Een creatieve straf
Veertiende, beetje lange aflevering in het feuilleton: ‘in de staatsexamengroep Nederlands als tweede taal’ waarin we kennismaken met Fatima en Pablo.
Fatima komt vier maanden later dan de eerste lichting cursisten in de klas. Ze heeft gelukkig geen enkele moeite zich te laten horen in de inmiddels 14 man tellende groep. Ze is laaggeschoold, spreekt redelijk goed maar schrijft zeer slecht. Ze is vijf jaar geleden vanuit Marokko naar Nederland gekomen om te trouwen met een Marokkaans-Nederlandse buschauffeur die hier al bijna zijn hele leven woont. Fatima heeft altijd bij haar moeder in Marokko gewoond, terwijl haar vader in Nederland werkte als gastarbeider.
» Fatima vertelt iets dat ik niet begrijp. Volgens haar ontving haar moeder in Marokko méér geld van de Nederlandse staat dan wat haar vader hier in Nederland verdiende.
Fatima draagt een super strakke hoofddoek om haar expressieve gezicht, gaat vlot gekleed en gedraagt zich vrij. Ze babbelt gezellig en graag. Zo vertelt ze begin april dat ze op 1 april een grapje had uitgehaald met een familielid. Ze had een mannelijk familielid opgebeld en doorgegeven dat er weer een meisje geboren was in de familie. Wat was daar nou zo grappig aan? … Het wás helemaal geen meisje! Het was een jóngen! Ze lacht vrolijk om haar eigen verhaal.
Fatima heeft haar neef even flink laten schrikken…
Fatima is vriendelijk maar ook aan luiheid grenzend makkelijk. Al in haar eerste schoolweek vraagt ze me hoe vaak ze voor het examen mag zakken, voordat ze het zelf moet gaan betalen. Ze ‘vergeet’ heel vaak haar werkboek en heeft daar iedere keer weer een ander smoesje voor. Ze begrijpt niet dat ik haar IKEA-bezoek geen geldige reden vind om zonder boek naar school te komen. Ze denkt dat ik niet geloof dat ze de winkel heeft bezocht en wil me als bewijs een kassabon laten zien.
Ik geef aan dat ze om haar schrijftempo te verhogen en haar spelling te verbeteren ook simpelweg woordjes en zinnen kan overschrijven thuis. Een paar dagen later laat ze me trots een stuk of 30 woordjes zien die ze opgeschreven heeft, maar daar blijft het bij.
De cursisten werken niet allemaal even snel in hun werkboeken en zijn dus niet allemaal bij dezelfde bladzijde. Fatima en Pablo de academicus uit Peru, zijn het minst ver van iedereen en zijn moeilijk vooruit te branden. Pablo is getrouwd met een in Nederland geboren en getogen blanke vrouw maar maakt weinig gebruik van zijn thuissituatie. Pablo spreekt altijd Engels met zijn echtgenote en vraagt mij dwingend hoe hij daar verandering in kan brengen. Ik wijs hem op zijn eigen verantwoordelijkheid, zeg hem dat hij oud en wijs genoeg is om zelf iets aan de situatie te doen en opper gekscherend dat ik ook naast hem op de bank kan komen zitten als hij met zijn vrouw praat.
Pablo heeft, hoewel hij veel beter is, net als zijn Marokkaanse klasgenote moeite met schrijven. Fatima maakt ultrakorte zinnen die nooit uit meer dan zes woorden bestaan, maar Pablo produceert nodeloos ingewikkelde zinnen. Hij wil mij op verschillende manieren nadrukkelijk laten weten dat hij hoogopgeleid is.
Op een gegeven moment zijn we in het lesboek bij een hoofdstuk dat is gewijd aan beroepen, karaktertrekken, vacatures en solliciteren. Aan het eind van het hoofdstuk dat we door het direct openmaken van pakjes blijk geven van onze hebberigheidstaat een opdracht waarbij de cursisten moeten reageren op een specifieke vacature. De cursisten moeten in staat zijn iets van hun werkervaring en de vereiste karaktereigenschappen voor een baan als horecamedewerker in hun brief te verwerken. Lang niet alle cursisten schrijven een brief. Berto, de Spaanse architect natuurlijk wel. Hij houdt zich aan de opdracht en schrijft een leuke brief, natuurlijk niet helemaal perfect maar met mijn aanwijzingen is hij in staat zijn fouten zelf te verbeteren. Zijn eerste poging om in het Nederlands een sollicitatiebrief te schrijven is goed gelukt en biedt hoop voor de toekomst.
