eurozone te krijgen.
2.6 Aanpak van de economische crisis vergt sterkere coördinatie op Europees niveau, te verankeren in Europese verdragen:
• forse versterking van de begrotingsdiscipline, inclusief het handhaven van sancties;
• invoering van een Europese begrotingscommissaris;
• een sterke onafhankelijke Europese Centrale Bank,
• beter Europees toezicht op het bankwezen en de financiële markten;
• een actief beleid om te komen tot sterkere concurrentiekracht van economisch zwakke EU-landen.
2.7 Grensoverschrijdende thema’s als energie, asiel en migratie, voedselzekerheid
duurzaamheid, buitenlands beleid en defensie zijn andere Europese prioriteiten.
2.8 De EU moet terughoudend zijn (sic) op het gebied van volksgezondheid, toerisme en cultuur.
2.9 Het Nederlandse pensioenstelsel mag niet (sic) door Europa worden aangetast.
2.10 Het Europees Sociaal Fonds wordt ingezet ten gunste van langere arbeidsmarkt-participatie en de ondersteuning van bijscholing.
2.11 Grensoverschrijdende initiatieven van de Europese Unie die goed zijn voor de Nederlandse burger, zoals erkenning van diploma’s en vergoeding van medische behandelingen in andere EU-lidstaten, verdienen (sic) royale steun.
2.12 Bescherming van ondernemers en consumenten bij online aankopen moet op EU-niveau beter geregeld worden. Dat vergt (sic) een gemeenschappelijk Europees handelsrecht.
2.13 Een goede (sic) balans is nodig tussen het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie en het tempo waarin de werknemers uit nieuwe lidstaten tot de Europese markt kunnen toetreden.
2.14 Malafide uitzendbureaus en werkgevers die zich niet aan lokale cao's houden worden hard aangepakt. Bestaande Nederlandse wetten worden strenger (sic) gehandhaafd, ook om oneerlijke (sic) concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen.
2.15 Georganiseerde criminaliteit - te denken valt aan: drugshandel, mensensmokkel en prostitutienetwerken en cybercrime - vergt (sic) versterkte samenwerking van justitie en politie over de grens.
2.16 Buitengrenzen van de EU worden strenger gecontroleerd. Dat vergt (sic) meer gezamenlijk optreden van EU-lidstaten en versterking van het grensagentschap Frontex.
2.17 Het tijdelijk instellen van controles aan binnengrenzen kan worden toegestaan, maar alleen in uitzonderlijke (sic) gevallen.
2.18 Het einde van het uitbreidingsproces van de Europese Unie nadert (sic). Alleen wie aan de Kopenhagencriteria voldoet, kan toetreden.
2.19 Om de afstand van Europa tot de Nederlandse burger te verkleinen, wordt het Nederlands parlement proactiever (sic) met betrekking tot Europese zaken.
2.20 Het Nederlandse parlement gaat nieuwe wetten eerder (sic) en beter (sic) toetsen op haalbaarheid met het Europese recht, zoals bij accountant- en fiscale wetgeving. 2.21 De Eerste en Tweede Kamer moeten de oranje kaart (sic) trekken als de Europese wetgeving in strijd is met het principe van subsidiariteit.
2.22 Nederland zet zich samen met de Europese bondgenoten in voor een versteviging (sic) van de democratie en rechtsstaat en voor economische ontwikkeling in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het is van groot belang (sic) dat een goede, representatieve parlementaire democratie er wortel schiet (sic), de mensenrechten worden geëerbiedigd en de positie van religieuze minderheden en vrouwen wordt versterkt.
In de wereld - internationale samenwerking
2.23 Internationale samenwerking is meer dan vanzelfsprekend (sic). Wie wereldwijde problemen wil aanpakken, oplossingen wil aanreiken, ongelijkheid wil tegengaan zal over grenzen heen moeten samenwerken.
2.24 Om grote mondiale uitdagingen aan te pakken - zoals het duurzaam beheren (sic) van natuurlijke hulpbronnen, klimaat, veiligheid, voedselvoorziening, waterbeheer en migratie – zal Nederland een actieve rol moeten spelen.
