Het Kwaad bestaat
Het probleem is dat we het gewoon niet kunnen geloven
Ik heb dit clipje ook opgenomen in de afspeellijst van de DurfUitgeverij. Daarin staat een aantal clips waarnaar direct of indirect verwezen wordt in het boek Bezorgde vaders.
Het hoort bij de laatste paragraaf van de laatste brief: Van dode leeuwen en levende jakhalzen. Achter "Lees verder..." vindt u de context van de betreffende paragraaf waar deze clip betrekking op heeft.
Ik kreeg het idee om de clip en de paragraaf hier te posten toen ik las over de "Tunesische vluchtelingen in Lampedusa".
De Franse krant Le Figaro vermeldt in een stukje over hen terloops een van de redenen waarom de vluchtelingen bijna uitsluitend jonge mannen zijn:
» All exclusively young men, rather poor and rarely speaking, tell the same story. As Tarek, 20, left there twenty days of Kairouan. "We were packed in 150 in a boat designed for 60, says the boy. During the trip to Lampedusa, twelve girls were thrown into the sea
Er staat niet bij wat er daarvoor met hen gebeurd was...
In het artikel staat ook dat ze graag naar Nederland gaan...
Laten we deze arme vluchtelingen toch aub ruimhartig toelaten in Europa. De dictator in hun land is ook al verdreven dus wat moeten ze nu nog in hun geboorteland?
Het Kwaad en het naoorlogs verzet
Soms beschrijft fictie de werkelijkheid beter dan non-fictie.
Vorig jaar was ik op een open dag van Centraal Boekhuis; daar verwees Herman Pley, emeritus hoogleraar historische Nederlandse Letterkunde, naar de beroemde Max Havelaar om dit te illustreren. Als Pley, of mijn mentor-docent meneer Poels of een andere taaldocent dat aan mij had kunnen overbrengen op de middelbare school, was mijn leven misschien heel anders gelopen. Nou ja, gedane zaken nemen geen keer.
Juist toen ik bezig was met het stukje in deze brief over het sterfbed van mijn vader, zag ik op de Belgische televisie het einde van de speelfilm Dead Man’s Shoes.
De film gaat over wraak, zou je kunnen zeggen. Een groepje tuig, onvolwassen mannen, pest en sart een licht spastische en geestelijk gestoorde jongen en drijft hem, nadat ze hem ook nog drugs hebben opgedrongen, uiteindelijk tot zelfmoord. Dan draait de militair het mes om en eist nu vermoord te wòrden
Zijn oudere broer Richard, militair, keert terug na een langdurige afwezigheid en ontdekt wat er gebeurd is. Alle daders worden gedood. Eén van hen straft hij nog zwaarder. Dat is degene die inmiddels twee zoontjes heeft en oppervlakkig nog de ‘fatsoenlijkste’ van het stel leek. Hij deed zelf niet echt mee met de pesterijen, je zag dat hij zich realiseerde wat er gebeurde, maar hij trad er niet tegen op.
Onder dreiging van een mes wordt hij, in zijn pyama, meegenomen naar de plaats waar de jongen zichzelf heeft opgehangen en bekent hij snotterend zijn lafheid. En ja, de jongen had bij de laatste fatale treiterijen om Richard geroepen. Dan draait de militair het mes om en eist nu vermoord te wòrden: door zijn wraakacties is hij de belichaming van Het Kwaad geworden en zo wil hij niet blijven leven.
Protesterend en jammerend doet de vader wat hem opgedragen wordt…
Zelfs voor deze daad is hij als het ware niet zelf verantwoordelijk.
Ik leefde sterk mee met die wrekende broer. Ik vond het terecht dat die vader het zwaarst gestraft werd. Dat detail van de jongen die in zijn laatste uur tevergeefs om zijn grote broer heeft geroepen, grijpt me meer aan dan vele berichten over wat nu, en in de werkelijkheid gebeurt. Is dat niet beangstigend?
De makers van deze lowbudget film wilden een statement maken voor alle slachtoffers van misdrijven die om niets, voor de lol bijna, worden gepleegd. Van lieden die uitsluitend en doelbewust burgers, kinderen ook, vermoord hebben
Door dat dramatische omdraaien van dat mes moest ik denken aan een uitspraak van de Israëlische premier Golda Meïr: “We haten onze vijanden niet het meest omdat ze onze kinderen doden, maar omdat ze ons dwingen hun kinderen te doden”.
Tegenover die uitspraak van deze grote vrouw staan Palestijnse leiders die prioriteit stellen bij het vrij krijgen uit de Israëlische gevangenissen van plegers van terroristische aanslagen.
Van lieden die uitsluitend en doelbewust burgers, kinderen ook, vermoord hebben. Ze worden door het Palestijnse bewind geëerd door straten of pleinen naar ze te vernoemen.
Een jonge Palestijnse vrouw die langdurig in een Israëlisch ziekenhuis verpleegd werd, keerde er later met een bomgordel terug met de bedoeling om er zoveel mogelijk slachtoffers te maken, ook onder de doktoren die haar genezen hadden en de verpleegsters die haar verzorgd hadden.
Om díe oorlog tegen Israël in het juiste perspectief te zien mag je wel spreken van Het Kwaad.
Het is moeilijk te accepteren, maar Het Kwaad bestáát. Ik ben me er alleszins van bewust dat dit niet alleen een buitengewoon onaangename maar ook gevaarlijke constatering is.
Reacties
Er is nog niet gereageerd op dit stuk
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.