Het verbod om haat te zaaien geldt ook voor de islam
Een voorstel voor een nieuwe godsdienst-wet
1. Inleiding: Het ontstaan van de multiculturele samenleving [1]
In de jaren na de oorlog voorzagen de werkgevers een tekort aan laagopgeleide arbeiders.
Dit tekort was ontstaan door het door de opeenvolgende kabinetten Drees gevoerde emigratiebeleid: meer dan 500.000 gezonde, jonge en voor het overgrote deel geschoolde Nederlanders vertrokken tussen 1947 en 1957 naar Australië, Nieuw Zeeland en Canada op kosten van de rijksoverheid. Men dacht namelijk in die tijd dat Nederland met 10 miljoen inwoners overbevolkt zou raken.
Gelijktijdig werden er door de Nederlandse overheid vanaf 1949 - vanwege het door het eigen beleid ontstane tekort aan arbeiders - Italianen gevolgd door Joegoslaven en Spanjaarden voor de Limburgse kolenmijnen maar later ook voor de textiel-industrie en scheepsbouw naar ons land gehaald als "gastarbeiders".
De Italianen gingen - voor zover ze niet trouwden met Nederlandse meisjes - net als de Spanjaarden terug naar hun eigen land toen er geen werk meer voor ze was vanwege een recessie in de jaren 1957/58.
» In 1960 richtten de werkgeversorganisaties de Commissie Buitenlandse Arbeiders ( C.B.A. ) op.
Deze commissie wierf behalve in Spanje en Italië ook in andere landen rond de Middellandse Zee goedkope arbeidskrachten met als doel de loonkosten in Nederland laag te houden.
Zo waren er in 1965 al meer dan 4.500 Turkse arbeiders aan het laag betaalde werk in Nederlandse fabrieken.
In de jaren na de recessie van 1966/67 stelden de werkgeversorganisaties de regering voor om via de C.B.A. analfabete arbeiders uit Marokko en nog meer ongeschoolde arbeiders uit Turkije te halen.
De toenmalige regering - het kabinet De Jong ( KVP ) - stemde hierin toe en sloot in 1969 een verdrag met de Marokkaanse overheid waarin een aantal zaken werd geregeld, zoals huisvesting door de overheid in plaats van door de werkgever en bij werkeloosheid geen gedwongen vertrek maar recht op een uitkering. Ook de mogelijkheid om het gezin over te laten komen, werd in dit verdrag geregeld.
Deze gastarbeiders waren volgens de werkgevers nodig om verouderde fabrieken - met als uitzondering de Hoogovens - waarin door de eigenaars niet of nauwelijks nog werd geïnvesteerd, zo goedkoop mogelijk te laten produceren. Deze fabrieken gingen al eind '70 en begin '80 dicht en de uit het buitenland gehaalde werknemers stonden op straat. Het toenmalige kabinet Den Uyl ( PvdA ) wilde en kon vanwege het in 1969 gesloten verdrag de Marokkaanse en dus ook de Turkse gastarbeiders niet terug sturen.
Wel werd de werving die in de tussentijd gewoon was doorgegaan, gestopt. Tevens werd aan alle illegale gastarbeiders - d.w.z. niet door het C.B.A. geworven maar op een toeristenvisum naar ons land gekomen - een verblijfsvergunning verstrekt als ze konden aantonen dat ze een jaar in Nederland verbleven. Uit christelijke naastenliefde ( KVP/ARP ) of internationale solidariteit ( PvdA ) of beide ( PPR ) werd in 1975 aan 14.000 illegale gastarbeiders en hun gezinnen de mogelijkheid geboden zich blijvend in ons land te vestigen. Na vijf jaar konden zij de Nederlandse nationaliteit aanvragen en hun oorspronkelijke nationaliteit behouden zodat meer dan 80 procent van de nieuwe Nederlanders beschikt over twee paspoorten.
