Naam:  Wachtwoord:   Ingelogd blijven? Wachtwoord kwijt? (Waarom) Registreren
 
          
                         
Dit is het archief van Islamofobie.nl
Sinds juli 2014 verschijnen hier geen nieuwe stukken meer. De artikelen worden *) heringedeeld in acht categorieën: zie de knoppen links. Met uitzondering van de categorie 'Islam(itische ideologie)' is de indeling nu niet meer naar thema, maar naar aard van de stukken. Vier jaar lang lag het hoofdaccent op het voeren van de noodzakelijke ideologische strijd: zie het motto hierboven. In de komende jaren zal ik (initiatiefnemer en belangrijkste leverancier van teksten voor islamofobie.nl) me meer richten op de noodzakelijke politieke strijd. In termen van deze indeling: veel meer nadruk op Voorstellen, Politieke organisatie en iets meer op Opinie. LEES VERDER »
 
 
De directeur van de AIVD

Van Hulst, de directeur van de AIVD ging vertrekken en werd vanwege die gelegenheid uitgenodigd bij Buitenhof. Interviewer Rob Trip vroeg hem of hij het naar zijn eigen mening goed had gedaan. Bescheiden antwoordde hij dat hij meende van wel, maar dat anderen daar maar liever over moesten oordelen.
Ik zelf ben een buitenstaander in zijn wereld maar ik zou, als ik de heer Van Hulst daar achteraf nog een genoegen mee zou kunnen doen, graag mijn mening geven over zijn functioneren. Van instituten als de voormalige BVD – een FBI en CIA tegelijk als het ware – kan door outsiders moeilijk gezegd worden of zij het per saldo goed doen of niet en dat geldt ook voor hun directeuren. Daarvoor sijpelt er van hun werkzaamheden te weinig naar buiten door. Dat voorbehoud moet men dus wel maken. Maar afgaande op wat de buitenwereld wel ziet, heeft hij het niet zo goed gedaan.
»
Hij lijkt mij met name niet helemaal begrepen te hebben wat de functie van zijn instituut is binnen de overheid. Toch zou dat het eerste zijn wat men van een directeur van een inlichtingendienst mag verwachten.
Hij is na vorige verkiezingen op Marijnissen afgestapt, kennelijk buiten zijn minister om. Marijnissen was indertijd nog de fractievoorzitter in de Tweede Kamer van de SP. Van Hulst had gevraagd of, nu de SP in de kamer zo groot geworden was, Marijnissen geen zitting wilde nemen in de Commissie Stiekem. Dat is de commissie van de voorzitters van de grote fracties die het werk van de AIVD controleren. Die commissie beroemt zich erop dat er uit haar midden nooit is gelekt. Voor een partij waarvan een substantieel deel van de oudere en maoïstische leden ooit door de AIVD op de korrel is genomen, is het heel wat om voor die commissie te worden uitgenodigd.
Dat is of wel gebeurd en dan heeft hij gefaald of het is niet gebeurd en dan deugt zijn organisatie niet
Ook voor de minister die politiek verantwoordelijk is zou het prettig zijn om erin gekend te worden. Maar de scheidende directeur vond het voor zijn organisatie nodig dat het politieke draagvlak in de kamer zo breed mogelijk was.
Wellicht dacht hij dat de demissionaire minister er niets mee van doen had omdat het over een commissie in de nieuwe Tweede Kamer ging. Dat is dan een staatsrechtelijke vergissing. Misschien is dat in de ogen van de scheidende directeur en van veel andere mensen een formeel punt en van ondergeschikt belang. Ook veel andere ambtenaren kennen de moeilijke mores niet die gelden bij de wisseling van de politieke macht na de verkiezingen. Toch lijkt me dit voldoende reden om een negatief oordeel over de scheidende directeur uit te spreken.

