Proces Wilders: een vergelijking met de behandeling van Duncan Sandys in 1938
Dit is het derde stukje in de serie over 'appeasement en dhimmitude'. Vanwege de gerechtelijke uitspraak morgen, 23 juni 2011, in de rechtszaak tegen Geert Wilders zou het ook goed passen in de categorie 'rechtstaat' of 'hete actualiteit'.
In verwijzingen naar dit politieke proces wordt nog al eens gewezen op het unieke karakter ervan. Een terugblik op het Groot-Brittannië van de jaren 30 van de vorige eeuw leert dat het niet verstandig is om die uniciteit te overdrijven. Zo probeerden de doldrieste voorstanders van de politiek van appeasement tegenover Hitler-Duitsland in 1938 het Britse parlementslid Duncan Sandys achter tralies te krijgen vanwege 'onrechtmatig verkregen informatie'.
Hij stelde vragen aan het ministerie van defensie over de zwakte van de luchtverdediging van Londen. Voor zijn vragen baseerde hij zich op 'geclassificeerde informatie'. De hoofdofficier van justitie eiste dat hij zijn bronnen bekend maakte onder dreiging van vervolging op basis van de Official Secrets Act. Dat zou hem twee jaar gevangenisstraf kunnen opleveren. Omdat Duncan reserve-officier was werd hij daadwerkelijk gesommeerd om in uniform voor de krijgsraad te verschijnen!
» Winston Spencer Churchill, schoonvader van Sandys, was ingenomen met de tactische blunder van de appeasers. Zoals ik in het stuk Rijnland en Halal al schreef werd in 1938 in ieder geval in het parlement zo langzamerhand al wat beter geluisterd naar het kleine groepje Churchillianen (in tegenstelling tot de media en de meerderheid van de kiezers).
Toen Sandys in het parlement bekendmaakte dat hij gesommeerd was voor de krijgsraad te verschijnen kreeg hij zelfs kamerbrede steun. Evengoed probeerden de appeasers daarna Sandys nog te vervolgen op een technisch detail. Maar er kwam ook een ander, ook voor de hedendaagse situatie in Nederland, leerzaam vervolg. Er werd een parlementaire commissie gevormd die nog eens goed ging kijken naar de vraag hoe de wetgeving op dit gebied, de Offical Secrets Act, zich verhield tot de rechten en plichten van de leden van het parlement. De commissie kwam in 1939 met een wijze uitspraak waar ook decennia later nog vaak naar verwezen is.
De kernzin luidde: Any attempt to translate them into precise rules must deprive them of the very quality which renders them adaptable to new and varying conditions, and new or unusual combination of circumstances, and indeed might have the effect of restricting rather than safe-guarding Members' privileges, since it would imply that, save in circumstances specified, a Member could be prosecuted without any infringement of the privileges of the House.
Natuurlijk zijn er enorme verschillen tussen de 'botsingen van beschavingen' van toen en nu. Maar er zijn ook opmerkelijke overeenkomsten. Vooral de achteloze manier waarop de waarheid (of onwaarheid) van Wilders uitlatingen als onbelangrijk terzijde wordt geschoven ten gunste van overwegingen met betrekking tot strafbaarheid lijkt een herhaling van deze kwestie in het GB van 1938.
Een misschien nog wel belangrijker overeenkomst zit in het algehele klimaat van appeasement en de mond willen snoeren van mensen die gevaren benoemen.
Ik haal nog twee regels aan uit de geweldige Churchill-biografie van William Manchester *).
Blz 270: In HMG's [de regering] view criticism of the Third Reich blackened a man's name. The prime minister had dismissed Van's [Vansittart, een belangrijke bondgenoot van Churchill bij het mininisterie van Buitenlandse Zaken] warnings of German aggression as "hysterical", and Wilson [een belangrijke steunpilaar van Chamberlain op Downingstreet] had called the under secretary an "alarmist" who "hampers all attempts of the Government to make friendly contact with the dictator states", adding that "this influence over Anthony Eden [op dat moment nog minister van Buitenlandse zaken] is very great".
Blz 272: Central to the appeasers' creed was the assumption that no one wanted war
Hopelijk geven de rechters er morgen blijk van te beschikken over zo'n soort Britse wijsheid waar de Select Committee blijk van gaf, in plaats van mee te gaan met de onoprechte, potsierlijke obsessie van links met 'discriminatie' en hun selectieve verontwaardiging over wat zij onder 'haatzaaien' wensen te scharen.
*) William Manchester. Winston Spencer Churchill. Deel 2, The last Lion.
Reacties
# 1
trias politica:
Een erg goed artikel op het juiste moment. Mijn complimenten !
22-jun 2011 , 10:17
# 2
Frans Groenendijk:
Ik heb me wat geƫrgerd aan het rare toontje dat werd aangeslagen in het vonnis, maar ik stel vast dat de uitspraak van de rechtbank materieel wel overeenkomst vertoont met de uitspraak van de hier aangehaalde Britse kamercommissie. In de vaststelling namelijk dat volksvertegenwoordigers niet te veel voor de voeten gelopen moeten worden wanneer ze in hun werkzaamheden zich laten leiden door hun visie op het landsbelang.
24-jun 2011 , 11:47
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.