Ook het van rechtswege verlies van het Nederlanderschap bij het zich begeven in vreemde krijgsdienst is door de Eerste en Tweede Kamer uit onze wetten geschrapt. Zo kunnen de 2e en volgende generaties Turkse Nederlanders hun dienstplicht in het leger van Turkije vervullen. Na dit generaal pardon van het kabinet Den Uyl verwelkomden ook de kabinetten Van Agt, Lubbers, Kok en Balkenende de komst van grote aantallen niet-westerse allochtonen naar Nederland onder het motto: "de multiculturele samenleving is een verrijking voor ons land". [2]
Door de genereuze wijze waarop de werkeloze gastarbeiders en hun gezinnen zijn opgevangen en een ruimhartig asielbeleid, werd - en is - ons land aantrekkelijk voor immigranten uit islamitische landen. Er woonden - en wonen - immers al een heleboel geloofsgenoten met eigen scholen en gebedshuizen. Frits Bolkestein was - na Hans Janmaat - de eerste politicus met gezag die er in 1991 in een artikel in de Volkskrant op wees dat een multiculturele samenleving waar de Islam deel van is, ook nadelen kent. Hij riep op tot een brede maatschappelijke discussie die niets heeft opgeleverd. Toen hij de problemen van een samenleving waar de Islam deel van uitmaakt, in de Tweede Kamer aan de orde wilde stellen, werd hem door een superieur glimlachende fractievoorzitter van de PvdA, Jacques Wallage, verweten in het zelfde troebele water te vissen waarin ook Janmaat gevist had, zonder overigens de naam van Janmaat te noemen. Deze truc wordt in de retorica een "argumentum ad hominem" genoemd. De volgende politicus die de Islam als een probleem zag en daar zelfs een eigen partij voor heeft opgericht, was Pim Fortuyn. Ook tegen hem werden dezelfde argumenten in stelling gebracht zoals racisme, vreemdelingenhaat en het discrimineren van etnische minderheden. Dit demoniseren door links en door rechts - "buitengewoon minderwaardig mens" en "pleefiguur" - had ook dit maal succes, want vlak voor de verkiezingen van mei 2002 werd Fortuyn doodgeschoten door een dieren-activist die al eens eerder de enige verdachte in een moordzaak was geweest.
Een paar jaar later stapte de nu bekende politicus Geert Wilders uit de VVD omdat zijn opvattingen over de Islam door de partijleiding niet op prijs werden gesteld. De gevestigde politieke partijen gingen er in 2004 opgelucht - de LPF was immers gedecimeerd na de val van het eerste kabinet Balkenende - vanuit dat na de mislukte pogingen van Janmaat, Bolkestein en Fortuyn niemand nog het lef zou hebben om over de nadelen van de multiculturele samenleving te beginnen. Maar zie, Geert Wilders begint een eigen partij en noemt de Islam een politieke ideologie. Deswege moet hij dag en nacht bewaakt worden.
2. De voor- en nadelen van de multiculturele samenleving
Over de voordelen van de multiculturele samenleving ( M.C.S. ) kunnen wij kort zijn. Voorstanders van de M.C.S. zeggen - iedere keer weer - als er naar de voordelen van de M.C.S. gevraagd wordt dat de M.C.S. een verrijking is voor ons land.
Ook een deftig klinkend woord, namelijk diversiteit, wordt in dit verband vaak genoemd.
Op de vraag waar deze verrijking uit blijkt of wat het voordeel is van deze diversiteit, blijven de politici en andere voorstanders van de M.C.S. het antwoord schuldig.
Een voordeel dat wel duidelijk is, maar niet vaak genoemd wordt, is de handel met de 57 landen van "the Organisation of the Islamic Cooperation". De export naar de landen van de OIC inclusief het saldo diensten met een gezamenlijke waarde van 22.2 miljard euro in 2010 levert het Nederlands bedrijfs- leven een winst op van ongeveer 650 miljoen euro waarover 25 procent belasting moet worden afgedragen aan de rijksoverheid.
De berekende omzet van 22.2 miljard euro is tevens goed voor minder dan 40.000 voltijdse banen.
Een nadeel van de zakelijke banden met de landen van de OIC is de mogelijkheid van - het dreigen met - een boycot van Nederlandse produkten en diensten.
Op deze mogelijke boycot is reeds gewezen door de heer mr. B. Wientjes op het moment dat Geert Wilders aankondigde zijn film Fitna te willen vertonen.
Ook over andere nadelen kunnen wij kort zijn. Deze zijn inmiddels zo evident dat in juni 2010 bijna 1,5 miljoen kiezers op de PVV hebben gestemd.
Dit ondanks het feit dat deze partij niet alleen door drie oud-premiers van het CDA maar ook door de emeriti-hoogleraren in het deftige "Comité voor de Rechtsstaat" werd weggezet als een gevaar voor de Nederlandse rechtsorde.