2.25 Nederland blijft bijdragen aan het verbeteren van de leefomstandigheden van mensen in fragiele staten en conflictgebieden. Maatschappelijke organisaties zijn bij dit proces onmisbaar.
2.26 De ingezette modernisering (sic) van de ontwikkelingssamenwerking gaat door. Voorop staat concentratie van ontwikkelingssamenwerking op een beperkt aantal partnerlanden, gericht op zelfredzaamheid en economische ontwikkeling. Effectiviteit staat centraal: bereiken we de gewenste effecten? (sic)
2.27 Coalities met bedrijven, particuliere donoren, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties (hier en daar) zijn belangrijk (sic) voor het succes van de nieuwe strategie.
2.28 Maatschappelijke organisaties worden nauw betrokken bij de (nieuwe) ontwikkelingsagenda - nodig als ze zijn om te komen tot mondiaal burgerschap (sic) en het maatschappelijk verantwoord ondernemen (sic).
2.29 Het particulier initiatief is een vitaal, onmisbaar bestanddeel van internationale solidariteit met armen in de wereld. Onderlinge kennisdeling komt de kwaliteit van de internationale samenwerking ten goede.
2.30 Nederland zal een leidende rol spelen bij de vernieuwing van de klassieke Noord-Zuid- hulp - de Official Development Assistance (ODA) bestaande uit overdrachten van middelen/schenkingen - tot andere vormen van internationale samenwerking. Tot die tijd (sic) is het de ambitie vast te houden aan internationale afspraken en de beschikbare gelden conform de ODA-criteria te besteden.
2.31 Bij de vernieuwde vormen van internationale samenwerking koerst Nederland op het aansporen van andere en nieuwe financieringsbronnen, geëngageerd burgerschap, duurzame productie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
2.32 Gekeken wordt naar (nieuwe) fiscale faciliteiten op het gebied van geven, beleggen en investeren (uitbreiding Geefwet).
2.33 Een alomvattend vredesakkoord voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen zal pas echt vrede brengen in het Midden-Oosten. Dat is dan ook de inzet van Nederland. Een tweestatenoplossing, met als uitgangspunt de grenzen van 1967, staat voorop. Nederland zal zich - bilateraal en via het kwartet met onder andere de VN en EU - inzetten voor een bijdrage aan een vredesakkoord.
In de wereld - defensie
2.34 Nederland speelt een actieve rol binnen de NAVO, onverminderd noodzakelijk voor bescherming van het grondgebied, wereldwijde verdediging van Nederlandse belangen en bevordering van de internationale rechtsorde.
2.35 Om een innovatieve, veelzijdig inzetbare en slagvaardige krijgsmacht in stand te houden, zijn voldoende investeringen en duurzame financiering nodig.
2.36 De defensiesamenwerking met gelijkgezinde partnerlanden wordt voortgezet en uitgebreid, om te beginnen in Europa. Dat vergroot de slagkracht.
2.37 De krijgsmacht zal ook worden ingezet voor de bestrijding van drugshandel, illegale immigratie, terrorisme en piraterij.
2.38 Goed gemotiveerd, geoefend en opgeleid personeel -onontbeerlijk voor een goed functionerende krijgsmacht- verdient (sic) passende aandacht. Daartoe behoren ook goede zorg en nazorg.
2.39 Defensie gaat een actiever reservistenbeleid voeren. Veteranen verdienen (sic) blijvende erkenning en waardering.
Marten Toonder:
Een heer moet alles alleen doen
Nimmer is de vinger zo onverbiddelijk op een lillende plek in onze samenleving gedrukt. Het is dan ook met grote ontroering, dat ik het werk na lezing terzijde bij de port heb gelegd, om het rustig te laten inzinken. Welk een levensles wordt ons hier geboden! Dwars door het onbeholpen geknoei van allerlei broddelaars gaat een heer zijn stille gang door dit werk. Door iedereen verlaten verricht hij daden die aan het onmogelijke grenzen en die oplettende lezertjes tot diep nadenken zullen noden. Het is duidelijk, dat deze uitgave licht brengt in de duisternis, die het geschrijf van de heer Parkinson veroorzaakte. Ik zou het dan ook in ieders hand willen zien.
