Witwassen in de gammawetenschappen
Engelse kinderen zijn volgens sociologisch onderzoek de
meest unhappy kinderen van Europa. Ook Amerikaanse kinderen blijken niet
gelukkig te zijn. Waarom is niet helemaal duidelijk. Ze zien hun ouders te
weinig werd in de Volkskrant verondersteld, maar bewezen is dat niet. Gelukkig
maar, denk je als je dat leest, want van bewijzen in de sociale psychologie
worden we in het algemeen niet wijzer.
Mevrouw Roos Vonk en haar Tilburgse collega Stapel waren van plan tezamen een
artikel te publiceren dat de een niet geschreven had en waarvoor het onderzoek door
de ander was bedacht in plaats van gedaan.
» We moeten bang zijn dat dit een niet
ongebruikelijke gang van zaken is in gammawetenschappen.
Een paar jaar geleden
promoveerde een andere gammawetenschapper, Nel Draijer, op een proefschrift
waar de hele sociologische wereld over in de wolken was. Israëls keek daarom nog eens goed naar de eveneens gepubliceerde
tabellen met Draijer’s onderzoeksgegevens en ontdekte daarin iets verrassendsHet was een van de meest geprezen studies
in Nederland en ging over de invloed van incest in de kinderjaren op het latere
leven van vrouwen. Het Nationaal Fonds Geestelijke Volksgezondheid bekroonde
het werk van Draijer wegens ‘de methodische zorgvuldige en qua uitvoering
voorbeeldige opzet.’
De psychiater A. van Dantzig sprak van een ‘prachtig,
onomstotelijk onderzoek’, een mening waarbij Paul Schnabel de directeur van het
Sociaal Cultureel Planbureau zich aansloot: ‘dit onderzoek is voorbeeldig
opgezet, buitengewoon zorgvuldig uitgevoerd, zeer genuanceerd uitgewerkt en
zakelijk correct gerapporteerd.’
De statisticus Israëls onderzocht de zorgvuldigheid
van haar publicatie en kwam tot het volgende resultaat.
Nel Draijer beweerde dat vier tot acht procent van
alle ondervraagde vrouwen psychische problemen had die correleerden met
seksueel misbruik door verwanten. Maar met het vaststellen van een statistische
samenhang alleen is nog niet bewezen dat incest ook de oorzaak van deze
klachten is. Israëls keek daarom nog eens goed naar de eveneens gepubliceerde
tabellen met Draijer’s onderzoeksgegevens en ontdekte daarin iets verrassends.
Draijer had de enquêteresultaten onderworpen aan een multivariate
regressie analyse, een statistische techniek waarvoor verschillende
computerprogrammaatjes bestaan. Mevrouw Vonk is een aardige en zelfverzekerde maar niet erg
wetenschappelijk betogende persoonlijkheidMen kan ermee bekijken in hoeverre er sprake is
van een causaal verband tussen twee factoren (in dit geval: incest en
psychische klachten), dat wil zeggen, hoeveel er van het verband overblijft als
men gaat controleren op de invloed van andere factoren, in dit geval dingen
als: opgegroeid zijn met een strenge vader of met een depressieve moeder.
Daaruit bleek dat incest pas op de achtste plaats kwam, met een bijdrage van
weinig meer dan nul procent aan de stoornissen. ‘Dat getal,’ aldus Israëls,
‘vermeldt zij nergens in haar tekst. Over de enkelvoudige, betrekkelijk
irrelevante, verbanden tussen incest en latere klachten rapporteert zij in de
tekst uitvoerig en precies. Over wat er van dit verband uiteindelijk overblijft
na controle op andere factoren zwijgt ze in alle talen.’ Een oorzakelijk
verband tussen incest en later psychisch lijden laat zich met haar data met
andere woorden niet aantonen.
Dat dit niet ongebruikelijk is in de sociaal
psychologie bleek tijdens een TV uitzending van Pauw en Witteman die U op YouTube kunt bekijken.
Mevrouw Vonk is een aardige en zelfverzekerde maar niet erg
wetenschappelijk betogende persoonlijkheid. Ze benadrukte een paar keer dat het in haar vak gebruikelijk is
om alleen die resultaten te verwerken waar ‘men wat mee kan’, d.w.z. die bevestigen
waar men van uitging. Dat gebeurde met name ook bij het testen van hypotheses
waar men psychologisch ’in heeft geïnvesteerd’ bleek tijdens het interview.
Dat het Nationaal Fonds Geestelijke Volksgezondheid en
het Sociaal Cultureel Planbureau deze uitspraken van Mevrouw Vonk bij de
affaire Draijer bevestigden geeft wel aan hoe het met de gammawetenschappen in
dit land en mogelijk ook elders in de wereld is gesteld. Er zijn geen
behoorlijke paradigma’s en er is geen wetenschappelijke discipline bij de
uitvoering. Men kan beter mensen met een behoorlijke bèta opleiding belasten
met de bestudering van de samenleving, een onderwerp dat te belangrijk is om
aan gammawetenschappers over te laten.
In dat verband is het omineus dat een geschrokken
rector magnificus het onderzoek naar het gedrag van Stapel en Vonk aan naaste
collega’s lijkt te hebben opgedragen.
Als ik vertrouwenwekkend onderzoek naar wetenschappelijk
wangedrag had willen laten uitvoeren had ik daarvoor mensen uit Delft of van
een van de mathematische instituten uitgezocht. Waarom heeft men de KNAW niet
gevraagd een commissie samen te stellen? Niet alleen Stapel en Vonk maar de zevende
faculteit staat in het verdachtenbankje. Goed wetenschappelijk onderzoek naar
de gebruiken in de gammawetenschappen lijkt nodig en geen witwasserij.
Verscheen gisteren al op het eigen weblog van Toon
Reacties
Er is nog niet gereageerd op dit stuk
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.