Een mening die door de Amsterdamse rechtbank niet wordt gedeeld.
De vrijspraak van de lijstaanvoerder van de PVV, de heer G. Wilders, maakt duidelijk dat ook de rechterlijke macht begint in te zien dat degenen die erop wijzen dat de Islam een geloof is dat uitgesproken vijandig staat tegenover de waarden waarop onze democratische rechtsstaat is gebaseerd, niet beogen de rechtsorde in Nederland af te breken.
De oud-premiers en emeriti-hoogleraren waarschuwen tevens voor het splijten van de Nederlandse samenleving.
Deze splitsing is een onvermijdelijk gevolg van het feit dat de joods-christelijke humanistische traditie, het fundament van onze rechtsstaat, zich maar moeilijk laat verenigen met de islamitische traditie. Dit blijkt iedere dag opnieuw uit de wijze waarop de landen in het Midden Oosten omgaan met godsdienstige en etnische minderheden, vrouwen en homo's.
Degenen die, zoals mevrouw drs. E. Vogelaar, menen dat de cultuur in ons land over 150 of 200 jaar gebaseerd zal zijn op een joods-christelijke-islamitische traditie, stellen hun en andermans kinderen en kleinkinderen bloot aan een gevaarlijk experiment. Het demoniseren, vervolgen en veroordelen van politici die wijzen op dit gevaar, lost het probleem van de inherent intolerante aard van het islamitisch geloof niet op.
3. Oplossingen voor de nadelen van de M.C.S.
A. Onderwijs
Voor de nadelen van de M.C.S. bestaat een voor de hand liggende oplossing, een oplossing die al eerder door Pim Fortuyn werd voorgestaan, te weten goed onderwijs.
Dit kost geld. Aangezien de niet-westerse allochtonen de overheid 7,2 miljard euro per jaar kosten en er sinds 1960 reeds 216,4 miljard euro is uitgegeven, is het de vraag of dit geld er nog is. [3]
Fortuyn wilde dit geld weghalen bij de opvang van asielzoekers door een paar jaar de grenzen dicht te doen en die tijd gebruiken voor verplichte integratie middels taallessen en scholing gevolgd door begeleiding naar werk.
Alleen als de onderwijzers en leraren op onze scholen erin slagen hun niet-westerse allochtone leerlingen niet alleen tolerantie voor joden, christenen, vrouwen en mensen met een andere seksuele geaardheid bij te brengen, maar ook eerbied voor de op de joods-christelijke humanistische traditie gebaseerde beginselen van onze rechtsstaat zoals de scheiding van kerk en staat en de vrijheid van meningsuiting, is er nog hoop.
Dit betekent in feite dat deze onderwijzers hun allochtone leerlingen die zijn opgevoed in de islamitische traditie, moeten leren deze traditie los te laten.
Een onmogelijke opgave temeer daar in tegenstelling tot Frankrijk en Duitsland de vrijheid van onderwijs in onze grondwet is vastgelegd.
B. Intermezzo
Een voor de hand liggende vraag dringt zich nu op: "Wat is Nederland er eigenlijk mee opgeschoten door honderdduizenden mensen met een vreemd geloof binnen te laten?" Men zou zich langzamerhand toch dienen te realiseren dat dat de kosten van deze door de C.B.A. geïnitieerde multiculturele verrijking voor de Nederlandse samenleving wel erg hoog zijn. Deze constatering leidt onontkoombaar tot de conclusie dat de regeringen van de premiers De Jong en Den Uyl een kapitale fout gemaakt hebben door de aanhangers van de Islam de mogelijkheid te bieden zich in groten getale in ons land te vestigen. Men heeft zich niet gerealiseerd welke nadelen het toelaten van een traditie die vijandig staat tegenover de kernwaarden van onze joods-christelijke humanistische cultuur, met zich meebrengt. De zogenoemde verrijking van ons land kost niet alleen handen met geld maar maakt ons ook kwetsbaar voor dreigementen uit de landen van de OIC. Dreigementen die - zo leren de aanslagen in Londen en Madrid - nu ook door de eigen inwoners kunnen worden uitgevoerd. Dat wij daarnaast op termijn de kans lopen de met zoveel bloed, zweet en tranen door onze voorouders opgebouwde unieke variant van een Westerse