Maar wij geloven dat er geen toekomst is zonder Europa. Juist omdat de zorgen van Nederlanders ons ter harte gaan (sic), willen we meewerken aan een stabiel Europa dat bijdraagt aan stabiliteit (sic) en welvaart, werk en inkomen.
• forse (sic) versterking van de begrotingsdiscipline, inclusief het handhaven van sancties;
• invoering van een Europese begrotingscommissaris;
• een sterke (sic) onafhankelijke Europese Centrale Bank,
• beter(sic) Europees toezicht op het bankwezen en de financiële markten;
• een actief (sic) beleid om te komen tot sterkere concurrentiekracht van economisch zwakke EU-landen.
2.7 Grensoverschrijdende thema’s als energie, asiel en migratie, voedselzekerheid, duurzaamheid, buitenlands beleid en defensie zijn andere Europese prioriteiten.
En waarom weigeren de banken om de verliezen mee te dragen? Omdat er dan een grote brand van insolvente banken zou uitbreken, zo zeggen ze zelf, gevaarlijker nog en voor de staten duurder dan die van de jaren 2007-2009. Maar die bewering stoelt op niets. Wie zijn faillissement aanvraagt – of ermee dreigt zoals hier het geval is – moet in zijn faillietverklaring aantonen dat zijn kapitaal op is, en dat doen de banken natuurlijk niet (en ze weten wel waarom).(blz 155)
“We leven in een klein land met een enorm buitenland. Meer dan ooit is de wereld een dorp geworden, ons dorp. Nederland moet daarin voluit meedoen, om er zelf van te profiteren, maar ook om de wereld beter te maken (sic). Tegelijk slinkt onze invloed. Om ondanks de mondiale machtsverschuivingen een sterke positie te kunnen behouden, zal de Europese Unie meer als eenheid, zuiniger en slagvaardiger dan nu moeten opereren. Het CDA ziet de onmiskenbare verbondenheid tussen Nederland en Europa. Ons land kan een voorname positie verwerven op het wereldtoneel door en met Europa (sic). Tegelijk moet Nederland blijven investeren in kleinschalige gemeenschappen en nabijheid, op het platteland maar zeker ook in de stad. Juist in een grote wereld hebben mensen behoefte aan overzicht en menselijke maat waar mensen kunnen omzien naar elkaar. Mondialisering en kleinschaligheid zijn geen tegenpolen.”
Wij werken aan versterking van de Nederlandse positie in de wereld. En dat kan niet zonder Europa. Wij willen een Europa dat de Nederlandse belangen verdedigt, waarborgt en versterkt. Wij voeren in het buitenland een beleid waarvan de toepassing van het internationale recht de kern is, vrijheid, vrede en veiligheid essentiële ingrediënten zijn en de mensenrechten een centrale opdracht vormen. Wij werken aan een nieuwe agenda (sic) voor internationale samenwerking, vanuit de gedachte van toenemende gedeelde belangen, wederzijdse verantwoordelijkheid en internationale solidariteit. Wij achten de rol (sic) van maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, bedrijfsleven en particulier initiatief in internationale samenwerking van vitaal belang. Wij willen via de NAVO wereldwijd bijdragen aan internationale missies en crisisbeheersing. Wij zijn trots (sic) op onze krijgsmacht.
Via Europa - goed voor Nederland
2.1 De Europese Unie heeft Nederland veel te bieden. Het is in het directe belang van Nederland om van Europa een sterk werelddeel (sic) te maken.
2.2 Het Europese integratieproces is geen doel op zichzelf. Het is de weg voor een handelsnatie als Nederland om de interne markt te versterken en de invloed in de wereld te vergroten.
2.3 De Europese Unie beperkt zich tot kerntaken. Er is een zuinigere en doorzichtigere Europese bestuurscultuur nodig, daarom wil het CDA doorgaan (sic) met vermindering van EU-regels met 25%.
2.4 De Europese samenwerking zal gebaseerd moeten zijn op duidelijke prioriteiten, afgeleid van wat we – als Nederland - willen. Te beginnen met een krachtige aanpak van de financiële, monetaire en economische crisis.