Pablo schrijft een ingewikkelde brief die bijna niet te corrigeren valt omdat hij wemelt van de fouten. Pablo heeft zich ook niet aan de opdracht gehouden. Hij heeft gesolliciteerd naar een functie die hij werkelijk ambieert, maar heeft de lat wel erg hoog gelegd. De brief getuigt mijns inziens van weinig zelfkennis. Als ik Pablo probeer te helpen, reageert hij een beetje geïrriteerd. Hij wil me uitleg geven over de functie en het bedrijf waar hij wil werken, maar ik begrijp hem niet goed. Dit komt deels omdat ik niets weet van het bedrijf en de functie waarop hij wil solliciteren, maar het komt toch vooral omdat Pablo me niet goed duidelijk kan maken wat hij bedoelt en een onleesbare brief heeft geschreven. Pablo accepteert pas na een tijd dat het beter is geen moeilijke zinsconstructies te gebruiken als je de basisregels nog niet goed hanteert.
Pablo geeft mij regelmatig het onbehaaglijke gevoel dat hij ‘de Nederlander’ minacht. Is er een schijnbaar niet te overbruggen groot cultuurverschil tussen ons waardoor ik hem iedere keer verkeerd begrijp? Ik weet het niet. Pablo heeft commentaar op de manier waarop ‘wij’ cadeautjes ontvangen. Hij vindt dat we door het direct openmaken van pakjes blijk geven van onze hebberigheid, hij heeft geen interesse in de pakjes maar alleen in de gever.
Een keer betrap ik hem er in de pauzes op dat hij, in het Engels, tegen Berto, Dragan, Erek en Sofia, negatief praat over de vriendinnen van zijn Nederlandse vrouw. Ik kan het niet nalaten om te zeggen; ‘zit je weer kwaad te spreken over Nederlanders.’ Hij spreekt me niet tegen, maar lacht wat ongemakkelijk. Ik kan hem niet verstaan als hij Spaans spreekt met Berto, maar zodra die laatste daartoe in staat is, verdedigt hij wanneer dat nodig is het gedrag van de Nederlanders. Daar ben ik bijzonder blij om. Berto vindt de Nederlanders beleefd en sympathiek en begrijpt in tegenstelling tot Pablo dat het werk voor hem en zijn klasgenoten hier in Nederland niet voor het oprapen ligt. Als ik maanden later thuiszit en geen les meer geef aan de groep, mailt Berto me trouwens dat hij weer werk heeft gevonden in zijn geboorteland Spanje maar nog wel zijn best doet om het staatsexamen Nederlands als tweede taal te halen.
Om luistervaardigheid op een leuke en zinvolle manier te oefenen, laat ik soms Nederlandse liedjes horen. Ik print de liedtekst uit, maar laat woorden weg zodat er een gatentekst ontstaat. De cursisten luisteren meerdere keren naar het lied en vullen de ontbrekende woordjes in. Als ik de werkvorm voor het eerst gebruik en ‘Hé kleine meid op je kinderfiets’ laat horen, sputtert Fatima eventjes tegen, maar omdat de anderen het leuk vinden, past ze zich aan. (De Somalische Shukri is niet op school)
Er wordt op een gegeven moment minder hard gewerkt in de schrijfboeken en ik dreig met strafwerk. Met elkaar verzinnen we een passende straf voor de cursisten die hun huiswerk de volgende keer niet afhebben. Fatima komt met het vreemde idee om de luiaard op een been te laten staan en iemand anders oppert ‘in de hoek staan.’ Dragan constateert droog dat het om een creatieve straf moet gaan.
Als ik twee dagen later op school kom, zit Birgül nog druk te schrijven op het administratiekantoortje bij Fatih. Ik heb niet iedereen evenveel werk opgegeven, maar heb rekening gehouden met de niveaus en ieders houding.
Birgül, Fatima, Pablo en Mohammed verdienen straf. Ze komen voor de klas, ik geef hen de liedtekst van ‘Hé kleine meid’ en vraag hen het lied te zingen. Birgül giechelt, de mannen doen hun best en ook de strak gehoofddoekte Fatima zingt dapper: ‘Hé kleine meid op je kinderfiets…. met je haar in de wind en de zon op je wangen.’
Als het lied uit is fluit Dragan op zijn vingers en vraagt om tomaten. Berto begint te applaudisseren en Mohammed zegt dat het lied éigenlijk over een vader en een zoon gaat…
Nog twee afleveringen
Na het schrijven van mijn boek ’Inburgeren in de praktijk, persoonlijk verslag van een docent’ dat een periode van tien jaar beslaat, heb ik nog een jaar gewerkt bij een taalaanbieder die inburgeringslessen en taallessen verzorgt voor allochtonen die al dan niet verplicht zijn een cursus te volgen. Sinds eind juni 2011 ben ik niet meer werkzaam als docent Nederlands als tweede taal. Na lang twijfelen heb ik besloten mijn ervaringen van het afgelopen jaar als een soort feuilleton hier op Keizers en Kleren te schrijven. Dit was deel veertien.
Reacties
# 1 Hoe inventief ben jij toch Roos. Een docent om te koesteren en niet meer te laten gaan. En dan Mo, die gepreoccupeerd door mannelijk nageslacht zelfs een simpel liedje niet met rust kan laten. Mijn vroegere Irakese buurman leerde op zijn inburgeringscursus liedjes van Wim Sonneveld. Catootje, Catootje, jij klein idiootje kon hij van A tot Z meezingen. Wat niet voorkwam dat de vrouwen die hij wist te charmeren ooit meer waren in zijn belevingswereld dan kleine idiootjes.