democratie te moeten inruilen tegen een op de koran geïnspireerde staatsvorm waaraan alleen in landen waar de aanhangers van de profeet Mohammed het voor het zeggen hebben, de voorkeur wordt gegeven, is geen prettig vooruitzicht. De enkele mededeling dat het allemaal zo'n vaart niet loopt, getuigt ons inziens van een buitengewoon naïeve vorm van optimisme. Een optimisme dat in de feiten die in dit artikel genoemd worden, geen grond vindt. Het wordt daarom tijd om de in het verleden door opeenvolgende kabinetten gemaakte fouten te herstellen door het nemen van onorthodoxe maatregelen.[4]
C. Een nieuwe godsdienst-wet
Een rechtsstatelijke oplossing voor het grootste probleem van de M.C.S., te weten de intolerante aard van de Islam, begint met de expliciete constatering dat het islamitische geloof niet vreedzaam is. Politiek correcte politici en hoogleraren kunnen beweren wat ze willen, over de verzen in de koran die oproepen tot geweld tegen niet-moslims bestaat onder de islamitische schriftgeleerden geen verschil van inzicht. Deze verzen geven individuele moslims niet het recht om geweld te gebruiken, maar richten zich volgens de gematigde islamitische theologen in eerste instantie tot de aan de Islam ondergeschikte overheid. Deze aan de Islam onderworpen overheid heeft tot taak het islamitische geloof te verspreiden, indien nodig met geweld, waarbij in de oorlog tegen ongelovigen ook bedrog is toegestaan [5]. Toch zien vele strenggelovige moslims dit anders. Zij lezen in de koran dat het de plicht van alle moslims is, het islamitische geloof - zo nodig met geweld - te verbreiden. Deze groep wordt geschat op ongeveer 10 procent van de islamieten. In ons land gaat het dan om meer dan 90.000 mensen. Dat er gelukkig ook een heleboel - 90 procent - gematigde aanhangers van de Islam zijn, bewijst nog niet dat de koran niet oproept tot geweld. Aanslagen zijn en worden niet gepleegd door extremisten maar door strenggelovige moslims die de koran houden voor het woord van God. Dit is de kern van het islamitische geloof. Ook hierover verschillen de islamitische schriftgeleerden niet van mening.
Om duidelijk te maken dat het gewelddadige geloof van degenen die achter Mohammed aanlopen, niet de steun verdient die onze grondwet in artikel 23 biedt aan vreedzame godsdiensten en levensovertuigingen, stellen wij een nieuwe wet, de lex carolus, voor [6].
In deze wet worden aan een godsdienst of levensovertuiging drie duidelijke voorwaarden gesteld:
1. Een godsdienst roept in de aan deze godsdienst toegeschreven wetten, geschriften en boeken niet op tot geweld tegen andersdenkenden of hun eigendommen.
2. Een godsdienst roept in de aan deze godsdienst toegeschreven wetten, geschriften en boeken niet op tot discriminatie van andersdenkenden.
3. Een godsdienst maakt in de aan deze godsdienst toegeschreven wetten, geschriften en boeken geen kwetsende vergelijkingen tussen andersdenkenden en beesten of dieren.
Daarnaast staat in deze wet als artikel 1. "Het staat een ieder vrij zijn of haar geloof te belijden op de wijze die het geloof voorschrijft in de aan dit geloof toegeschreven wetten, geschriften en boeken met uitzondering van handelingen en uitingen die in strijd zijn met de in Nederland geldende wetten".
Een concept van deze "wet op de geloven, de godsdiensten en de levensovertuigingen" is door mij in augustus 2010 toegestuurd aan de vorige minister van Justitie, de heer dr. E. Hirsch Ballin.
Bijlage
Antwoord namens Hirsch Ballin
De heer Carel van Herstal
Adres en postcode
Datum: 24 september 2010
Onderwerp: Uw e-mail van 8 september jl.
Contactpersoon
M. Blaauw ( * )
medewerker burgerzaken
T 070 370 9999
F 070 370 9999
Geachte heer Van Herstal
Ons kenmerk
167706/10/MB
In uw e-mail van 8 september jl. vraagt u mijn aandacht voor uw ideeën over godsdienstvrijheid. U heeft al eerder een tekstvoorstel hierover bij mij ingediend.