Belangrijk wanneer men zich een oordeel moet vormen over het functioneren van deze directeur is dat onder zijn directeurschap de politieke moorden hebben plaats gevonden die onze samenleving zo ingrijpend veranderd hebben. Daarnaast hebben nog een aantal interne functioneringsincidenten plaats gevonden waarvoor hij verantwoordelijk was. Een paar werden er door Trip bij Buitenhof genoemd, maar één sloeg hij er over. En dat is er juist een die veel licht werpt op de kwaliteit van de scheidende functionaris en van de organisatie waarvoor hij verantwoordelijk was.

Ik doel op het onderzoek dat vooraf ging aan het huwelijk van prins Friso en Mevrouw Wisse Smit. Het Ministerie van Algemene Zaken had de dienst gevraagd wat er bekend was over de aanstaande
Erger in haar consequenties is de zaak met de lekkende Turkse tolk
van de prins en het antwoord was: niets. Toen de publiciteit zich van het onderwerp meester maakte en langzamerhand bleek dat er toch wel wat interessante informatie was geweest over de aanstaande prinses en met name over haar eerdere bekendheid met criminelen werd het verzoek om inlichtingen aan Van Hulst nog twee maal herhaald. Als dit ambtelijk correct zou zijn gebeurd dan had de minister president dit aan de minister van BiZa moeten vragen. Eventueel had met medeweten van de ministers de hoogste ambtenaar van Algemene zaken het aan de hoogste ambtenaar van BiZa kunnen vragen en die aan Van Hulst. Deze had zich dan persoonlijk voor de kwaliteit van het te geven antwoord dienen in te zetten. Dat is of wel gebeurd en dan heeft hij gefaald of het is niet gebeurd en dan deugt zijn organisatie niet. In beide gevallen komt hij er niet erg goed uit.

Erger in haar consequenties is de zaak met de lekkende Turkse tolk. Van die zaak valt aan te nemen dat zij niet op zich zelf staat. Van de Nederlandse tolken die bij de Nederlandse overheid werken en die hun allochtone collega’s menen te kennen, kan men horen dat lekken of bewust foutief vertalen eerder regel zijn dan uitzondering. Het valt te vermoeden dat veel buitenlandse tolken naar hun functie hebben gesolliciteerd om die reden. Door geen sluitend controle systeem te hebben voor sollicitaties, niet in eigen huis en niet bij andere kwetsbare overheidsinstanties, geeft de geheime dienst van zich zelf en van haar aftredende directeur in mijn ogen een overtuigend bewijs van onbekwaamheid.

Daar kan haar vermogen om over politiek beladen onderwerpen rapporten in de publiciteit te brengen niet aan af doen. Integendeel.
Hij begrijpt de aard van zijn vroegere functie niet en dat is zorgelijk
De dienst is er niet om het publiek voor te lichten. Zij verzamelt inlichtingen voor de overheid. Over de communicatie naar buiten zou de politiek verantwoordelijke horen te beslissen en niet de ambtenaar. Dat Van Hulst meent met zijn waarschuwing gelijk te hebben gehad verbetert zijn positie niet. Hij begrijpt de aard van zijn vroegere functie niet en dat is zorgelijk.
Het zou heel goed kunnen namelijk dat anderen in zijn omgeving dat ook niet begrijpen en dan is de bedrijfscultuur bij onze hoge ambtenaren aan herziening toe.  
Eergisteren al op het eigen weblog van Toon

Toon Kasdorp,  10-10-2011          

Reacties
# 1
Theo Prinse:

Ik weet wel dat zijn opvolger Gerard Bouman - na zijn aankondiging van vertrek een paar maanden geleden in Buitenhof - zei niet te hebben vermoed tijdens zijn bezoek aan Egypte ruim na de in de Amerikaanse media fel bekritiseerde speech in Cairo van de keniaan op 4 juni 2009 dat er een opstand zou komen ... Dat klopt toch niet ?

10-okt 2011 ,  08:41
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.