2.5 De Economische- en Monetaire Unie moet worden voltooid om een stabiele eurozone te krijgen.
2.6 Aanpak van de economische crisis vergt sterkere coördinatie op Europees niveau, te verankeren in Europese verdragen:
• forse versterking van de begrotingsdiscipline, inclusief het handhaven van sancties;
• invoering van een Europese begrotingscommissaris;
• een sterke onafhankelijke Europese Centrale Bank,
• beter Europees toezicht op het bankwezen en de financiële markten;
• een actief beleid om te komen tot sterkere concurrentiekracht van economisch zwakke EU-landen.
2.7 Grensoverschrijdende thema’s als energie, asiel en migratie, voedselzekerheid
duurzaamheid, buitenlands beleid en defensie zijn andere Europese prioriteiten.
2.8 De EU moet terughoudend zijn (sic) op het gebied van volksgezondheid, toerisme en cultuur.
2.9 Het Nederlandse pensioenstelsel mag niet (sic) door Europa worden aangetast.
2.10 Het Europees Sociaal Fonds wordt ingezet ten gunste van langere arbeidsmarkt-participatie en de ondersteuning van bijscholing.
2.11 Grensoverschrijdende initiatieven van de Europese Unie die goed zijn voor de Nederlandse burger, zoals erkenning van diploma’s en vergoeding van medische behandelingen in andere EU-lidstaten, verdienen (sic) royale steun.
2.12 Bescherming van ondernemers en consumenten bij online aankopen moet op EU-niveau beter geregeld worden. Dat vergt (sic) een gemeenschappelijk Europees handelsrecht.
2.13 Een goede (sic) balans is nodig tussen het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie en het tempo waarin de werknemers uit nieuwe lidstaten tot de Europese markt kunnen toetreden.
2.14 Malafide uitzendbureaus en werkgevers die zich niet aan lokale cao's houden worden hard aangepakt. Bestaande Nederlandse wetten worden strenger (sic) gehandhaafd, ook om oneerlijke (sic) concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen.
2.15 Georganiseerde criminaliteit - te denken valt aan: drugshandel, mensensmokkel en prostitutienetwerken en cybercrime - vergt (sic) versterkte samenwerking van justitie en politie over de grens.
2.16 Buitengrenzen van de EU worden strenger gecontroleerd. Dat vergt (sic) meer gezamenlijk optreden van EU-lidstaten en versterking van het grensagentschap Frontex.
2.17 Het tijdelijk instellen van controles aan binnengrenzen kan worden toegestaan, maar alleen in uitzonderlijke (sic) gevallen.
2.18 Het einde van het uitbreidingsproces van de Europese Unie nadert (sic). Alleen wie aan de Kopenhagencriteria voldoet, kan toetreden.
2.19 Om de afstand van Europa tot de Nederlandse burger te verkleinen, wordt het Nederlands parlement proactiever (sic) met betrekking tot Europese zaken.
2.20 Het Nederlandse parlement gaat nieuwe wetten eerder (sic) en beter (sic) toetsen op haalbaarheid met het Europese recht, zoals bij accountant- en fiscale wetgeving. 2.21 De Eerste en Tweede Kamer moeten de oranje kaart (sic) trekken als de Europese wetgeving in strijd is met het principe van subsidiariteit.
2.22 Nederland zet zich samen met de Europese bondgenoten in voor een versteviging (sic) van de democratie en rechtsstaat en voor economische ontwikkeling in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het is van groot belang (sic) dat een goede, representatieve parlementaire democratie er wortel schiet (sic), de mensenrechten worden geëerbiedigd en de positie van religieuze minderheden en vrouwen wordt versterkt.
In de wereld - internationale samenwerking
2.23 Internationale samenwerking is meer dan vanzelfsprekend (sic). Wie wereldwijde problemen wil aanpakken, oplossingen wil aanreiken, ongelijkheid wil tegengaan zal over grenzen heen moeten samenwerken.
2.24 Om grote mondiale uitdagingen aan te pakken - zoals het duurzaam beheren (sic) van natuurlijke hulpbronnen, klimaat, veiligheid, voedselvoorziening, waterbeheer en migratie – zal Nederland een actieve rol moeten spelen.