In mijn brief van 30 augustus jl. heb ik u artikel 6 van de Grondwet toegestuurd. Daarin staat dat een ieder vrij is in het belijden van zijn geloof, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Ik heb hier verder niets aan toe te voegen en verwijs u naar mijn eerdere brief.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
De Minister van Justitie,
namens deze,
- handtekening -
M. Niessink
Hoofd Afdeling Operationele Zaken en Incidentenmanagement
Noten
(1) wie precies wil weten hoe opeenvolgende regeringen - om het bedrijfsleven ter wille te zijn - de toekomst van ons land op het spel hebben gezet, leze het boek van Pieter Lakeman met de titel "binnen zonder kloppen" dat reeds in 1999 is verschenen.
(2) de impliciete stelling "De Islam is een religie die een waardevolle bijdrage levert of zal leveren aan de Nederlandse samenleving" durfden genoemde premiers om redenen die in dit artikel duidelijk worden, niet aan: deze stelling is namelijk onjuist.
(3) de kosten van niet-westerse allochtonen zijn berekend op 7,2 miljard euro per jaar door het onderzoeksinstituut Nyfer in een rapport van mei 2010. De kosten van niet- westerse immigratie in de jaren 1960-2009 worden in een artikel getiteld "Prijzige naastenliefde" geraamd op 216,4 miljard euro. Zie hiervoor de Elsevier van 19-9-2009.
(4) het was en is de taak van de Nederlandse overheid de culturele tradities en de economische belangen van haar burgers te beschermen, niet om de Islam in Nederland te introduceren. Het financieren van de verspreiding van een geloof dat vijandig staat tegenover onze Westerse waarden, kan niet de uitkomst zijn van het regeringsbeleid.
(5) zie hiervoor regel 10 op bladzijde 146 van het boekje Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten van prof. dr. Hans Jansen.
(6) genoemd naar Karel Martel, de grootvader van Karel de Grote, de eerste keizer van het Roomse Rijk.
(7) In de geschiedeniscanon "het Westen" genoemd. Ook het door geschiedkundigen vaak in dit verband gebruikte begrip "West-Romeinse Rijk" gaat de opstellers van de Nederlandse canon kennelijk te ver. Een ander feit dat men in onze multiculturele canon vergeefs zal zoeken, is de slag bij Poitiers. In deze beslissende slag zijn naast Franken, Saksen en Longobarden (lange baarden) ook Friezen onder leiding van Karel Martel de strijd aangegaan met een goed bewapend islamitisch leger. Het lijkt er nu op dat onze voorvaderen in 732 A.D. voor niets zijn gesneuveld.
Carel van Herstal is oud-eindexamenkandidaat aan het Pius X Lyceum te Amsterdam. Na zijn studies Biofysica en Fiscaal Recht vervulde hij diverse functies bij de semi-overheid.
Adres en postcode
Datum: 24 september 2010
Onderwerp: Uw e-mail van 8 september jl.
Contactpersoon
M. Blaauw ( * )
medewerker burgerzaken
T 070 370 9999
F 070 370 9999
Geachte heer Van Herstal
Ons kenmerk
167706/10/MB
In uw e-mail van 8 september jl. vraagt u mijn aandacht voor uw ideeën over godsdienstvrijheid. U heeft al eerder een tekstvoorstel hierover bij mij ingediend.
In mijn brief van 30 augustus jl. heb ik u artikel 6 van de Grondwet toegestuurd. Daarin staat dat een ieder vrij is in het belijden van zijn geloof, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. Ik heb hier verder niets aan toe te voegen en verwijs u naar mijn eerdere brief.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
De Minister van Justitie,
namens deze,
- handtekening -
M. Niessink
Hoofd Afdeling Operationele Zaken en Incidentenmanagement
Reacties
# 1 Een onmogelijke opgave om moslims via onderwijs tot enige beschaving te brengen? Een hopeloze lijkt mij eerder. Tenzij je de kant van Angela Merkel uit wil, namelijk staatsonderwijs, waarbij de kinderen aan het ouderlijk gezag worden onttrokken. In Duitsland is men al heel ver daar mee. En wat krijg je dan voor onderwijs? Juist.Dan worden kinderen gehersenspoeld tot ware vul-maar-in. En wel daar waar nu nog enige variatie en vrijheid van onderwijs bestaat. Is er dan wel een oplossing denkbaar? Ik vrees van niet. Terwijl de grenzen wagenwijd open stonden en staan voor analfabeten en laaggeschoolden, is het werk dat zij mogelijk kunnen doen ondertussen verplaatst naar lage-lonen-landen. Hun werkloosheid is dus al vanaf het moment van aankomst ingeprijst.