Marie:
Hoe inventief ben jij toch Roos. Een docent om te koesteren en niet meer te laten gaan. En dan Mo, die gepreoccupeerd door mannelijk nageslacht zelfs een simpel liedje niet met rust kan laten. Mijn vroegere Irakese buurman leerde op zijn inburgeringscursus liedjes van Wim Sonneveld. Catootje, Catootje, jij klein idiootje kon hij van A tot Z meezingen. Wat niet voorkwam dat de vrouwen die hij wist te charmeren ooit meer waren in zijn belevingswereld dan kleine idiootjes.
Die illusionaire valkuil dat iemand die de taal leert spreken ook een geestverwant aan het worden is zou echt nader onderzocht moeten worden.
06-feb 2012 , 02:40
# 2 Marie, wat geef je toch aardige complimentjes. Ze doen me goed! Ik ben steeds weer blij met de aardige reacties die ik hier krijg. (een welkom tegenwicht voor de reacties die ik ook krijg, zoals: 'Je boek laat alleen maar zien dat jij het niet kan' of in hoofdletters 'niet bedankt.'
Roos Friesland:
Marie, wat geef je toch aardige complimentjes. Ze doen me goed! Ik ben steeds weer blij met de aardige reacties die ik hier krijg. (een welkom tegenwicht voor de reacties die ik ook krijg, zoals: 'Je boek laat alleen maar zien dat jij het niet kan' of in hoofdletters 'niet bedankt.'
Er zijn trouwens ook heel wat cursisten geweest voor wie ik niets hebben kunnen betekenen.
Nog een anecdote over iets wat met Wim Sonneveld te maken heeft: ik heb in de groep waar ik over schrijf ook zijn 'Het dorp' laten horen. Ik had verteld dat de zanger al overleden was en bij leven homoseksueel. De Somalische Shukri was niet in staat één woord op te vangen van de tekst, omdat ze een vijandige, defensieve 'ik luister niet' houding aannam.
Mo, de beleefdheid zelve...
Wat betreft je laatste opmerking. Dat geldt nog veel sterker voor de cursussen INBURGEREN. Daar zie ik helemaal geen heil in. (een vals beeld van de werkelijkheid.) Cursisten met een inburgeringsdiploma zijn lang niet allemaal ingeburgerd.
06-feb 2012 , 03:07
# 3 Over de onwil om cultuur onder het vergrootglas te leggen las ik onlangs dit boek : http://www.sorayamire.org/the_book.asp
marie:
Over de onwil om cultuur onder het vergrootglas te leggen las ik onlangs dit boek : http://www.sorayamire.org/the_book.asp
Een Somalische die gewelddadig besneden werd, en er een levenswerk van gemaakt heeft om de culturele dwang en bedwelming op te heffen.
Een geestverwante van Ayaan, al noemt ze haar geen een keer in haar boek.
Die vijandige , ik luister niet , houding van Shukri is geen uitzondering. Wat uit Miré´s boek duidelijk wordt is dat de Somali´s, eenmaal in een vrij land aangekomen alles op alles zetten om hun culturele wandenken af te schermen van de gemeenschap waarin ze beland zijn.
En als ze al de taal verwerven staat dat in dienst van defensief buiten hun gastland te blijven in attitude en praktijk.
FGM, die horreur van mismaking van de vrouwelijke seksualiteit kan ze niet uit hun hoofd geredeneerd worden .
Traditie,en de rede raakt ze niet.
En tja Roos, er zullen cursisten zijn voor wie jij niks kon betekenen. Diezelfde lui kunnen ook niks voor ons betekenen, omdat ze de aansluiting in hun geest nooit hebben kunnen maken. En met die loodzware erfenis van onwilligen zullen we blijven worstelen tot de realiteit ons inhaalt.
06-feb 2012 , 03:43
# 4
Frans Groenendijk:
@Marie #3 Komende zondag, of de week er op gaat mijn 'update van mijn boek' over genitale verminking. Afgelopen maandag was het de mondiale 'dag van'. Hebben Nederlandse media daar nog aandacht aan besteed?
08-feb 2012 , 01:15
# 5 Tuurlijk niet Frans. De onaangename kantjes van geimporteerde culturen worden beleefd verzwegen. Elfsteden-tocht koorts, half bevroren oudjes, genoeg bla bla om de nieuwsrubrieken te vullen.
Marie:
Tuurlijk niet Frans. De onaangename kantjes van geimporteerde culturen worden beleefd verzwegen. Elfsteden-tocht koorts, half bevroren oudjes, genoeg bla bla om de nieuwsrubrieken te vullen.
Secretaressedag en Valentijn , daar kun je nog eens een mooi item van maken, zonder akelige verminkingen te vermelden.
08-feb 2012 , 09:45
Reageren is niet mogelijk op dit bericht.