2.25 Nederland blijft bijdragen aan het verbeteren van de leefomstandigheden van mensen in fragiele staten en conflictgebieden. Maatschappelijke organisaties zijn bij dit proces onmisbaar.
2.26 De ingezette modernisering (sic) van de ontwikkelingssamenwerking gaat door. Voorop staat concentratie van ontwikkelingssamenwerking op een beperkt aantal partnerlanden, gericht op zelfredzaamheid en economische ontwikkeling. Effectiviteit staat centraal: bereiken we de gewenste effecten? (sic)
2.27 Coalities met bedrijven, particuliere donoren, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties (hier en daar) zijn belangrijk (sic) voor het succes van de nieuwe strategie.
2.28 Maatschappelijke organisaties worden nauw betrokken bij de (nieuwe) ontwikkelingsagenda - nodig als ze zijn om te komen tot mondiaal burgerschap (sic) en het maatschappelijk verantwoord ondernemen (sic).
2.29 Het particulier initiatief is een vitaal, onmisbaar bestanddeel van internationale solidariteit met armen in de wereld. Onderlinge kennisdeling komt de kwaliteit van de internationale samenwerking ten goede.
2.30 Nederland zal een leidende rol spelen bij de vernieuwing van de klassieke Noord-Zuid- hulp - de Official Development Assistance (ODA) bestaande uit overdrachten van middelen/schenkingen - tot andere vormen van internationale samenwerking. Tot die tijd (sic) is het de ambitie vast te houden aan internationale afspraken en de beschikbare gelden conform de ODA-criteria te besteden.
2.31 Bij de vernieuwde vormen van internationale samenwerking koerst Nederland op het aansporen van andere en nieuwe financieringsbronnen, geëngageerd burgerschap, duurzame productie en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
2.32 Gekeken wordt naar (nieuwe) fiscale faciliteiten op het gebied van geven, beleggen en investeren (uitbreiding Geefwet).
2.33 Een alomvattend vredesakkoord voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen zal pas echt vrede brengen in het Midden-Oosten. Dat is dan ook de inzet van Nederland. Een tweestatenoplossing, met als uitgangspunt de grenzen van 1967, staat voorop. Nederland zal zich - bilateraal en via het kwartet met onder andere de VN en EU - inzetten voor een bijdrage aan een vredesakkoord.
In de wereld - defensie
2.34 Nederland speelt een actieve rol binnen de NAVO, onverminderd noodzakelijk voor bescherming van het grondgebied, wereldwijde verdediging van Nederlandse belangen en bevordering van de internationale rechtsorde.
2.35 Om een innovatieve, veelzijdig inzetbare en slagvaardige krijgsmacht in stand te houden, zijn voldoende investeringen en duurzame financiering nodig.
2.36 De defensiesamenwerking met gelijkgezinde partnerlanden wordt voortgezet en uitgebreid, om te beginnen in Europa. Dat vergroot de slagkracht.
2.37 De krijgsmacht zal ook worden ingezet voor de bestrijding van drugshandel, illegale immigratie, terrorisme en piraterij.
2.38 Goed gemotiveerd, geoefend en opgeleid personeel -onontbeerlijk voor een goed functionerende krijgsmacht- verdient (sic) passende aandacht. Daartoe behoren ook goede zorg en nazorg.
2.39 Defensie gaat een actiever reservistenbeleid voeren. Veteranen verdienen (sic) blijvende erkenning en waardering.
Nimmer is de vinger zo onverbiddelijk op een lillende plek in onze samenleving gedrukt. Het is dan ook met grote ontroering, dat ik het werk na lezing terzijde bij de port heb gelegd, om het rustig te laten inzinken. Welk een levensles wordt ons hier geboden! Dwars door het onbeholpen geknoei van allerlei broddelaars gaat een heer zijn stille gang door dit werk. Door iedereen verlaten verricht hij daden die aan het onmogelijke grenzen en die oplettende lezertjes tot diep nadenken zullen noden. Het is duidelijk, dat deze uitgave licht brengt in de duisternis, die het geschrijf van de heer Parkinson veroorzaakte. Ik zou het dan ook in ieders hand willen zien.
Reacties
Er is nog niet gereageerd op dit stuk
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.