monty1:
Een onmogelijke opgave om moslims via onderwijs tot enige beschaving te brengen? Een hopeloze lijkt mij eerder. Tenzij je de kant van Angela Merkel uit wil, namelijk staatsonderwijs, waarbij de kinderen aan het ouderlijk gezag worden onttrokken. In Duitsland is men al heel ver daar mee. En wat krijg je dan voor onderwijs? Juist.Dan worden kinderen gehersenspoeld tot ware vul-maar-in. En wel daar waar nu nog enige variatie en vrijheid van onderwijs bestaat. Is er dan wel een oplossing denkbaar? Ik vrees van niet. Terwijl de grenzen wagenwijd open stonden en staan voor analfabeten en laaggeschoolden, is het werk dat zij mogelijk kunnen doen ondertussen verplaatst naar lage-lonen-landen. Hun werkloosheid is dus al vanaf het moment van aankomst ingeprijst.
Kortom: het probleem met zo grote aantallen aanzwellende moslims zonder enige ambitie (uitzonderingen daar gelaten)behalve geloofsfanatisme binnen onze grenzen levert al jaren een onoplosbaar probleem op. We kunnen blij zijn als het probleem beheersbaar blijft. Maar in hoeverre is dat nog het geval?
16-sep 2012 , 04:17
# 2 Carel legt de vinger op een zere plek, maar er ontbreken een aantal belangrijke waarnemingen.
Frans Groenendijk:
Carel legt de vinger op een zere plek, maar er ontbreken een aantal belangrijke waarnemingen.
Die zere plek is dat in de wet wel sprake is van god en van godsdienst, maar dat deze begrippen niet gedefinieerd worden. Daar kunnen niet genoeg vingers op gelegd worden.
Rechten toekennen aan entiteiten die niet gedefinieerd zijn en zelfs niet, middels de formulering van een aantal voorwaarden, onderscheiden van zaken die er voor door zouden kunnen gaan, is onzinnig.
In noot 15 op blz 303 van mijn boek ben ik daar ook op ingegaan.
Die noot hoorde bij een voorstel voor onderzoek: "Zolang god en godsdienst nog niet geschrapt zijn uit de (grond)wet: waaraan moeten organisaties en uitspraken voldoen om als godsdienstig te worden aangemerkt?"
Een startpunt voor dat onderzoek kan gevonden worden in de uitspraak van de Hoge Raad over Walburga van 31 oktober 1986. In die uitspraak boog de raad zich over de vraag wanneer iets een kerkgenootschap is in de zin der wet. In de uitspraak wordt gesteld “In de rechtsliteratuur wordt wel aangenomen dat de wetgever hier alleen aan de christelijke en Joodse kerkgenootschappen gedacht heeft, zodat alleen deze een beroep op voormeld artikel kunnen doen.” Na een uitwijding over de multiculturele samenleving en artikel 6 van de grondwet wordt gesteld dat om als kerkgenootschap te kunnen gelden geëist wordt dat het “om godsdienst gaat, en dat er sprake van een gestructureerde organisatie is”. Net als bij het Ezelsproces tegen Gerard van het Reve koos de Hoge Raad ook hier de gemakkelijkste weg. De club (een bordeel), die de voordelen van een kerk wilde genieten, was geen zelfstandig onderdeel van een groter kerkgenootschap (sic). Over de vraag of het hier wel of niet een godsdienst betrof hoefde de Hoge Raad zich zo niet te buigen!
Het verwijst vanzelf naar mijn belangrijkste kanttekening bij dit het verhaal van Carel: het recht kan en zal nooit voorop lopen. Het recht is een -meestal zeer goed doordachte- vastlegging van wat langs niet juridische weg gemeengoed is (geworden) in een beschaving.
De andere kant van deze medaille is dat voor heel veel maatschappelijke / politieke vraagstukken de inhoud van wetten niet hetgeen is waar het debat over moet gaan: het gaat om de interpretatie en de prioriteit die gegeven wordt aan handhaving.
Zo zijn bijvoorbeeld niet alleen de niqaab en de boerka maar ook de minder zware vormen van mohammedaanse sluiering in mijn interpretatie van artikel 435a van het wetboek van strafrecht reeds verboden:
Hij die in het openbaar kledingstukken of opzichtige onderscheidingstekens draagt of voert, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van de tweede categorie.
En let op wat er precies staat: "welke uitdrukking zijn van", niet: "waarmee de drager wil uitdrukken". Niet de intentie van degene die de opzichtige onderscheidingtekens draagt telt, maar de vraag of er een bepaald staatkundig streven bestaat waar deze tekens uitdrukking aan geven.
(Zie verder dit stuk over de boerka in Australiën en in België)
Tenslotte slaat Carel de plank mis waar hij spreekt over artikel 23 van de grondwet, op de manier waarop bijna alle atheïsten dat doen. Ik verwijs daarvoor naar blz 249 en 250 van mijn boek.
17-sep 2012 , 11:34
# 3 Vanochtend tijdens het fietsen kwam het plotseling in mij op. De moslim heeft een andere manier van denken. Het lijkt vaak dat logica geen enkele boodschap voor hem heeft. Met rede kom je dan ook niet ver als men tracht de moslim aan te spreken op zijn anti-maatschappelijke gedrag of het afwezig zijn van moraal.
vanhetgoor:
Vanochtend tijdens het fietsen kwam het plotseling in mij op. De moslim heeft een andere manier van denken. Het lijkt vaak dat logica geen enkele boodschap voor hem heeft. Met rede kom je dan ook niet ver als men tracht de moslim aan te spreken op zijn anti-maatschappelijke gedrag of het afwezig zijn van moraal.
Het heeft allemaal geen zin.
Net als bij de Borg (Star Trek) hebben moslims last van groepsdenken, ze hebben geen persoonlijke verantwoordelijkheid, alles wordt afgewenteld op de groep. Ook geeft die groep veel kracht. Men hoeft persoonlijk niet meer na te denken, dat wordt al gedaan voor iedereen. De imam draagt iets op, en vervolgens doen ze het allemaal als makke schapen.
In de begintijd van de gastarbeiders kon men nog contact krijgen met hen. Nu hebben zij hun eigen sociale netwerk en leeft men als in een parallelle samenleving. Men leeft in de gastmaatschappij zonder er deel van uit te maken. Eerst waren er in de jaren 70 de Turkse koffiehuizen, maar nu zijn er de volkomen besloten 'integratie-clubs' waarbij niemand anders welkom is. Men kijkt naar de eigen televisie en bij alle mogelijkheden of problemen wordt er eerst met de eigen sociale groep overleg gehouden over wat de beste strategie is.
Eerst maken er een of twee 'n fout, dan leert de rest van de groep. Dit is collectief leren. Als er door de een 'n maas in de wet is gevonden of een handigheidje dan doet binnen de kortste keren de ander het ook, zonder verstandelijk te weten waarom.
Misschien mag de islam ook geen haat zaaien, maar ze weten als geen ander hoe door de mazen van de wet heen te glippen, onder het mom van dat de islam een geloof is kan men zich werkelijk alles permitteren.
De oplossing is volgens mij om de islam te zien voor wat het is, namelijk een vorm van georganiseerde misdaad. Niets meer en niets minder. Omdat er geen god is binnen de islam is het geen godsdienst. Nu kan men doen alsof Allah een god is, maar dat houdt geen stand. Hij kan namelijk niets! En als hij iets gedaan zou hebben dan zou daar toch enig bewijs voor te vinden zijn. Daarom hebben we te maken met oplichting. Mensen wordt een rad voor de ogen gedraaid. De oplossing is iedereen die met zijn poten aan het geld komt dat aan Allah is gegeven die moet gewoon naar de gevangenis wegens oplichting. Let wel, iedereen mag blijven geloven wat hij wil, het Grote Spaghetti-monster. Of dikke vette prins op een wolk, doe je best maar! Echter zodra er geld bij komt is het zakelijk en moet er belasting worden betaald over de omzet. Wat voor Joop van den Ende geldt dat moet ook van betrekking zijn tot de imam in het kleinste dorpje. Hij voert een show op, dus hij moet BTW betalen over de omzetten.
17-sep 2012 , 03:27
# 4 Wat een interessant, goed geformuleerd artikel.
Artikel228:2SV:
Wat een interessant, goed geformuleerd artikel.
Bedankt voor het plaatsen van deze uiteenzetting.
24-sep 2012 , 04:54
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.